Wijn
Eenvoudige wijnen die geen pijn doen in de portemonnee. Daar willen we het over hebben in deze rubriek. Château Simple, wijn voor beginners, die ook de kenners wel bevalt. Deze week: Languedoc.
Roussillon, waar we het in de vorige ‘château simple’ over hadden, dekt ongeveer het departement Pyrénées Orientales, terwijl het wijngebied van vandaag, Languedoc, gaat over het departement Aude (Narbonne), Hérault (Montpellier en Béziers) tot de Gard (Nîmes). Het is enorm: 300 kilometer kuststreek tot diep in het binnenland aan de uitlopers van het Centraal Massief, haast 300.000 hectaren alles samen, met 50.000 in AOC waarvan 2 miljoen hectoliter AOC-wijn komen.
Het klimaat is er ongenadig warm en droog, een gemiddelde temperatuur van 14 graden over geheel het jaar, met snelle hevige onweders en verzengende zeewind, de tramontane. Er groeien alleen wijnstokken en olijfbomen. Het bij de AOC toegelaten druivenpakket is klassiek zuiders: grenache voor krachtige alcoholrijke basiswijn, mourvèdre voor structurerende bitterheid, syrah voor diep fruitig aroma en carignan als vuller. Maar carignan wordt afgebouwd en dan nog meestal vergist onder koolzuur voor het gemakkelijke fruit van snel te drinken wijnen.
Languedoc is nog maar pas naar kwaliteit beginnen streven en nu begint men te beseffen dat er voor het AOC-gedeelte een enorm potentieel is weggelegd. Het jaar 1998, waar vriesschade vlak na de vorming van de eerste scheuten een natuurlijke rendementsdaling veroorzaakte, heeft dit overvloedig bewezen.
Maar er is niet alleen het gebeurlijk gemis aan kwaliteit, een bijkomend probleem voor de Midi, en voor Languedoc in het bijzonder, is de veelvuldigheid van de benamingen. We overlopen deze van vandaag.
De AOC Coteaux du Languedoc, toegekend in 1985, is een algemene overkoepelende benaming: 11.600 hectaren van Narbonne tot Nîmes. De bedoeling is dat ze de AOC-loze kwaliteitswijnen van het enorme gebied groepeert en er staan nog vele gemeenten te dringen om aan te sluiten. Binnen deze uiterst langgerekte AOC onderscheidt men nog een 12-tal subzones, verspreid over een 50-tal gemeenten, die ook nog hun vroegere VDQS-naam op het etiket mogen zetten. De bekendste van de 12 zijn Pic-Saint-Loup en Saint-Saturnin. Pic-Saint-Loup omvat 13 gemeenten, 20 km ten noorden van Montpellier, en is goed voor ongeveer 40.000 hectoliter per jaar, Saint-Saturnin is heel wat kleiner: 4 gemeenten, ook in de buurt van Montpellier, met een zeer dynamische coöperatie waar GB mee werkt.
Costières de Nîmes is de meest oostelijk appellation van Languedoc. Het gebied werd AOC in 1986 onder de naam Costières de Gard maar veranderde van naam in 1989 omwille van de naambekendheid van het stadje Nîmes. Bovendien worden de wijnen sinds 1990 onder de Côtes du Rhône gerekend.
Ook de AOC Côtes du Lubéron is nu opgenomen bij de Côtes du Rhône maar was in zijn VDQS-periode gerangschikt bij de wijnen van Provence: 6000 hectaren ten oosten van Avignon, verspreid over 26 gemeenten uit het departement Vaucluse.
Saint-Chinian (3000 ha) is sinds 1982 een aparte AOC ten westen van de AOC Minervois en ten noorden van de stad Béziers. Het noorden van de appellation is leisteenachtig en geeft (niet in 1998) gewoonlijk wat lichtere wijnen die dan nog onder koolzuur worden gevinifieerd. Het zuiden, met klei en kalk in de bodem, is gekend voor zijn uiterst krachtige wijnen.
Ook Faugères is een afzonderlijke AOC (6500 ha) in de buurt van Béziers maar wat hoger gelegen en zou dus daardoor wat meer finesse moeten geven.
Coteaux du Languedoc, Saint-Saturnin 1998, Cave des Vignerons.
De goed gevulde kleur van het jaar en een zachte neus met diepte en finesse. Evenwichtige smaak met een structuur van rijpe tannines. Gespierde wijn die past bij ernstige gerechten. Een type. (GB: 105 fr.).
Château Vermeil, Costières de Nîmes 1998.
Grote kleur zoals de Faugères Delauné maar met wat minder spanning: een bredere meniscus tegen de glaswand. Fijne neus van vooral syrah en een soepele, geknoopte, evenwichtige smaak, niet de supergrote lengte maar wel erg lekker. Kan passen bij de ernstige tafel. (GB: 129 fr.).
Château St-Louis la Perdrix, Costières de Nîmes 1998.
Goede kleur met een frisse nuance en erbij een toon van zachte rijpheid; fijne syrah neus. De smaak zet soepel aan maar toont wat naijlend bitter op het einde. Koel drinken in de tuin. (GB: 119 fr.).
Château Saint-Nazaire, Saint-Chinian 1998, mise Delhaize.
De goede kleur van het jaar met een accent van frisheid; ronde maar ook elegante neus met finesse maar nauwelijks onderbouw. Smaak met elegantie maar zeker niet dun. Zomerwijn. (Delhaize: 125 fr.).
Côtes du Lubéron 1998, mise GB.
De goede donkere kleur van het jaar en een mooie neus van syrah. Soepele en gevulde smaak zoals van goede Rhône maar iets kort. Zomerwijn. (GB: 99 fr.).
Domaine de Cauvy, Faugères 1998, mise Colruyt.
Lichte rosékleur, past niet in de reeks van het grote jaar. Dunne neus en simpele naakte alcoholsmaak. Past niet in het jaar maar past eigenlijk nergens. (Colruyt: 88 fr.)
Domaine de Delauné, Faugères 1998.
Heel mooie diepe en donkere inktachtige kleur met grote spanning, wat te zien is aan een heel smalle meniscus tegen de glaswand. Statige neus met diepte en onderbouw, niet van het fruitbom-type. Soepele maar toch gestructureerde smaak met goede rijpe tannines en goede lengte. Een trouvaille. (GB: 115 fr.)
Volgende aflevering in Weekend Knack van 13 oktober: Merlot.
HERWIG VAN HOVE
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier