Welkom in Gods donkere kamer

Op 29 februari start in Bozar ‘Iceland on the Edge’ : drie maanden lang strijkt het A-team van de IJslandse kunstenaars neer in Brussel. Onder het motto “IJsland is warmer dan u denkt”. Geef ze eens ongelijk.

Aan welke drie woorden doet IJsland u denken ?” Die vraag stelden de bazen van Bozar aan Frederik Vandewiele toen hij kwam solliciteren voor de job van festivaldirecteur. Vandewiele antwoordde : “Sneeuw, bomen en iglo’s.”

Hij kreeg de job, maar het was alle drie fout. In IJsland valt nauwelijks een vlok sneeuw en er staat geen boom die naam waardig. Laat staan een iglo.

Toch was zijn antwoord veelzeggend. IJsland is met stip het meest onbekende land van Europa.

De promojongens doen nochtans hun best. Er wordt een fortuin geïnvesteerd in IJslandpromotie. Alleen, ga er maar eens aanstaan : een land promoten dat ergens in het midden van de oceaan ligt. En dat dan nog ijs-land heet. Een van de slogans waarmee ze het proberen is ” Iceland, warmer than you think.” Met allerlei statistieken proberen ze aan te tonen dat het nog meevalt, de temperatuur. ” Bijna even warm als in New York.” Het heeft iets ontroerends en wanhopigs tegelijkertijd.

Het is echt een land on the edge, IJsland. Een land voor branieschoppers en nostalgici : alsof je er terug naar de oertijd gekatapulteerd wordt en weer even in Gods donkere kamer mag ronddolen. Hier wonen is tot het uiterste gaan. Dat is ook te zien aan de IJslanders. Ze zijn met niet veel, amper 300.000. Maar ze lijken allemaal op elkaar : hard, blond, mooi. En ’t zijn sloeries : iedereen doet het met iedereen. Althans, volgens een recente enquête van condoomfabrikant Durex.

Volgens onze eigen bevindingen zijn het vooral kunstenaars. Er zijn in IJsland 9000 muziekscholen, 400 orkesten en honderden rockbands. IJsland is het land van Björk en Sigur Ros, maar het wordt stilaan het kunstlab van Europa. Dat is ook de programmatoren van AB en Bozar opgevallen. En daarom nodigen ze de komende maanden het A-team van de IJslandse kunstenaars uit in Brussel.

Wie zeker komt, is Baltasar Kormákur (met onder meer een theaterbewerking van Hendrik Ibsens klassieker Peer Gynt en de film 101 Reykjavik).

Er is de laatste jaren veel veranderd in IJsland, zegt hij. “Toen ik opgroeide, vond ik het hier saai. Akkoord, de natuur was onwaarschijnlijk mooi. Maar de spannende dingen gebeurden in New York of Londen. Maar daar geraakte je niet. Het vliegtuig was te duur en zwemmen was te veel gevraagd. En dus begonnen we zelf dingen te maken. Op overheidssteun hoefden we niet te rekenen, alleen op onszelf.”

En op de alcohol, die nog maar twintig jaar geschonken mag worden in cafés. “Dat was een bevrijding”, zegt Kormákur. “Het was alsof onze Berlijnse Muur gesloopt werd. ’s Avonds laat op café begonnen zich in hoofden de eerste groepjes te vormen. En theaterstukken. Heel veel theaterstukken.”

Het was het begin van de culturele hausse, van het kunstlab IJsland.

Dat zegt ook Katrin Hall, die aan het hoofd staat van de Iceland Dance Company . “Het voordeel van met weinig te zijn is dat iedereen elkaar kent. En iedereen elkaar ook beïnvloedt. Bijna niemand is alleen muzikant. Of alleen danser. Of alleen acteur. De meesten zijn dat allemaal tegelijk.”

“Er heerst een grote verbondenheid. Misschien komt dat door de taal : er spreken maar 300.000 mensen IJslands. Maar vooral omdat we hetzelfde lot delen : we zijn allemaal geboren in een vreemd land. En we voelen allemaal dezelfde drang om dat vreemde land te vertalen in kunst.”

Over vijf jaar antwoordt iedereen op de vraag “Aan wat doet IJsland u denken ?” met de woorden : “Kunst. Heet. Hot.”

‘Iceland on the edge’, van 27 februari tot 15 juni.

Info : www.bozar.be en www.abconcerts.be

Door Stijn Tormans I Foto’s Wouter Van Vaerenbergh

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content