wijn
Eenvoudige, lekkere wijnen, die geen pijn doen in de portemonnee. Daar willen we het om de veertien dagen over hebben in deze rubriek. Château Simple, wijn voor beginners, die ook de kenners wel bevalt. Deze week: Elzaswijnen.
Wie door de Elzas reist, wordt getroffen door de historische rijkdom. Die heeft de streek van oudsher te danken aan de Rijn, exportader bij uitstek. Nu nog gaat Elzaswijn vooral naar het noorden, en naar Duitsland – in Zuid-Frankrijk zal men met moeite een Elzaswijn op de kaarten vinden. In 1481 exporteerde de Elzas al 600.000 hectoliter wijn (in 1988, bijna een half millennium later, nog maar 280.000 hectoliter!). De 30-jarige oorlog (1618-1648) waarbij 90 procent van de bevolking omkwam, maakte abrupt een einde aan de welvaart en de Elzaswijn verdween voor 300 jaar in de nietigheid.
Vanaf het einde van de Tweede Wereldoorlog begon een evolutie ten goede, en werden de kwaliteitsdruiven, de zogenaamde ‘edele’ soorten, gepropageerd: riesling, pinot gris, Gewurztraminer, muscat en pinot noir. In 1918 samen goed voor 10 procent, vormen ze nu 80 procent van de aanplant en leveren 60 procent van de productie. In 1997 werd 711.000 hl ‘edele’ wijn gemaakt, en nog 492.000 hl van ‘mindere’ druivensoorten als sylvaner en pinot blanc.
Met de nieuwe welvaart is de productie gestaag blijven stijgen. Die toename heeft echter meer te maken met de aangroei van de wijngaardoppervlakte (150 ha per jaar), dan met de toch al vrij hoge rendementen.
In 1962 werd de Elzaswijn opgenomen in de familie van de appellations d’origine contrôlée, maar wel met speciale regels. Zo mag op het etiket in het groot de druivensoort vermeld worden, terwijl dit voor alle andere Franse appellations verboden is. Het terroir-principe werd in 1975 ingevoerd met de officiële erkenning van Grands Cru’s. In 1997 was 3,8 procent van het Grand Cru-type, 11,8 procent van de oogst werd tot schuimwijn verwerkt, en 84,4 procent was ‘gewone’ Alsace.
Edelzwicker is een speciaal geval. De naam staat niet voor een druif maar voor een assemblage van edele druivensoorten die elk afzonderlijk binnen de AOC-regels vallen. Nog altijd komt 2,4 procent van de productie van wijngaarden waar de verschillende soorten kriskras dooreen staan (29.000 hl in ’97). Vaak kiest men eerder voor een merknaam en vermijdt men de term Edelzwicker, die ten onrechte een negatieve bijklank heeft. De kwaliteit van wat als Edelzwicker in het glas komt, is afhankelijk van het vakmanschap van de wijnmaker.
Sylvaner (16 procent van de 1997-oogst) is een druivensoort die afkomstig zou zijn van Transsylvanië in Roemenië. Er komen grote rendementen van, ze kan goed tegen vocht en geeft veel verfrissend zuur. Ze heeft ook de reputatie van goede dorstlesser. Grote wijnheren zoals Hugel kijken erop neer.
Pinot Blanc (22 procent van de 1997-oogst) is gewoonlijk een mengsel van de eigenlijke pinot blanc en auxerrois. De wijnen zijn eerder soepel dan friszuur, en kunnen bijzonder smakelijk zijn. De pinot blanc van Trimbach en van Faller zijn revelaties in hun soort.
Gewurztraminer (13,3 procent van de 1997-oogst) is een kruidige wijn met toetsen van exotisch fruit. Hij past bij gerookte vis en bij de lokale, sterkgeurende Munsterkaas.
Riesling (26 procent van de 1997-oogst) is de koning van de Elzasser-druiven. Hij wordt het meest van al door de bodemorigine getekend: licht mineraal op steenbodems en wat zwaarder op klei of leem. Hij is elegant en verfijnd van smaak, en door de lange rijpingsperiode heel complex. Riesling is de droge wijn die het best veroudert.
Edelzwicker 1996, Kuehn Ammerschwihr.
Frisse, heldere, groengele kleur, heel licht parelend. Puntige maar toch zachtaardige neus met een frisse, soepele, universele smaak. Tegenetiket in het Frans. (Delhaize: 179 fr.)
Sylvaner 1996, Cave vinicole de Pfaffenheim.
Frisse, geelgroene kleur met een lichte parel tegen de glaswand. Puntige neus die het zuur al aankondigt en een prikkelende, friszure smaak. Erg ‘gewone’ wijn. Frans tegenetiket. (GB: 197 fr.)
Pinot Blanc 1996, Grande Cave Le Cellier de la Fecht, Ingersheim.
Meer gele nuance dan men zou verwachten. Neus met een accent op rijp, mooigevuld met zwaardere aroma’s. Ernstige smaak met diep accent en gebald. Past goed bij fijne gerechten. Frans tegenetiket. (Delhaize: 182 fr.)
Pinot d’Alsace 1996, Les Caves de Bennwihr.
IJle, frisse, groengele kleur. Een dunne, puntige neus en een prikkelend zure smaak, vooral door gasbeladenheid. Simpel. Tegenetiket in het Frans en Engels. (Colruyt: 115 fr.)
Gewurztraminer 1996, Cave vinicole de Pfaffenheim.
Kleur met een zekere vulling. Dunne neus met wat impressies van terpentijn. Smaak met apart zoet en scherp zuur. Een Gewurztraminer-skelet. Frans tegenetiket. (GB: 245 fr.)
Riesling 1995, Cuvée Réserve, Les Caves de Bennwihr.
Gevulde kleur met een accent op de gele nuance. Overrijpe neus met plat fruit en cuit van kandij. Vermoeide zure smaak, met flarden van fruit en na-ijlend zuur. Waar is de riesling-statigheid? Tegenetiket in het Frans en Engels. (Colruyt: 121 fr. voor een halve fles.)
Volgende aflevering in Weekend Knack van 15 april: Italiaanse wijn.
HERWIG VAN HOVE
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier