(V)echtgenoten
Aan turbulentie geen gebrek in de relatie van Zita (42) en Peter (44). Maar ook al zijn ze totaal verschillend van karakter en laaien de emoties soms hoog op, een leven zonder elkaar kunnen ze zich na vijftien jaar samen niet meer voorstellen.
Zij
Niemand kan mij zo kwaad krijgen als Peter. Raar eigenlijk, want op het werk en met mijn vriendinnen zal ik alle moeite doen om conflicten uit de weg te gaan. Nu ja, liever extreme gevoelens dan onverschilligheid, denk ik dan maar. Eigenlijk liep het bij de kennismaking al mis. Ik kon aan de slag als copywriter en kaapte meteen een opdracht weg waarop Peter, die al langer bij het bedrijf werkte, zijn zinnen gezet had. Wat een hork dacht ik, want hij stak zijn ergernis niet onder stoelen of banken. Maar hoe beter we elkaar leerden kennen, hoe duidelijker het werd dat we allebei hetzelfde gevoel voor humor hebben. Uiteindelijk was er toch nog sprake van een soort coup de foudre. Ik weet nog precies hoe ik tijdens een vergadering naar hem zat te kijken en ineens door een soort bliksemschicht getroffen werd, zoals in de stripverhalen. ‘Verdraaid, ik ben verliefd op die gast’.”
“Niet dat het toen meteen koek en ei was. Peter is van nature nogal terughoudend, er is echt een offensief van mijn kant nodig geweest om hem te ontdooien. En, nu ik erover nadenk, die strijd duurt nog altijd voort. Want een gemakkelijke man is hij bepaald niet. Telkens als ik denk : nu is er een doorbraak, nu heb ik hem echt bij zijn kladden, kruipt hij weer in zijn schulp. Misschien is het dat wel dat mij blijft boeien, het gevoel dat ik hem nooit helemaal kan inpalmen. Dat en zijn extreme intelligentie : in vergelijking met hem vind ik andere mannen saai en traag van begrip.”
“En de seks : ook al zit het voor de rest grondig scheef tussen ons, in bed weten we elkaar altijd te vinden. Wat ook een groot verschil maakt, is dat we niet meer op hetzelfde bedrijf werken. De competitiegeest die vroeger tussen ons bestond, dat was echt niet gezond. Eén keer zijn we na een hoogoplopende ruzie zes weken uit elkaar geweest : dood- en doodongelukkig was ik, zo erg dat ik er fysiek onderdoor ging. En toen we elkaar toevallig tegen het lijf liepen, schrok ik ervan hoe slecht hij eruitzag. We kunnen niet zonder elkaar, zoveel is duidelijk.”
“Soms denk ik : wou hij nu maar één keer toegeven dat hij ongelijk had. Maar ach, ik ken ze onderhand wel, zijn kleine kantjes. En we hebben samen al zoveel meegemaakt : de dood van zijn ouders, financiële ups and downs, een zwaar auto-ongeval waarbij hij op een haar na aan de dood ontsnapte. Maar ook mooie dingen natuurlijk : schitterende vakanties, het huis dat we samen opknapten en waar we ons zo goed in voelen. Die gedeelde geschiedenis zorgt voor een intimiteit die ik met iemand anders onmogelijk nog zou kunnen opbouwen. Heel demonstratief is Peter nooit geweest, maar soms is er een blik, een hand op mijn dij bij het inslapen en dan weet ik : ‘Hoe hard je soms ook je best doet om het te verstoppen, ik heb je door, jong, jij ziet mij graag’.”
Hij
Zita is een sterke vrouw, altijd geweest en ook nu weer. Waarom zou ik in hemelsnaam onze relatie uit de doeken willen doen in een blad ? Waarom moet alles per se uitgepraat worden ? Sommige potjes kun je maar beter gedekt houden, vind ik. Maar zij weet het dan weer zo te draaien dat ik er niet onderuit kan.”
“Ik geef toe dat ik in het begin een beetje bang was van haar. Zo’n aanwezig mens, zo meedogenloos verbaal. Nooit gedacht dat ze op iemand als ik zou vallen. Ook al omdat ze zo mooi is. Nu nog meer dan vroeger vind ik, het scherpe is er een beetje af.”
“Wat ik heel vermoeiend vond, was haar neiging om van alles een competitie te maken. Keer op keer willen bewijzen hoe goed ze wel was, alsof ik dat niet al lang wist. Gelukkig is dat nu minder geworden.”
“Tijdens ruzies kan ze een echte furie zijn, ongelooflijk hoeveel energie ze daar telkens weer in steekt. Terwijl ik heel sterk het gevoel heb dat we steeds dezelfde ruzie maken. Bij sommige dingen moet je je gewoon neerleggen, we hebben nu eenmaal elk ons karakter.”
“Een paar keer had ik echt het gevoel dat ze te ver was gegaan, dat er iets onherstelbaar kapot was tussen ons. Een man wil toch in zijn waardigheid gelaten worden. Dan wilde ik maar één ding : mij terugtrekken, met rust gelaten worden.”
“Maar binnen de kortste keren miste ik haar ongelooflijk. Ook al omdat zij de spil is van heel ons sociaal leven. Als je mij laat doen, hang ik ’s avonds voor de televisie of zit ik te lezen. Zij is het die avonden met vrienden organiseert, die weekendtrips plant of gezamenlijke projecten bedenkt. Als je geen kinderen hebt zoals wij, heb je dat nodig, dat heeft zij heel goed begrepen.”
“Die verbouwingen aan het huis, daar was ik in mijn eentje nooit aan begonnen. Zij is de dromer, zij sleept mij mee in haar enthousiasme. Daar komen dan slapeloze nachten van, maar intussen heb ik geleerd : wat wij samen aanpakken, komt op een of andere manier toch weer goed.”
“Wat ik ook geweldig apprecieer, is dat Zita op een ouderwetse manier gezelligheid creëert thuis : lekker eten, een goed glas erbij, kaarsen, mooie muziek. Noem mij een oude zak, maar ik ben daar heel gevoelig voor.”
“Maar als ik eerlijk ben : het liefst heb ik Zita als ze eens niet de straffe madam uithangt. Toen we vorige zomer na onze vakantie in Frankrijk de deur van het vakantiehuisje in de Tarn dichttrokken, stond ze te snotteren als een klein kind, omdat we het zo goed gehad hadden samen. Toen zag ik haar heel, heel graag.”
Liefde is een werkwoord.
In een veertiendaagse reeks brengen wij verslag uit over dit work in progress.
Fictieve namen beschermen de privacy.
Door Linda Asselbergs – Illustratie Sanny Winters
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier