wijn
Eenvoudige, lekkere wijnen, die geen pijn doen in de portemonnee. Daar willen we het om de veertien dagen over hebben in deze rubriek. Château Simple, wijn voor beginners, die ook de kenners wel bevalt. Deze week: zomersauvignon.
Na chardonnay is sauvignon de meest trendy druivensoort ter wereld. De wijn is dorstlessend door zijn frisse zuurheid en is gemakkelijk te herkennen aan zijn karakteristieke smaken en geuren. Deze herkenbaarheid wekt vertrouwen bij de verbruikers want het geeft een gevoel van “thuis komen”.
De dorstlessende eigenschappen van fris zuur zijn niet tot wijn beperkt, men vindt ze ook in zure bieren, zoals geuze en het Waalse Saison, die vooral in de zomer worden gedronken. Tegen de winter aan verandert het Saisonbier door evolutie op fles en wordt het meer trappistachtig zodat het beter past bij de brandende open haarden.
De vegetatieve cyclus van sauvignondruiven is vrij kort en daarom kunnen ze haast overal gedijen en rijpen. Het fijne zuur ontwikkelt zich echter maar als de rijping voldoende traag kan verlopen en dit veronderstelt koele nachten. Zo komt het dat sauvignon beperkt is tot de gematigde streken zoals het Loiregebied of Nieuw-Zeeland, in de warmere gebieden wordt hij dan gewoonlijk aangeplant op hoger gelegen percelen.
Het zure van sauvignon is te vergelijken met dat van een fijne rijpe zure appel: het is volsmakend én fris tintelend. Maar het is ook zeer oxidatiegevoelig: een doorgesneden appel wordt zeer snel bruin. Daarom is sauvignonwijn maar echt in de lift gekomen vanaf het ogenblik dat het nodige keldergerief om zuurstofvrij te kunnen werken beschikbaar werd. Vooral gekoelde gistingstanks voorafgegaan door een zekere tijd van schilcontact en een algemene kelderhygiëne hebben het waarachtig fris zuur karakter van sauvignon tot in de fles gebracht.
Zo komt het ook dat sauvignon bij verouderen haast altijd van zijn kwaliteit verliest. Hij wordt best jong gedronken en nog liefst het jaar na de oogst. Een wat uit de hand gelopen wereldwijd enthousiasme voor het eiken vat heeft ook bij sauvignonwijn toegeslagen. Men spreekt dan – vooral in Californië en Zuid-Afrika – van fumé blanc, wat niet veel meer is dan een soort sauvignon-thee met gerookte smaken.
Het rijpheidsniveau is bij sauvignon determinerend voor het type. Zelfs bij lichte overrijpheid komen onmiddellijk geuren en smaken van tropisch fruit zoals mango, granaatappel en kiwi naar boven. Oogst men iets vroeger, dan komen er citrus-achtige geuren van limoen met een duidelijk mineraal stenig karakter. Op dit niveau is sauvignon zelfs wat terroir-gebonden. Oogst men voor de fysiologische rijpheid, dan wordt de wijn vegetaal groen en gras-achtig met de gevreesde toets van wat men in het Frans pipi de chat noemt.
De ideale sauvignonwijn heeft wat van de drie types en wordt oordeelkundig samen geblend. De wijn wordt er breedsmakend van en krijgt schouders waardoor hij ook aan tafel kan gedronken worden. De dure Nieuw-Zeelandse sauvignonwijnen, die vooral door de Engelse pers naar omhoog werden geschreven, is meestal van het stugge onrijpe type. Weliswaar indrukwekkend, maar eigenlijk niet evenwichtig.
We kopen in drie supermarkten telkens drie verschillende sauvignonwijnen en proeven:
California Sauvignon Blanc 1996, Nathanson Creek.
Bleke kleur met zelfs een licht gele nuance en een neus met haast enkel zware aroma’s. De smaak is zoeterig gewichtig en helemaal niet dorstlessend. (Colruyt, 199 fr.)
South African Sauvignon 1997, Colruyt botteling.
Bleke kleur met zelfs wat roodverkleuring en een flauwe afgeronde neus die maar van heel ver aan sauvignon doet denken. Smaak met een redelijk goede zuurbalans, maar zonder finesse. (Colruyt 129 fr.)
Touraine 1997, Sauvignon sec, Colruyt botteling.
Bleekgele kleur en een puntige levendige sauvignonneus met een frisse smaak en mooi tintelend zuur. De beste van de drie. (Colruyt, 119 fr.)
Bordeaux Sauvignon 1997, Delhaize botteling.
Bleekgele kleur maar een neus van gras en onrijp. De smaak is muf, onrijp en simpel zuur. (Delhaize, 116 fr.)
Sauvignon 1997, Vino de Chile, Delhaize botteling.
Niet volkomen frisse kleur met een geel-rose nuance en een ronde weinig expressieve neus. Anonieme ongenuanceerde smaak met naijlend (bijgevoegd?) zuur. (Delhaize, 136 fr.)
Bergerac sec 1997, Ch. La Rayre, Delhaize botteling.
Bleekgele kleur en een mooie gave neus met puntigheid en rondeur samen. Goed gebouwde smaak met vulling en mooie zuurheid. Eenheid tussen rijp en fris. De beste van de drie. (Delhaize, 136 fr.)
Vin de Pays d’Oc 1996, Sauvignon.
Wat boterige vuile neus met oxidatietoetsen en overrijp, en een zure anonieme licht geoxideerde smaak. (GB, 109 fr.)
California Sauvignon Blanc 1996, Gallo.
Weinig expressieve neus met geuren van blonde tabak en een smaak met fumé en naijlend zuur. (GB, 179 fr.)
Touraine 1977, Sauvignon sec.
Gevulde en gestrekte neus met een accent op rondeur maar toch elegant. Elegante smaak, licht en rijp. Goed evenwicht, de beste van de drie. (GB, 121 fr.)
Volgende aflvering in Weekend Knack van 10 juni: zomerrosé.
HERWIG VAN HOVE
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier