Herwig Van Hove

Eenvoudige, lekkere wijnen, die geen pijn doen in de portemonnee. Daar willen we het om de veertien dagen over hebben in deze rubriek. Château Simple, wijn voor beginners, die ook de kenners wel bevalt. Deze week : rioja.

Rioja, genaamd naar een zijrivier van de Ebro, de Río Oja, is de meest verkochte en daarmee ook best gekende rode wijn van Spanje. Onder meer omdat het de eerste Spaanse wijn was die reeds in 1926 een herkomstbenaming kreeg : Denominacíon de Origen ( DO). In 1991 ging men nog een stap verder. De Consejo Regulador, het lokale instituut dat de kwaliteit moet bewaken, vroeg om een Denominacíon de Origen Calificada ( DOC), een superieure versie van de DO zoals men in Italië een DOC heeft en daarboven een DOCG. De Spaanse DOC impliceert een betere marktwaarde voor de druiven en een verplichte commercialisering op fles of streekbotteling. De kwalificatie werd toegekend op 3 april 1991 en er mag dus geen rioja meer in bulk worden verhandeld. Dit tot grote ergernis van sommige verdelers (onder wie onze Delhaize).

Het Rioja-wijngebied de gelijknamige provincie is lichtjes verschillend strekt zich uit over wel 120 km in de Ebrovallei, goed afgeschermd van de koude zeewinden door vrij hoge bergketens waarop men in volle zomer wel eens wil skiën. Alles samen 45.000 hectaren wijngaarden verdeeld over drie districten : Rioja Alavesa en Rioja Alta (30.000 ha) in het westen, en de 15.000 hectaren van Rioja Baja in het lagergelegen oosten. Rioja Baja begint ter hoogte van de stad Logroño, gelegen op de weg van de Santiago-pelgrims.

De ene zijn dood is de andere zijn brood : rioja heeft zijn fabelachtig succes te danken aan de miserie van bordeaux. Toen in de tweede helft van de 19de eeuw de gevreesde parasiet fylloxera Vastatrix (druivenluis) de Bordelese wijngaarden begon te vernietigen, weken de grote Franse handelaars uit naar Rioja. Toen in 1880 bovendien de treinverbinding tussen Haro en Bilbao tot stand kwam, was het hek van de dam : 50 miljoen liter per maand gingen richting Frankrijk en vele Fransen kwamen zich in Rioja vestigen. Ze brachten hun manieren van doen mee en zo komt het dat riojawijn vandaag nog altijd in Franse barriques wordt gelagerd.

Maar sprookjes blijven niet duren : tegen 1900 had men in Frankrijk de fylloxeraplaag bedwongen door te enten op resistente Amerikaanse onderstammen, maar ondertussen was de gevreesde kleine kever tot in Rioja geraakt. Het zou nog tot ongeveer 1970 duren eer het wijngebied er weer wat bovenop zou komen.

De koninginnedruif in Rioja Alavesa en Alta is de tempranillo, naar het Spaanse temprana, wat ?vroeg? betekent. Tempranillo rijpt inderdaad twee weken eerder dan de grenacha, de voornaamste druif in Rioja Baja. Met deze korte groeicyclus gedijt tempranillo minder goed in het mediterrane klimaat van het Bajagebied, maar profiteert wel van de wat remmende invloed van de hogergelegen, koelere riojagebieden. Hoewel de twee druivensoorten niet samen groeien, treft men ze toch gewoonlijk samen in het glas. De wijnproductie in Rioja wordt immers gedomineerd door grote wijnbedrijven (bodega’s) die hun eigenheid en hun complexiteit halen uit het blenden van de verschillende soorten wijn uit het gehele gebied. De blend omvat gewoonlijk vier druivensoorten : de wat neutrale maar zeer oxidatiebestendige tempranillo, met grenacha voor stevigheid en alcohol, en met nog twee lokale stoksoorten, graciano voor het boeket en mazuelo voor zuur en bitterheid. (Ook hier geldt het principe dat rode wijn uit warmere streken moet samengesteld zijn uit meerdere druivensoorten om voldoende complexiteit te halen.)

Er zijn twee types rioja : de soepele, fruitige, snel te drinken lokale wijn ( vino de cosechero) die wat naar een primeurtype neigt, en de vino con crianza. De vino de cosechero, wijn van de wijnboer, wordt weinig geëxporteerd maar valt erg in de smaak bij toeristen. Crianza betekent letterlijk ?opvoeding?, maar bij wijn duidt het op vatlagering in de beste Bordelese traditie. De minste crianza moet twee jaar gelagerd zijn, waarvan minstens een vol jaar op hout en een jaar op fles. Reservas liggen 6 jaar (op hout en op fles samen) en Gran Reservas zelfs acht jaar. Zo komt het dat in de bodega’s miljoenen flessen en vele tienduizenden vaten gestapeld liggen. En dat is ook de reden waarom rioja gewoonlijk drinkklaar op de markt komt : men moet er niet op wachten en de flessen vormen geen depot, alle bezinksel is in het vat achtergebleven.

Campo Viejo, de bodega waarvan we de wijn gaan proeven, verkoopt jaarlijks 16 miljoen flessen en heeft een vatenpark van 45.000 stuks, de totale capaciteit is 50 miljoen liter.

Rioja DOC 1993, Crianza, Campo Viejo

Vrij lichte kleur met een nuance van rood maar zeker geen aanzet van oranje of sleet, de lichte kleur kondigt een matige concentratie aan. De neus is fijn elegant en fruitig, eerder breed dan diep : wijn die er is, zonder onderbouw die op potentieel zou wijzen. De smaak is friszuur met zachtaardige, aan de nederige concentratie aangepaste en door het vat getemde bitterheid, en met zelfs iets geknoopte lengte. Wijn met een zekere finesse die zijn charme voor een groot deel haalt uit de 12,5 alcohol. (184 fr., Colruyt)

Volgende aflevering in Weekend Knack van 7 mei : wijn van Cahors.

HERWIG VAN HOVE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content