Herwig Van Hove

BORDEAUX 1992

In 1988, een excellent bordeaux-bewaarjaar met volle kleur en stevige tannines, gingen de prijzen met 25 tot 40 procent naar omhoog. Het fruitige, mooi rijpe en meer toegankelijke jaar 1989 bracht een bijkomende stijging met 5 tot 20 procent. In 1990, weer een excellent jaar, kon de escalatie niet blijven duren en de markt ging (eindelijk) omlaag. Dan komt 1991, getekend door een vernietigende lentevorst (-7 C op 24 april !), met ongeveer een halve oogst en een doornatte septembermaand, waardoor de neerwaartse trend van de markt bevestigd wordt : een vermindering met 20 tot 30 procent. Pas dan komt het vrij overvloedige 1992 : een warm jaar, maar met drie keer meer regen dan gemiddeld. Er volgde een opgeblazen en verdunde oogst, slechts gered door de betere wijnbouwers die hun opbrengst vooraf hadden beperkt door de helft van de trossen nog in het groene stadium weg te knijpen. Ze reduceerden de opbrengst van 70 hektoliter per hektare tot 40, en hiervan werd nog eens ongeveer 25 procent weggeselekteerd.

De 1992 is nog eens 20 tot 40 procent goedkoper. Maar moeten we deze wijn daarom kopen ? In april 1993 schreven we : “1992 is het jaar bij uitstek voor de jonge beginnende amateur : snel, soepel en goedkoop. De gevorderden die op grote voorraden zitten, kunnen passen. “

Deze status questionis voor 1992 indachtig, vergaderde de Anacreon Confrérie blind rond 6 van de grootste bordeauxs van dat jaar : Moputon, Cheval-Blanc, Lafite, Margaux, Haut-Brion en Latour. Ze waren gelardeerd met drie blindgangers : Léoville Barton, La Fleur-Pétrus en Montrose. De vermelde prijzen gelden per fles, maar dan aangekocht per 12 stuks.

– Château Léoville Barton 1992, Saint-Julien (ong. 600 fr.) : zeer gewone kleurkoncentratie met een nuance die onzuiver en aarzelend is ; neus met erg diskreet hout, maar dat komt vooral omdat de wijnprésence in de neus zo zwak is ; flauwe smaak zonder kracht en verschralend op het einde. Niet interessant.

– Château Montrose 1992, Saint-Estèphe (ong. 700 fr.) : iets gedrongen kleur met diepte, de neus volgt de kleur maar heeft enkel diepte van het hout en niet van fruit ; de smaak “pakt” goed en met kracht, maar zonder charme of fruit, iets bitter uitdeinend op het einde. Een “gewoon” goede wijn, een stevige stoot.

– Château Haut-Brion 1992, Pessac-Léognan (ong. 1400 fr.) : kleine kleurnuance van een gedrongen maar wat gewone koncentratie ; diskrete neus in de aanzet, maar veel finesse na opschudden ; genuanceerde smaak, wat overgestruktureerd door hout. Wijn met persoonlijkheid.

– Château Lafite Rothschild 1992, Pauillac (ong. 1400 fr.) : normaal gekoncentreerde kleur met echte vatspanning in de nuance ; neus gedomineerd door hout met verre onderbouw ; ook de smaak is massief met veel verse eiktonen ; zal in finesse ontwikkelen. Een echte houtsymfonie (misschien wat té).

– Château Latour 1992, Pauillac (ong. 1550 fr.) : mooi gespannen kleur van de vatlagering met voldoende koncentratie, goede fijne neus met een hint van fruit na opschudden en ook wat gezond oud hout ; de smaak is wat dun en verbrokkeld, zonder charme met zelfs scherpe tannines op het einde. Een verbrokkelde wijn.

– Château Mouton Rothschild 1992, Pauillac (ong. 1400 fr.) : gedrongen kleur met diepe nuance van rijp ; een weidse neus met ruimte en een stevige toets van gebrande barriques ; smaak met veel eenheid en charme maar wat kort. Zeker Mouton.

– Château Margaux 1992, Margaux (ongeveer 1550 fr.) : kleur iets zwak in de koncentratie, maar goede nuance van houtlagering ; vrij diskrete getemde neus met een juiste toets van hout ; simpele smaak met een aksent op zuur in de finale. Zwakke wijn.

– Château La Fleur-Pétrus 1992, Pomerol (ong. 1000 fr.) : normale kleur en een zeer flauwe merlotneus die niets geeft na opschudden, dunne gewone smaak met een zuur aksent.

– Château Cheval Blanc 1992, Saint-Emilion Grand Cru (ong. 1600 fr.) : mooie gezonde normale kleur en een neus van zacht, juist gedoseerd hout met fruit op de achtergrond ; suave smaak met charme en eenheid en zelfs een zekere lengte. Zachte wijn met grote drinkbaarheid.

Het besluit ligt voor de hand : deze zogenaamd supergrote wijnen zijn schraal en wat vegetaal in de tannines, zonder fruit of charme en zullen dus wel snel, maar niet goed evolueren : er komt een skeletachtige droogte van. Voor de toekomst moet men ze dus zeker niet kopen. Alleen Cheval Blanc voor zijn onmiddellijke charme en Haut-Brion voor zijn finesse en persoonlijkheid, komen in aanmerking. Voor deze wijnen betaalt men nu ongeveer de helft van wat ze tien jaar geleden kostten, en dat is toch iets. In elk geval is hiermee nog maar eens aangetoond dat zeker voor 1992 kopen zonder proeven tot grote ontgoochelingen kan leiden.

HERWIG VAN HOVE

Bordeaux 1992 : niet kopen zonder proeven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content