Wijn
Eenvoudige, lekkere wijnen, die geen pijn doen in de portemonnee. Daar willen we het om de veertien dagen over hebben in deze rubriek. Château Simple, wijn voor beginners, die ook de kenners wel bevalt. Deze week: Beaujolais Villages.
Beaujolais wordt gemaakt van de gamay-druif die alleen in de Beaujolais-streek een redelijke wijn zou opleveren. In het nabijgelegen Bourgogne is ze zelfs voor wijn verboden: de rendementen zijn te hoog en de smaak wordt als vulgair ervaren. Gamay is zoiets als trebbiano of colombard in de witte. Deze druivensoorten worden uit de ernstige AOC-wijnen geweerd omdat ze niet ‘edel’ genoeg zijn. De AOC-regels dateren echter van 50 jaar geleden toen er nog geen sprake was van het koelen van gistingskuipen of van ‘juiste’ rijpheid, en toen oxidatie nog bijna onvermijdelijk was.
In die tijd dacht men dat zuurheid verantwoordelijk was voor de bewaarkwaliteiten van grote wijn. Nu weet men dat structuur, rijpe tannines en evenwicht nodig zijn voor bewaarpotentieel. Nu kan men ook van die uitgestoten druivensoorten wijnen maken die best fruitig zijn en niet geoxideerd. Ook de wat simpele gamay is door een moderne techniek gered: de gisting onder koolzuur ( macération carbonique). Hele druifjes gaan zuurstofloos, ‘onder koolzuur’, in de gistkuip en binnen de druifjes vormt een enzymatisch proces wat alcohol en vooral veel aroma’s van jong fruit. En zo belanden we bij de Beaujolais Primeur.
Deze ‘redding’ is echter haar doel ver voorbijgeschoten. De gisting onder koolzuur bevordert immers de ontwikkeling van exuberant fruit, maar om dat fruit enigszins stabiel in de fles te krijgen, moet er geforceerd worden (via steriliserende thermovinificatie, snelle extractie en stevig filteren). Daardoor heeft de Beaujolais Primeur zich ver verwijderd van wijn en hoort hij eerder thuis in de categorie ‘flauwe alcoholische fruitsappen’.
In principe is Beaujolais Villages van vandaag een ‘normale’ wijn zonder koolzuurgisting. In werkelijkheid is koolzuurgisting veel meer verspreid dan men gewoonlijk wil toegeven. Overal ter wereld waar wijn wordt gemaakt, worden de druiven, voor ze de gistkuip ingaan, gekneusd om het sap en het vruchtvlees vrij te zetten voor de gist. Dit kneuzen verloopt via een rollensysteem waarbij de rollen op een bepaalde afstand van elkaar worden ingesteld. Het is bijna overal de gewoonte, ook in de grote Bordelese châteaus, om deze afstand nogal ruim te nemen. Zo komt er een substantieel gedeelte van de druifjes ongekneusd in de gistende massa. Elk ‘heel’ druifje fungeert dan als een kleine eenheid onder koolzuur en de latere wijn wint erbij aan fruit. Men spreekt dan wel eens van mini macération carbonique.
Beaujolais Villages 1998
Redelijke kleurconcentratie maar zeker niets meer, met een nuance van jong naar het purper toe; de neus toont na hevig walsen een zweem van aardbeien; de smaak is dun van concentratie en van textuur. Geen enkele allure. Non-wijn. (GB: 159 fr.)
Beaujolais Villages 1996
Geëvoleerde en veel te lichte kleur, bijna rosé; uiterst dunne neus van ontwikkelde wijn; in de mond komt een alcoholnoot die aangenaam aanzet maar dan helemaal wegvalt, geen concentratie en zeker geen spoor van onderbouw: een niet-wijn. (Colruyt: 215 fr.)
Beaujolais Villages 1998
Redelijke kleur met een jonge nuance van licht purper; heel discrete neus met een verre hint van zacht fruit na hevig opschudden; alcoholaanspraak in de mond en naijlende alcohol op het einde. Non-wijn. (Delhaize: 185 fr.)
Deze wijnen zijn volkomen oninteressant: te licht voor de tuin, te ijl voor de barbecue, te prikkelend voor de dorst: geen enkele functie. Ondraaglijk licht.
Volgende aflevering in Weekend Knack van 26 mei: rode Loire-wijn.
HERWIG VAN HOVE
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier