Vintage-champagne 1996
Champagne is het resultaat van vakkundig mengen (blenden) van wel drie verschillende druivensoorten, overheen de oogstjaren en de percelen. Champagne wordt dan ook verhandeld onder een merknaam, eerder dan onder een appellation, en de grote firma’s beogen bij hun verbruikers gewenning en merktrouw. Daarom moet een merkchampagne jaar in jaar uit, tegen de natuurlijke gang van zaken in, een constante smaak vertonen. Om dat te bereiken, worden grote reserves van verschillende wijnen opgeslagen, wordt lange tijd op de gistrest gelagerd om wat versmelting te bekomen, en wordt zoveel mogelijk een constante aankooppolitiek van druiven aangehouden.
Gewone merkchampagne ( brut sans année of bsa) is dus een product van de commercie en het concept ervan onthult de (commerciële) opvattingen van het bedrijf. Zo heet Laurent-Perrier ?lichtvoetig?, en Bollinger bijvoorbeeld ?gedegen?.
Heel grote maar ook heel slechte jaren verstoren de continuïteit. De ijle dunne zuurheid van de slechte jaren kan nog vrij gemakkelijk worden bijgewerkt (suiker), maar de grote volmondigheid van excellente jaren valt moeilijker in te passen in een gestandardiseerd smaaklandschap. Daar heeft de champagnewereld echter iets op gevonden : de gejaarmerkte champagne ( champagne millésimé). Te goede partijen wijn uit te goede jaren worden onvermengd en onversneden op de markt gebracht met het desbetreffende jaartal op het etiket. Vintage-champagne is dus altijd interessanter dan de anonieme bsa’s van hetzelfde merk. Eigenheid en persoonlijkheid van het natuurproduct worden beter gerespecteerd.
Alain Terrier, de onvolprezen blender van Laurent-Perrier, nodigde onlangs een bevoorrecht gezelschap uit om de stille, nog niet gechampagniseerde en nog altijd onvermengde wijnen van 1996 te proeven. De druivenoogst van ’96 in de champagnestreek was gekenmerkt door een zeer snelle finale rijping in augustus : het zoetgehalte per liter sap steeg met 25 g suiker per week en dat bij behoud van zuurheid. De champagneblenders verlangen eigenlijk ?partiële? wijn ofwel mineraal zuur, ofwel zwaar rijp , omdat men met dergelijke wijnen een blend kan bijsturen en bijwerken. Welnu, sommige 1996-wijnen, o.m. chardonnay uit Mesnil en pinot noir uit Bouzy, smaken helemaal niet eenzijdig maar integendeel erg volledig : flinke frisse zuurheid, met bovendien een onderbouw van rijpheid in geur en smaak. Dergelijke wijnen zijn voldoende complex om op zichzelf gechampagniseerd te worden, het zijn ideale vintage-wijnen.
Het jaar ’96 zal dan ook vrij algemeen als millésimé worden uitgeroepen. De meeste grote merken zullen excellente partijen wijn hebben die in de grote bsa-plas niet kunen worden ingepast : een waardig begin van de volgende eeuw.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier