In het septembernummer van Vanity Fair, het glossy magazine dat in grote stijl verhalen en roddels brengt over the rich and famous, wordt uitgepakt met een grappig dossier over it girls. Daarbij hebben ze het niet over IT’ers, de momenteel meest gezochte mensensoort in het bedrijfsleven. Nee, het gaat letterlijk vertaald om hét-meisjes. Deze dames – maar er bestaan evenveel it-heren – bezitten een kamervullende mix van sex-appeal, charisma en trendgevoeligheid. Kortom: ze hebben het. Het it-begrip zou bijna een eeuw geleden voor het eerst gebruikt zijn door Rudyard Kipling in het kortverhaal Mrs. Bathhurst. In de loop der jaren dook het it-woord af en toe op, telkens om andere maar soortgelijke girls te omschrijven. Want hoewel it per definitie met de tijd verandert, vormen schoonheid, beroemdheid en het liefst ook rijkdom de basisuitzet van het-meiden. In de moderne versie hoort daar zeker ook een trefzekere fashion sense bij.

Vanity Fair plaatst actrice Gwyneth Paltrow zonder concurrentie bovenaan de it-parade. Op het lijstje staat verder een zeer gemengd gezelschap: van AerinLauder (kleindochter van Estée), size model Sophie Dahl (kleindochter van Roald) tot Plum Sykes (overdag moderedactrice bij Vogue, ’s avonds feestbeest) en Patricia Herrera (dochter van ontwerpster Carolina). De internationale it-gemeenschap vult dezer dagen mode- en stijlbladen, internetsites en krantenbijlagen.

Hoewel ik voor de vuist kan zeggen dat Aerin Lauder een zwak heeft voor de naaldhakken van Manolo Blahnik of dat Kate Moss een vintage-adept is, zou ik toch niet graag correspondent voor België zijn van pakweg Vanity Fair. Natuurlijk, ik zou voor hen iets kunnen schrijven over de Limburgse Hannelore Knuts. Met eigenschappen als topmodel, rockstervriendinnetje en een even eigenzinnige als nonchalante kledingstijl heeft ze alles om in de hoogste it-liga te spelen. Ook Carolyn Lilipaly (mevrouw Koen Wauters) heeft het. Voorts beschikken Chantal Pattyn, Axelle Red en Sarah Bettens elk op hun eigen manier over een it-gehalte. Bij de mannen komen de namen Joost Zweegers, Peter van den Begin, Michael Pas en de broers Dewaele bovendrijven. Over een paar namen valt nog wel te discussiëren, want zoals u intussen begrepen hebt, is de toekenning van zo’n it-predikaat niet aan wetenschappelijke regels gebonden, maar aan een onuitgesproken en dus voor interpretatie vatbare consensus. Het is maar een tip: de vraag wie het heeft, is gegarandeerd goed voor geanimeerde gesprekken.

Maar ondanks de internationale uitstraling van de Belgische mode zit het hier slecht met het it-gehalte in het algemeen en de modecomponent ervan in het bijzonder. Brigitta Callens en andere babes kunnen, als ze meer dragen dan een bikini, best wat stylingadvies gebruiken (en dames die make-up! Gooi die pastelkleurige gloss de vuilnisbak in en gebruik eens een echte kleur). Ook de tv-zenders hier te lande ontsnappen niet aan een zekere tut-factor (en met van Dale aan onze kant kunnen we zeggen dat het woord tut ook van toepassing is op mannen).

Maar laten we constructief zijn. Met slechts een paar voorbeelden, want mijn restylinglijstje kan niet op deze pagina. Brigitta zou perfect staan zonder make-up en minder zonnebank in een paillettejurkje van Dries Van Noten, met een bontkraagje over de schouders. Joyce de Troch zie ik met zwier de overstap van tit-girl naar it-girl maken in een nochalant mannenpak van Ann Demeulemeester, loshangend en minder blond haar en een dieprode lippenstift. Van de tv-ladies (de mannen zijn stof voor een ander artikel) zou Sabine De Vos haar lange oorbellen moeten uitdoen, ze zou er zeker goed uitzien in een oversized rok en rolkraagtrui van Martin Margiela. Een fris patchworkjurkje van Dirk Van Saene lijkt me een idee voor Ingeborg.

Graag gedaan.

TRUI MOERKERKE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content