wijn
Eenvoudige, lekkere wijnen, die geen pijn doen in de portemonnee. Daar willen we het om de veertien dagen over hebben in deze rubriek. Château Simple, wijn voor beginners, die ook de kenners wel bevalt. Deze week: valpolicella en bardolino.
In alle (vooral noordelijke) Europese landen zijn grote kolonies van Italiaanse immigranten. De gastronomische gewoonten die zij meebrachten, zijn getekend door de volkse origine van de groep: eenvoudige pizzeria-gerechten, pasta’s en veel tomaat, met daarbij simpele Italiaanse wijn die in grote hoeveelheden werd gedronken, voor de dorst en omdat andere dranken als flessenwater en bier veel duurder waren. Dit type van Italiaanse wijn en dit type van wijnconsumptie werd wereldwijd uitgedragen en daar zitten we nog altijd mee: vooral via de vele Italiaanse eethuizen zijn Valpo, Chianti en Bardo synoniem geworden voor zwakgekleurde, dorstlessende karafwijntjes die best passen bij spaghetti Bolognese, maar waarbij men niet te veel moet proeven.
De achtergebleven familie in het thuisland had natuurlijk snel de potentiële markt in de gaten. De immigratielanden werden vanuit Italië overspoeld met goedkope, zwakke wijntjes in tweeliterflessen waarbij niet te nauw werd gekeken op DOC- of originegetrouwheid. De Belgische wijnhandel, opgegroeid met de orde van de Franse appellations contrôlées, heeft met deze ‘souplesse’ nooit kunnen leven en er zijn verschillende generaties overgegaan vooraleer een normaal handelscircuit op gang kwam.
Vooral het noordoosten van Italië, meer bepaald de streek van Veneto, is bron van grote-rendementen-ergernis, met Valpolicella en Bardolino, en in mindere mate de witte Soave. Er wordt nog altijd gemiddeld 100 hl per ha wijn gemaakt: tweederde van de wijngaarden ligt in de vruchtbare vlakte en is dus moeilijk te ’temmen’.
Omstreeks 1970 had de grote wijnhandel uit Veneto het voor het zeggen: groothandelaar Bolla werd met 2,5 miljoen kisten per jaar in Amerika synoniem met witte Soave, en in Engeland werd meer Bardolino gesleten dan Chianti. De grootindustrie, verblind door het exportsucces, miste echter omstreeks 1980 de algemene opwaartse trend van de Italiaanse wijnproductie naar meer kwaliteit en concentratie. Daardoor is de kwaliteitsfakkel in de streek nu in handen van kleinere wijnboeren die wijnen maken van eigen wijngaarden. De zonen Allegrini maken cru-wijnen in de classico-regio van Valpolicella, en de historische oorlogsstokersfamilie Guerrieri-Rizzardi (met aan het hoofd de strijdbare Christina) maakt excellente Bardolino.
Valpolicella Classico 1995, Zenato.
Het historische kerngedeelte van de appellation, het classico-gebied, ligt ten noorden van Verona: een reeks steile heuvelflanken waar de nabijheid van het Gardameer voor een gunstig microklimaat zorgt. De komst van de DOC (Denominazione di Origine Controlata) in 1968 heeft officieel het gebied uitgebreid naar het oosten, waar men trouwens al van oudsher de naam Valpolicella gebruikt. De bedoeling met Valpo is een frisse druivige wijn die jong kan worden gedronken. Het druivenpakket is er dan ook naar. Corvina en rondinella, druiven met een zeker gewicht, worden gebalanceerd met de lichtere en meer kruidige molinari en de traditionele negrara en rossignola. In dit pakket is de corvina veronese de druif met het meeste gewicht. De rondinella zorgt voor kleur, body en frisse zuurheid, molinari brengt elegantie.
Zenato is een groothandel, met echter 16 hectaren wijngaarden in eigen bezit. In het glas komt een wijn met een goedgeconcentreerde kleur en met een nuance van fris. De neus is frisfruitig met rechtstreekse druivigheid en de smaak volgt het aangekondigde patroon: frisse zuren met delicate tannines en wat lengte. Wijn om jong en fris te drinken, die aan de verwachtingen beantwoordt. Tegenetiket in het Nederlands en het Frans. (Delhaize: 174 fr.)
Bardolino Classico 1996, Lenotti.
Ook van deze appellation ligt het historisch kerngedeelte vlak tegen het Gardameer, rond het stadje Bardolino: een heuvelachtig gebied met veel grind en zand in de bodem, waar elegantie en finesse van moeten komen. Met de komst van de DOC in 1968 is ook dit appellation-gebied geweldig uitgebreid naar het zuiden, naar meer vlakke velden: de niet classico-regio. Nu wordt hier vooral novello gemaakt: een soort lokale beaujolais met gisting onder koolzuurgas. Klassieke Bardolino wordt kruidig genoemd, met een licht bittere finale en aroma’s van kers. Het druivenbestand is praktisch hetzelfde als dat van Valpolicella.
Lenotti is een wijnbouwer-handelaar die vooral de witte Soave op een moderne leest heeft geschoeid. In het glas komt een wijn met een ijle frisse rode kleur en een neus die erg discreet is, met niet het minste spoor van onderbouw. Goede, gewone fruitsmaak, zachtaardig maar ook zwak. Iets beter dan karafwijn. (GB: 141 fr.).
Volgende aflevering in Weekend Knack van 27 mei: zomerwijntjes.
HERWIG VAN HOVE
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier