Vrienden moeten mij uitdagen

Sonja Verbeken (40) is zeer op haar vrijheid gesteld. Als hoofdgriffier op een vredegerecht krijgt ze te maken met kleinmenselijkheid, ellende en oneerlijkheid. Ze probeert ieder mens onbevangen en met respect tegemoet te treden. Maar in de vriendschap is ze selectief en veeleisend.

Kinderen heb ik niet, in de relatie met mijn ex-man heb ik dat steeds afgehouden. Ik wou nog carrière maken en hij had een drukke, onregelmatige job. Ik vreesde, misschien onterecht, dat de opvoeding van kinderen grotendeels mijn verantwoordelijkheid zou worden en dat vond ik allerminst aanlokkelijk. Ik zag de sleur al voor me. Toch hielden we van kinderen. Het kan dat het later als een gemis zal voelen. Nu beleef ik veel plezier aan Lise en Anne, mijn oogappels, de dochters van mijn zus Helga. Zij is drie jaar ouder dan ik en totaal verschillend. Als nachtverpleegster is ze altijd bezig met zorgen, ook voor haar man en haar kinderen, altijd vol verbouwplannen voor haar huis ook. Ik leef liever van de ene dag in de andere, zie wel wat er komt. Ik hou van luxe, ga graag op restaurant, ben dol op reizen, heb een passie voor mooie schoenen. En toch ben ik niet echt gehecht aan het materiële.”

“Mijn werk is het gezin dat ik niet heb. Sinds 2006 ben ik hoofdgriffier bij het vredegerecht in Boom. Ik wil mijn werk zo goed mogelijk doen, het de vrederechter en mijn collega’s naar de zin maken. Geen studiedag is mij te veel. Als hoofdgriffier organiseer ik het werk op de griffie van het vredegerecht, daarbij vind ik overleg belangrijk. Wij zijn hoe langer hoe meer tussenpersoon tussen de rechtzoekende en de rechter, vooral in zaken van familierecht. Er gaat veel energie naar menselijk contact, want men wil ook wel eens zijn emoties bij je kwijt. Dat maakt de job gevarieerd, soms onvoorspelbaar, maar vooral boeiend.”

“Ik ben getrouwd in 1991, ik was 24. We gingen in het appartement van mijn man wonen. Het leven in de stad was voor mij, bleuke van de buiten, in het begin een openbaring. Ik voelde mij aanvankelijk alle dagen op vakantie. Mijn geluk bleef niet duren. Mijn man, met zijn onregelmatige uren, was ook een gezellig plakijzer. Ik was vaak alleen en op de duur deed ik ook mijn zin. Vier avonden per week volgde ik een opleiding juweelontwerpen aan de academie. Wanneer ik ’s avonds thuiskwam, was het appartement meestal leeg. Langzaam maar zeker gingen we naast in plaats van met elkaar leven.”

“Nu neem ik genoegen met een goede latrelatie. Met Vic, mijn vriend sinds een aantal jaren, is de verhouding helemaal anders. Hij behoorde al tot mijn vriendenkring en steunde mij door dik en dun in moeilijke tijden. Iedereen zag ons meteen als een koppel, maar zo voelde dat niet voor mij. Daardoor was het in het begin een wat kinderachtige knipperlichtrelatie. Mijn vrijheid was heilig, ik wou niet dat iemand nog beslag op me legde. Met de jaren ben ik naar hem toe gegroeid. Nu wil ik hem voor geen geld meer missen. Vic is een goed mens, mijn beste maat, mijn steun en toeverlaat.”

“We brengen meestal de weekends samen door, daar voel ik me goed bij. Ik heb het gevoel dat ik de leiding neem in deze relatie, professioneel is hij het nochtans zeer gewend om het voortouw te nemen. Waarheen we op reis gaan, waar of wat we gaan eten, hoe we onze vrije tijd samen invullen… Hij verwacht dat ik beslis. Zorgen doe ik graag, maar het mag geen sleur worden. Bindingsangst speelt natuurlijk ook een rol. Tenslotte was ik getrouwd met de man die ik het liefst zag. Ooit zei ik tegen mijn moeder dat als hij zou sterven, ik het liefst ook dood zou gaan. De ontgoocheling om de breuk was dan ook enorm. Het is lang een gevoelig litteken gebleven.”

SCHOONHEID – LELIJKHEID

“Schoonheid is tijd nemen voor mooie momenten, mooie dingen, interessante mensen. Tijd nemen om bewust te kijken. De dromer in mij kan heel intens opgaan in ogenblikken of belevenissen, zelfs van jaren geleden. Wat ik op mijn harde schijf heb opgeslagen, zit voor altijd in mijn privéarchief.”

“In Rome heb ik mijn hart verloren. De jaarlijkse citytrip met mijn vriendin, daar kijk ik elke keer weer naar uit. Ik kan op een terras op de Piazza Navona zitten, naar de fontein van Bernini kijken en er mij helemaal in verliezen. Gemaakt door blote mensenhanden. Veel hedendaagse technologie en mechaniek verdwijnt daarnaast in het niets.”

“Ik was een verwoede golfster, maar de passie is over. Nochtans zagen sommigen mij als een natuurtalent. Ik vond het vooral plezierig om uren buiten te zijn op dat terrein bij mooi weer, in de natuur. Ik investeerde weinig in de sport en had toch een benijdenswaardige handicap bereikt. Dat is allemaal zo relatief, nu kan ik geen serieuze bal meer slaan. Het plezier is eraf. Heel af en toe neem ik een halfuurtje les. Mijn pro zegt : ‘ You’re only as good as your worst shot‘ en dat wil je niet zien, geloof me. Ik wil toch nog even volhouden.”

“Van joggen heb ik meer veel deugd tegenwoordig. Daar kan ik, samen met mijn zus, van genieten. Als we een uur gelopen heb, kunnen we alles aan. We babbelen onder het lopen waardoor onze band versterkt. Door het nuttige aan het aangename te koppelen zijn we meer één geworden in onze verscheidenheid. Ik leg de lat niet te hoog, misschien is dat wel het geheim van het plezier ? Hoewel, ik hoop toch eens de 10 miles van Antwerpen of de 20 km van Brussel mee te lopen, al heb ik niet de bedoeling om stelselmatig mijn grens te verleggen. Schoonheid zie ik ook in mensen die levensvreugde uitstralen, de optimisten die zichzelf vooral niet te veel au sérieux nemen.”

SCHOONHEID – LELIJKHEID

“In het verleden ben ik meerdere keren teleurgesteld in vriendschappen. Iemand die ik beschouwde als vriend had andere bedoelingen met mij. Ik vertrouwde hem, maar omdat ik hem moest teleurstellen heeft hij mij verraden. Verraad is laf, zwak. Een andere vriend kreeg een vaste relatie met een vrouw die mij als een bedreiging ervoer. De contacten verwaterden daardoor. Soms vraag ik mij af wat vriendschap voor mensen betekent ? Ik ben in ieder geval selectiever en voorzichtiger geworden. Misschien is het egoïstisch, maar of ik iemand nog in mijn leven toelaat, hangt af van het feit of hij of zij iets bij mij teweegbrengt. Ik moet mij goed voelen bij mensen, ze moeten mij uitdagen, mijn nieuwsgierigheid wekken.”

“Vrij recent heb ik het heel moeilijk gehad in mijn professionele leven door pesterijen en willekeur die mij en enkele collega’s het leven zuur maakten. Ik voelde me toen met een kluitje in het riet gestuurd. Ik verwachtte meer rechtvaardigheid in Justitie.”

“Gelukkig ben ik uit die situatie weggeraakt en werk ik nu onder veel betere omstandigheden. Al was het nieuwe begin ook niet gemakkelijk. Je bent slachtoffer, er hangt een negatief aureool om je heen en je wordt met argwaan bekeken. Ik ben iedereen in mijn nieuwe werkomgeving dankbaar voor de kans die ik kreeg om mezelf te bewijzen.”

WIJSHEID – DWAASHEID

“Ik vind zelfreflectie belangrijk. Je moet in de spiegel durven kijken. Je moet ook de moed hebben om terug te kijken naar het verleden. Als je structuur kunt brengen in je goede en slechte ervaringen kan dat een nieuw en positief perspectief creëren.”

“Ik probeer de wereld met een open geest tegemoet te treden. Daardoor heb ik veel respect gekregen voor de verscheidenheid in mensen. Soms is dat confronterend, maar meestal zeer verrijkend. Ik vind inhoud belangrijk : het doet er bij mij niet toe wie iets zegt, maar wel wat er wordt gezegd. De stem van ‘het werkvolk’ is vaak zoveel boeiender dan die van ‘de notabelen’ in het dorp.”

WIJSHEID – DWAASHEID

“Blind overtuigd zijn van het eigen gelijk vind ik dom. Net als de clichés die ik zo vaak hoorde toen ik nog in Borgerhout werkte : ‘Die vreemdelingen zijn luie profiteurs…’ Zulke uitspraken zijn bevoogdend, ze maken het individu ondergeschikt aan de groep. Dat beperkt het kritisch denken en de keuzevrijheid. Ik moet nog de eerste migrant tegenkomen met wie ik een probleem heb. Natuurlijk is er criminaliteit, maar als ik daar nog nooit het slachtoffer van ben geweest, moet ik dan meegaan in de angsthype ? Let wel : je moet niet zelf eerst slachtoffer geweest zijn om je in te leven in de toestand waarin iemand zich bevindt die dat jammer genoeg wel was. Het extreem linkse gedachtegoed deugt in mijn ogen net zo min als het extreem rechtse.”

“Mensen die alles op zijn beloop laten, voor alles rekenen op anderen en op die manier hun verantwoordelijkheid ontlopen, ergeren mij. Liegen kan ik echt niet uitstaan. Ik neem ook liever geen deel aan geroddel. Mensen moeten zich kunnen verdedigen.”

“Met traagheid heb ik ook een probleem : bij mij moet alles vooruitgaan. Mijn ongeduld is groot. Ik ben al boven aan de trap en mijn schoenen staan nog beneden. Dwaas !”

KRACHT – ZWAKTE

“Ik kom uit een modaal, maar warm nest. Mijn moeder was ambtenaar bij het ministerie van Financiën en mijn vader bediende bij Electrabel. De klassieke tweeverdieners. Ik was acht en mijn zus elf toen wij een huissleutel kregen en na schooltijd alleen thuisbleven. In de vakantie mochten we uitslapen, maar elke morgen lag er een handgeschreven lijstje van moeder met onze taken. Aardbeien plukken, aardappelen schillen, de kamers schoonmaken, zelfs af en toe de fietsen poetsen. Na lang aandringen mocht ik, toen ik acht was, naar de zwemclub maar enkel op voorwaarde dat ik er zelf raakte, op de fiets, ook ’s winters. Mijn ouders zijn lieve zorgzame mensen, ik zie ze doodgraag, ze waren er voor ons, maar ze legden ons niet in de watten. Dankzij hen ben ik een plantrekker, kan ik gemakkelijker tegenslagen aan. Ik probeer mij altijd te behelpen en oplossingen te zoeken, maar ik ben ook niet te beroerd om hulp te vragen als ik er niet alleen uit kom.”

“Ik besef heel goed dat wij in welvaart leven. Ik heb een vaste baan en inkomen, daardoor kan ik relatief comfortabel rondkomen. Door het toeval stond mijn wieg hier en niet op een plek met minder welvaart en beperkte vrijheden. Daardoor geniet ik het voorrecht een vrij mens te zijn, keuzes te kunnen maken en vrij te mogen denken.”

“Mensen die opgroeien in een maatschappij met minder vrijheden, zouden die eerder dan wij kracht zoeken in hun geloof, vraag ik me af . Onlangs las ik De vliegeraar van Khaled Hosseini en Het huis van de moskee van Kader Abdollah, twee boeken die met mij iets gedaan hebben. Ik besef nu beter dat we ook hier waakzaam moeten zijn voor de fundamentalistische strekking in de islam.”

“Omdat ik iets concreets wou doen voor wie minder kracht uit zijn opvoeding kon halen, voor wie minder welvaart heeft, heb ik mij opgegeven en een opleiding gevolgd als voogd voor ‘niet begeleide minderjarige vreemdelingen’. Dat zijn kinderen die hier aankomen zonder ouders, zonder papieren. Sinds september heb ik een eerste voogdij gekregen. Ik help en begeleid dat kind bij de formaliteiten rond asielaanvraag, bij het zoeken naar bijstand van een advocaat, ik zie toe op huisvesting en onderwijs, help familieleden opsporen en zoek mee naar een duurzame oplossing, hier of in het thuisland.”

KRACHT – ZWAKTE

“Soms betrap ik mijzelf op vooroordelen. Met mijn scherpe tong kwets ik al eens iemand. Van beide dingen heb ik achteraf spijt. De actie gaat vaak sneller dan het denken. Maar ik durf wel sorry te zeggen. Gelukkig gaan de scherpe kantjes er wat af met het ouder worden. Ik heb beter leren zwijgen, tegenwoordig ben ik soms zelfs blij dat ik mijn commentaar voor mezelf heb gehouden.”

“Orde in andermans zaken willen brengen is een obsessie van mij. Beroepsmisvorming misschien ? Ik zou bij wijze van spreken bij iemand anders ongenood de bibliotheek gaan ordenen. Wat natuurlijk vervelend kan zijn. Bij een vriendin heb ik ooit alle meubelen in haar huis verzet. Dat zou ik bij Vic niet moeten proberen. Hij is precies het tegenovergestelde, bij hem blijft alles eeuwig op dezelfde plaats staan. Onbegrijpelijk vind ik dat.”

Door Tessa Vermeiren I Foto’s Saskia Vanderstichele

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content