Tina Modotti

In 1942 overleed in Mexico Stad de legendarische fotografe en communistische militante Tina Modotti. Nog een laatste maal zorgde ze voor een schandaal: niet een hartaanval maar de stalinisten zouden haar hebben gedood. Na veertig jaar stilte is ze terug. De Mexicaanse Elena Poniatowska schreef over Modotti’s wilde leven een pas vertaalde roman.

In het immense Panteón de Dolores van Mexico Stad ligt het gebarsten graf van Tina Modotti. Ze werd 45 jaar. Haar profiel is met voorzichtige lijnen in de grijze steen getekend. Een vers van Pablo Neruda is haast helemaal weggevaagd door tijd en vergetelheid. Aan de voet van het graf staan verse bloemen, hoogstens één dag oud.

Elena Poniatowska is verrast wanneer ik haar over de bloemen vertel. “Wie zou ze daar gelegd hebben?”, vraagt ze zich af. Zelf probeert ze eens per maand het graf te bezoeken. Tina Modotti heeft immers tien jaar lang intens deel uitgemaakt van haar leven. “Ze was er altijd bij, op mijn reizen, toen ik las, studeerde, at en anderen tekort deed”, schrijft ze in het nawoord van Tinisima. “Tien jaar heb ik aan de roman besteed, jaren van onderzoek, lectuur, schrijven en schrappen. Maar ook van steeds nieuwe ontmoetingen met mensen in Mexico, Italië, Spanje, Frankrijk, Duitsland en de Verenigde Staten, die me over Tina hebben verteld. Voor hen heb ik dit boek geschreven”, voegt ze me er in haar huis in de koloniale artiestenwijk San Angel aan toe.

Tinisima verscheen in Mexico in augustus 1992, vier jaar voor de honderdste verjaardag van Tina Modotti’s geboortedatum, toen haar leven en werk bij het bredere publiek bekend raakte. Maar de eigenlijke aanzet tot de roman ligt in het begin van de jaren tachtig. “De Mexicaanse regisseur Gabriel Figueroa wilde een film maken over het leven van Tina Modotti en vroeg om het scenario te schrijven”, vertelt Poniatowska. “De film kwam er nooit, bij gebrek aan geld. Maar ik had ondertussen zoveel mensen geïnterviewd, allemaal hoogbejaarden die ondanks hun leeftijd en ziektes tijd voor mij hadden vrijgemaakt, dat ik niet wou dat dit materiaal verloren zou gaan. Dus schreef ik een roman.”

In 1981 had Poniatowska een doorslaggevend interview met de Italiaanse communist Vittorio Vidali, beroemd en berucht als comandante Carlos tijdens de Spaanse burgeroorlog. “Hij was de laatste levensgezel van Tina Modotti. Twee weken lang heeft hij mij over haar verteld. Met een zeker schuldgevoel, want hij had de dode Tina alleen in Mexico achtergelaten, in een graf van vijfde categorie, en was zelf definitief naar zijn geboorteland Italië teruggekeerd. Schuldgevoelens ook omdat hij Tina alleen als communistische militante had gekend, en haar nooit als artieste of fotografe had erkend. Van kunst begreep Vidali weinig. Het kon hem weinig schelen dat Tina haar camera en foto’s in Rusland achterliet toen ze beiden naar de Spaanse burgeroorlog werden gestuurd. Veel van die foto’s gingen verloren.

Pas na het lezen van Tina Modotti, a fragile life, een biografie door Mildred Constantine van begin jaren ’70, ontdekte Vidali aspecten van Modotti die hem tot dan toe onbekend waren. Misschien voelde hij zich toen medeverantwoordelijk voor de miskenning van haar, want enige tijd later publiceerde hij Tina Modotti, garibaldina y artista, een collectie van haar fotowerk. Rafael Carrillo, leider van de Mexicaanse KP en vriend van Vidali en Modotti, zei me dat indien Vidali zich niet had ingezet voor haar herwaardering, Tina Modotti ‘nog steeds de slaap der rechtvaardigen zou slapen’. Vrouwen, en zeker communistische vrouwen, hebben nooit veel erkenning genoten. Pas de laatste jaren worden enkelen, zoals zij, uit de vergetelheid gehaald. Met als gevolg dat er nu een hype rond haar persoon is ontstaan, zoals daarvoor ook al met Frida Kahlo is gebeurd.”

Net als Vidali was Tina Modotti afkomstig uit het Italiaanse Trieste, meer bepaald uit Udine. Honger maakte deel uit van haar kinderjaren. Tina’s vader was een socialistisch militant die in 1906 naar Amerika migreerde en aan de Westkust een succesrijk mechanicabedrijfje opzette. In 1913 kon Tina haar vader achterna reizen. De jaren daarvoor moest ze als oudste dochter in huis de armoede helpen dragen. Pas in 1920, veertien jaar na vaders vertrek, was de volledige familie herenigd in Little Italy in San Francisco.

Intussen was voor Tina de wereld opengegaan. Na een korte maar succesvolle carrière in het Italiaans theater werd ze door Hollywood opgemerkt. Ze huwde met de dichter-schilder Roubaix de l’Abrie Richey ofte Robo, en frequenteerde samen met hem het bohémienmilieu van San Francisco. Vrije liefde, kunst voor de kunst, oosterse mystiek en revolutionair utopisme waren de idealen waarrond artiesten en intellectuelen elkaar vonden. Robo raakte intens bevriend met de Mexicaanse dichter Robledo, op de vlucht voor de burgeroorlog in zijn land, en Tina raakte in de ban van de toen reeds gereputeerde fotograaf Edward Weston. Tina werd zijn model, zijn leerlinge en zijn minnares.

Eind 1921 reisden Weston en Tina naar Mexico, weg van de verstikkende kleinburgerlijke moraal, de Ku Klux Klan en de Prohobition act in de VS. In Mexico was net de Revolutie achter de rug en het land beleefde een indrukwekkende culturele renaissance. De begeesterende onderwijsminister Vasconcelos haalde artiesten en intellectuelen uit hun ballingsoorden terug, zette de muralisten Rivera, Orozco en Siquieros aan het werk, en startte met gratis, universeel onderwijs. Te midden van de sociale en politieke omwentelingen zou Mexico dankzij de kunst eindelijk zijn eigen identiteit ontdekken. Tina Modotti voelde zich er meteen thuis.

“Mexico herinnerde Tina aan Italië, aan haar kinderjaren in Udine”, vertelt Poniatowska. “Ze hield van de zachtaardigheid en de eenvoud van de mensen, van de schoonheid van de stad en het land. Ze ging naar de markten en genoot van al wat ze zag. Zelfs de manier waarop de marktkramers het fruit uitstalden, was voor haar een uiting van creativiteit. Tina raakte diep onder de indruk van de kunstzinnigheid van de armste Mexicanen.”

Het vereist enig zoekwerk om in Mexico Stad nog sporen van Modotti terug te vinden. El Buen Retiro, het huis waar ze de eerste maanden met Weston doorbracht, werd nooit gelokaliseerd. Nummer 42 in de Veracruz-straat, waarheen het koppel verhuisde om dichter bij het stadscentrum te wonen, bestaat nog wel en is momenteel een exclusieve antiekzaak. Hoewel het huis werd verbouwd, is een door Modotti gefotografeerde trap bewaard gebleven. Het lukt me echter niet om binnen te raken. De eigenaars zitten momenteel in Acapulco, vertelt de oppas me. Uiteindelijk vind ik Modotti in het museum van Dolores Olmeda in Xochimilco. Daar hangt werk van Diego Rivera waarvoor ze heeft geposeerd. Een eerste, eenvoudige houtskooltekening toont een jonge en kwetsbare Modotti. Haar zwarte haren zijn in een strenge dot op haar achterhoofd samengebonden. Haar oogleden zijn zwaar, de wenkbrauwen hoog opgetrokken, en haar ronde, kleine mond halfopen, in een moment van ontroering. Enkele zalen verder hangt een schets voor het fresco Tierra Fertil. De frêle Italiaanse is hier door Diego Rivera omgetekend tot een allegorie van de vruchtbaarheid. Ze ligt op haar rechterzijde, dikke zwarte haren bedekken haar ogen. Haar linkerhand rust op stevige heupen, de borsten zijn zwaar en de buik vol. In haar rechterhand omklemt ze een maïskolf.

