Herwig Van Hove

Eenvoudige wijnen die geen pijn doen in de portemonnee. Daar willen we het over hebben in deze rubriek. Château Simple, wijn voor beginners, die ook de kenners wel bevalt. Deze week: witte wijn.

Witte wijn moet het hebben van een fris-levendig, fijn zuuraccent, maar dit accent kan verschillen. De belangrijkste factor is ongetwijfeld de wijnstoksoort. Sommige druivenrassen, zoals riesling of sauvignon, hebben bij juiste rijpheid als het ware een roeping voor het geraffineerde kantwerkachtige zuur. De fijne rieslings van de Duitse Moezel en zelfs van de betere Luxemburgers, en de sauvignonwijnen zoals Sancerre of de betere Graves, schitteren door elegantie. Ze zijn de ideale kandidaten voor de begeleiding van de lichtere zomerse keuken. Chardonnay daarentegen heeft altijd een toets van karaktervolheid. Zowel de frisse Chablis als de wat terroirachtige Mâcon, en zeker de universeel evenwichtige Meursault daartussenin hebben ze een aura van ernst en stevigheid. Dit type met ‘noordelijk’ karakter contrasteert met de ‘zuidelijke’ witte wijnen van druiven zoals viognier, marsanne en roussanne. Die zijn wat exotisch in het fruit en daarbij hoog in alcohol.

Wat er ook van zij, karaktervolle witte wijn vraagt om stevige gerechten van wit vlees of vis of van beide samen zoals kip met kreeft, tam konijn met scampi’s of een kalfsoester met noordzeegarnalen.

Een aparte klasse van wit zijn de sterk aromatische wijnen zoals Muscat of Gewürztraminer. Dikwijls zijn ze ook wat zoet, en schuiven daarmee in de richting van het dessert. Goede smeuïge, niet te zoute roquefortkaas is er een goede begeleiding bij.

De zogenaamd ‘lagere’ klasse van witte wijnen is door de moderne technologie spectaculair verbeterd: Rivaner en Elbling uit Luxemburg, Trebbiano, Malvasia en Garganega uit Italië of Clairette en Vermentino (Rolle) uit Provence. Ze worden allemaal gemaakt met vrij grote hectarerendementen, waardoor de prijs laag blijft, maar door de technologie zijn ze vrij van oxidatie en vertonen meestal een wat lichtzure fruitigheid: het zijn doordrinkers voor bij stevig gekruide gerechten (als er geen bier in de buurt is).

De tweede grote parameter die het witte-wijntype bepaalt, is de rijpheid en de daaropvolgende lagering. Overrijpheid geeft ofwel zoet, ofwel alcoholdominantie. Overrijpe Californische Chardonnay met zijn boterig (iets ranzig) karakter en alcoholgehaltes rond 14 graden is een typisch voorbeeld van dat laatste. Dat karakter wordt dikwijls nog geaccentueerd door massale dosissen verse eik: dan krijg je monsterachtige wijnen die met een landbouwproduct niets meer te maken hebben.

Zoet is natuurlijk iets totaal anders: gecounterd door zuur en tot een grote mate van complexiteit gedwongen door het edelrot, komen er haast altijd grote wijnen van. Zo groot dat ze moeilijk aan tafel te plaatsen zijn. Deze dure excessen zullen we echter vandaag in ons goedkoop trio niet tegenkomen.

Côtes du Lubéron 1998, Union des Vignerons.

Een wijngaard ten oosten van Avignon, verspreid over 36 gemeenten in de Vaucluse, en AOC sinds 1988. Behoort administratief tot de Provence maar heeft alles van een zuidelijke Côtes du Rhône. De 6000 hectaren wijngaard worden voornamelijk in coöperatief verband geëxploiteerd: 18 coöperaties zijn verenigd in de Union des Vignerons des Côtes du Lubéron, waar voorliggende wijn vandaan komt.

In het glas komt een frisse kleur met een lichtgroene nuance, maar de neus is wat stomp (te oud?) en wordt zwaar bij opschudden (12,5% alcohol). De smaak is rond en vrij krachtig, maar heeft geen reliëf meer. Wat naijlend zuur. (GB: 109 fr.)

Soave DOC 1999, Gianluigi Righetti, mise Delhaize.

Soave ligt ten oosten van Verona, Valpolicella ten westen, maar beide behoren ze tot de Veneto, een van de grootste wijngebieden van Italië. De zachtheid van Soave, waar de naam naar verwijst, moet komen van minstens 70 procent garganegadruiven, de rest mag trebbiano zijn. In het glas komt een frisgroene kleur en een fijne druivige neus met frisse rijpheid. De smaak is rond en volumineus met goed structuurzuur. Geslaagde witte wijn voor aan tafel. (Delhaize: 116 fr.)

Elbling 1998, Vinsmoselle.

Lichte, fijne en iets pikante neus van opgelost koolzuur en een kleine weeë toets à la pinot blanc. Aangename maar uiterst lichte smaak, gaat in de richting van zuiver water. Wijn voor de dorst (10% alcohol), als er geen pils in de buurt is. (Colruyt: 115 fr.)

Herwig Van Hove

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content