VOORZICHTIG OPTIMISME

HET WIJNJAAR 2010 IN TOSCANE WAS SLECHT. WAT DAT IN HET GLAS ZAL BRENGEN, IS ERG ONZEKER. VOOR DE JAREN DIE NU OP DE MARKT KOMEN, ZIJN DE MENINGEN VERDEELD. HERWIG VAN HOVE PROEFT CHIANTI 2009 EN 2008, VINO NOBILE 2008 EN BRUNELLO 2006.

Lente 2010, zelfs juni nog, was nat en koud in Toscane. De bloem- en vruchtzetting in de wijngaard liep wel vijftien dagen vertraging op. Juli, met mooie dagen, bracht een gedeeltelijk herstel van de achterstand, maar eind september werden de sangiovesedruiven voor chianti, vino nobile en brunello geoogst in regenachtige dagen. De hoeveelheid wijn zal vergeleken met 2009 tot tien procent minder bedragen en september heeft niet, zoals in 2008 en 2009, de kwaliteit enigszins kunnen opkrikken : het wijnjaar 2010 in Toscane is slecht. Ook de drastische maatregel van het Chianticonsortium die verplichtte om onder de DOCG ( Denominazione di Origine Controllata e Garantita) twintig procent minder te oogsten, bracht geen redding. De kwaliteit in het glas is dan ook volkomen afhankelijk van opbrengstbeperkende maatregelen, zoals het uitdunnen van het aantal trossen per wijnstok op het juiste moment.

Chianti Classico

Het chianti-jaar dat nu op de markt komt is 2009. Met zijn kurkdroge zomer is het klimaatprofiel vergelijkbaar met dat van 2008. Vooral in moeilijke jaren zoals 2009 en 2008 is het duidelijk dat sangiovese een veeleisende druivensoort is. Traditioneel wordt er dus altijd bijgemengd (tot 20 % van het geheel) met inheemse druivensoorten zoals canaiolo en colorino en/of met internationale soorten als cabernet, merlot en syrah. In de chianti classico zijn witte druivensoorten zoals trebbiano en malvasia voorgoed verdwenen en verboden. De ‘betere’ huizen kiezen vooral voor internationale soorten. Zo komt bij Castello di Brolio 10 procent cabernet en 10 procent merlot, bij Volpaia 5 procent merlot en 5 procent syrah.

Vino Nobile di Montepulciano

Het vino-nobilejaar dat nu op de markt komt is 2008. Sinds het excellente jaar 2007 is de (verwachte) kwaliteit van het erop volgende jaar gedaald. 2010 is wel het slechtste van de drie : nat en koud. De wijn van 2010 komt wel nog niet in het glas maar de klimaatgegevens zijn bekend. Gedurende het half jaar dat de wijnstok groeit (april-september) viel er 376 mm regen (198 mm in 2007). Bovendien waren de echt warme dagen (+30°) zeldzaam. Gemeten aan het alcoholgehalte van de jonge wijn, is het resultaat ernaar : in 2007 werd half september al 15,5 vol.- % gehaald, de drie erop volgende jaren haalde men begin oktober nauwelijks 14 vol.- %.

Maar hoe zit het met 2008 ? Met 274 mm regen gedurende de actieve periode van de wijnstok was het ook een relatief nat jaar, met zelfs veel regen tijdens de rijpingsmaanden (juli-augustus) en nog veel meer nattigheid tijdens de oogstmaanden (september-oktober). De druiven werden in de eerste helft van oktober, veertien dagen later dan in 2007 geoogst, met een potentieel alcoholgehalte van 14 % en een relatief hoge zuurheid (6 g/l), denk maar ‘onrijp’. In het officiële vintage rapport wordt dit : “Het extreem variabel weer over heel het jaar beïnvloedde het rijpingsproces, waardoor specifieke ingrepen in de wijngaard nodig waren om schimmels buiten te houden en onrijpe druiven weg te selecteren. Algemeen gesproken zijn de wijnen van 2008 nu al erg mooi om te drinken en hun frisheid laat een goede evolutie op fles vermoeden…”

Brunello di Montalcino

Elk brunellojaar wordt door een commissie van oenologen, aangesteld door het consortium, gewaardeerd met een aantal sterren. Het jaar 2010 kreeg het maximum van vijf sterren. We moeten dat echter wat relativeren want het is zowat als ‘moeders die hun eigen kinderen beoordelen’. Het jaar moest gered worden door een goede nazomer. Het was, zoals in de rest van Toscane, koud en nat begonnen, met problemen bij de bloemzetting, waardoor men 10 procent van het volume zou moeten inleveren. Volgens de vermaarde oenoloog Vittorio Fiore, die het Brunellogebied goed kent “werd de zomer gekenmerkt door stabiel weer met in augustus enkele koeltebrengende regenbuien. Tijdens de rijpingsperiode was het weer erg gunstig, waardoor een harmonieuze ontwikkeling van zoetheid en ‘fenolische’ componenten (bitterheid en kleur) kon tot stand komen.”

Ricardo Cotarella, adviserend oenoloog van veel prestigieuze wijndomeinen in Italië, heeft het over de wat vage Montalcino factor. Montalcino zou een van de zeldzame regio’s zijn in de wereld waar excellente en goed evoluerende wijnen gemaakt kunnen worden van één enkele druivensoort. Attilio Scienza, professor aan de landbouwfaculteit van de universiteit van Milaan, is explicieter : “Hoe komt het dat de niet zo gunstige weersomstandigheden van 2010 de hele oogst niet hebben vernietigd ? Het antwoord is eenvoudig : sangiovesewijngaarden vertonen een productieve vegetatieve balans die maakt dat de stress en de negatieve effecten van overdadige regen worden afgezwakt. Deze balans komt tot stand door diverse factoren zoals de afwatering en de doorlaatbaarheid van de bodem, de lage chemische vruchtbaarheid waardoor bladvorming wordt afgeremd en een groot temperatuurverschil tussen dag en nacht.” Dat geldt echter niet alleen voor sangiovesewijngaarden, maar voor alle druivensoorten. We zullen tot 2016 moeten wachten om te zien wat 2010 zegt in het glas.

Op de markt komt nu het jaar 2006. Het kreeg destijds ook vijf sterren, wat misschien ook overdreven is. Het komt op de markt op het ogenblik dat de ‘merlotcrisis’ uitgewoed is. Op aansturen van een groepje puristen is men strenger gaan optreden tegen toevoeging van merlot aan brunellowijn. Deze moet volgens de wet gemaakt zijn van 100 procent sangiovese. Die toevoegingen werden door het consortium gedoogd, maar de verantwoordelijken zijn nu administratief veroordeeld. Verder werden vele eigenaars, onder wie Banfi, verplicht om hun wijn tot het IGT-niveau te declasseren. Nu dit allemaal voorbij is zou 2006 wel eens het eerste jaar zonder merlot kunnen zijn.

Het officiële klimaatrapport van 2006 is wat verhullend : “Van april tot juni viel veel regen waardoor een substantiële vochtreserve werd opgebouwd voor de zomer. Juli was heet en zonnig, terwijl augustus minder warm was door meer bewolking en regen dan gemiddeld. De eerste helft van september was weer warm en zonnig, wat leidde tot een evenwichtige rijping. De rest van september was wat regenachtig maar erna kwam alles goed en kon de oogst beginnen.” Hieruit moeten we onthouden dat augustus tegenviel en dat de erop volgende rijping eerder marginaal was : een verloren maand augustus wordt nooit ingehaald.

De lijst van Belgische invoerders van Toscaanse wijn kan opgevraagd worden bij Martine Godefroid van het ICE : m.godefroid@ice.it

DOOR HERWIG VAN HOVE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content