Tina Modotti had er geen problemen mee om naakt te poseren. Ze rookte als een vent en droeg graag mannenkleren. Vaak was ze alleen op stap, en op feestjes liet ze zich de aandacht van vrienden welgevallen. “Tina beleefde haar vrouwelijkheid en haar vrijheid met een naar Mexicaanse normen aanstootgevende spontaniteit”, vertelt Poniatowska. “Ze leefde onder één dak met een getrouwde man, als minnaars, in een maatschappij waarin zelfs rebellen als Diego Rivera en Clemente Orozco officieel gehuwd waren. Nauwelijks was Weston naar de Verenigde Staten teruggekeerd, of Tina begon een relatie met haar communistische vriend Xavier Guerrero. Toen Guerrero naar Moskou werd geroepen, werd ze de minnares van de Cubaanse banneling Juan Antonio Mella. Toch was Tina niet promiscue. Ze was eerlijk en loyaal tegenover haar minnaars. Bovendien heeft ze slechts zes partners gehad. Zoeken veel vrouwen tegenwoordig niet langer voor ze de ware vinden? Maar in ogen van de Mexicaanse goegemeente was Tina Modotti een verdorven buitenlandse.” Die reputatie zal zich in 1929 met geweld tegen haar keren. Wanneer Mella wordt vermoord, beschuldigt de Mexicaanse pers Modotti van medeplichtigheid. Een nieuwe minnaar zou met haar medeweten zijn rivaal uit de weg hebben geruimd.

“De Mexicaanse goegemeente had schrik van Modotti’s levenswijze. Ze vreesde dat Mexicaanse vrouwen haar gedrag zouden nabootsen. Daarom werd Tina in vijf dagen tijd door de schandaalpers gesataniseerd en vernietigd. Alle intieme details van haar relatie werden bekendgemaakt. De kranten bemachtigden naaktfoto’s van haar en van Mella, en publiceerden fragmenten uit Mella’s dagboek. In een klap werd ook met Tina’s communistische vriendinnen afgerekend. Zij verwarden volgens de kranten het woord camarada met cama, bed. Deze roddelcampagne heeft Tina zwaar getekend. Ze is er nooit meer in geslaagd zich van het etiket van femme fatale te bevrijden. Zelfs Vittorio Vidali, haar laatste partner, zal haar vele jaren later verwijten een puta cara te zijn, een luxehoer.”

Maar dat was 1929. De jaren daarvoor was Mexico op de allereerste plaats het land waar Modotti openbloeide als fotografe. In ruil voor het leiden van de fotostudio gaf Edward Weston haar les.

“Tina Modotti was de allereerste, grote Mexicaanse fotografe”, zegt Elena Poniatowska. “En ik beschouw haar als een Mexicaanse fotografe omdat ze bijna al haar foto’s hier maakte: kinderen, Mexicaanse arbeiders, het dagelijkse leven. Bovendien gaf ze samen met Weston een totaal nieuwe wending aan de Mexicaanse fotografie, die tot dan toe zeer folkloristisch en verbloemend was. Armen werden niet gefotografeerd. Tina concentreerde zich op het gewone volk en op de populaire kunst van Mexico, textiel, speelgoed, poppen. Ze begon het esthetisme van Weston te combineren met een grote aandacht voor het sociale. Zo ontwikkelde ze haar unieke stijl. Op het einde van haar korte carrière als fotografe, toen ze voor de communistische krant El Machete werkte, raakte haar werk steeds meer verweven met de sociale strijd in Mexico. Ze maakte haar foto’s van boeren, palmhoeden, betogingen, en schonk Mexico zijn symbool van de revolutie: een compositie van sikkel, maïskolf en patroongordel.”

Maar Tina Modotti had het moeilijk om kunst en engagement te verzoenen. “Kunst of revolutie, het was voor Tina een dilemma, in tegenstelling tot Edward Weston, die op de allereerste plaats voor de kunst leefde”, vertelt Poniatowska, en ze citeert een brief van Modotti aan Weston: ” Ik kan het probleem van het leven niet oplossen door me te verliezen in het probleem van de kunst. Ik kan me niet van het leven losmaken om me volledig aan de kunst te wijden. Tina is immers altijd de dochter van arme, Italiaanse migranten gebleven. Ze voelde zich schuldig om als artieste te leven terwijl er rond haar zoveel armoede was.”

Mede daardoor groeide het koppel Weston-Modotti uiteen. In 1924 keerde Weston voor een korte periode naar de VS terug, in 1926 verliet hij Mexico en Tina definitief. Toch zou hij nog vier jaar Tina’s vertrouweling blijven, tot wanneer het politieke werk Tina dwong haar correspondentie op te geven. “Weston was de man met wie ze zich het meest identificeerde en naar wie ze de meeste brieven heeft geschreven. Ze had steeds de behoefte om met Weston over camera’s, fotografie en kunst te communiceren. Zelfs in 1930, toen ze al met Vidali was en de fotografie had opgegeven, schreef ze hem vanuit Moskou enkele brieven. Het waren de laatste. Weston was immers de enige man in Tina’s leven die haar een beroep had geleerd dat toeliet voor zichzelf in te staan. Hij heeft van Tina Modotti een fotografe gemaakt. En daarvoor is ze hem haar hele leven dankbaar geweest.”

Na het vertrek van Weston werkt Tina Modotti als fotografe nog uitsluitend voor de communistische krant El Machete. Haar nieuwe minnaar, Xavier Guerrero, had haar tot de partijdiscipline bekeerd. Die militante Modotti is in het Mexicaanse ministerie van Onderwijs te zien. Samen met Frida Kahlo deelt ze er wapens uit aan arbeiders en boeren. Over haar schouders kijken Juan Antonio Mella en Vittorio Vidali toe. El Arsenal, zo heet het fresco van Diego Rivera. Een groep schoolkinderen zit voor het schilderij op de grond en krijgt van hun juf te horen hoe de muralist via zijn muurschilderingen de klassenstrijd verkondigde.

In de Mexicaanse KP komt Modotti voor het eerst in contact met Vittorio Vidali. Vidali is een beroepsrevolutionair die met strikte richtlijnen uit Moskou de Mexicaanse communisten naar de orthodoxe strategie moet plooien. Grote indruk maakt ook Juan Antonio Mella, een Cubaanse rechtenstudent en communist, op de vlucht voor de doodseskaders van dictator Machado. Tina wordt verliefd, breekt met Guerrero, en begint een intense, passionele relatie met de zeven jaar jongere Mella. “De liefde voor Mella was misschien wel de meest absolute van haar leven”, zegt Poniatowska. “Toen Tina stierf, vond men op haar één enkele foto, een klein, ovalen pasfoto met in profiel het portret Juan Antonio Mella.”

Maar het was een korte relatie. Na drie maanden samen, op 20 januari 1929, werd Mella vermoord terwijl hij arm in arm met Tina naar huis wandelde. Volgens Poniatowska was de dood van Mella een dramatisch keerpunt in het leven van Tina. “We kunnen haar leven indelen in een voor en een na de moord op Mella. De aanslag betekende een radicale verandering, in de zin dat Tina toen beslistte zich volledig aan de politieke strijd te wijden. Ze dacht er zelfs aan om met Sandino in Nicaragua tegen de Amerikaanse bezetter te gaan strijden.”

Maar zover kwam het niet. Het Mexicaanse gerecht verdacht Tina Modotti van medeplichtigheid aan de moord, die als een passioneel drama werd beschouwd. Modotti werd vrijgesproken, maar in 1930 zette de Mexicaanse overheid, die zijn strijd tegen het communisme had opgevoerd, haar als ongewenste vreemdelinge het land uit. “De overheid paste artikel 33 van de Mexicaanse grondwet toe, dat buitenlanders verbiedt te interfereren in binnenlandse politiek. Maar in werkelijkheid werd Tina uitgewezen gewoon omdat ze een vreemdelinge was”, meent Poniatowska. “Er heerst in dit land heel wat xenofobie. En met haar levenswijze had Tina velen voor het hoofd gestoten.”

Modotti komt als bannelinge in Duitsland terecht, waar ze wordt opgevangen door Vittorio Vidali. Vanaf nu zal de Comintern haar achtereenvolgens in Duitsland, Moskou, Parijs en vooral tijdens de Spaanse burgeroorlog inzetten in de antifascistische strijd. Aan de fotografie had Modotti definitief verzaakt, na een carrière van amper zeven jaar. “Tina offerde in Duitsland de fotografie volledig op, ondanks het feit dat ze er altijd veel levensvreugde en energie uit had geput. Voortaan zou ze zich voltijds aan activiteiten wijden die, zo deden ze haar althans geloven, belangrijker waren: het opvangen van politieke vluchtelingen, spionage, paspoortensmokkel. Tina was uitermate geschikt voor die nieuwe taken. Ze was een onopvallende vrouw, ging discreet gekleed en sprak meerdere talen. Tina, die zeer vrij en spontaan was geweest en graag lachte, maakte zichzelf volledig ondergeschikt aan een zaak waarin niet alleen haar eigen leven maar ook dat van vele anderen voortdurend gevaar liep.”

In Moskou beginnen Tina Modotti en Vittorio Vidali een relatie die tot Tina’s dood zal standhouden, maar waarin volgens Elena Poniatowska de liefde al snel door de gewoonte wordt vervangen. “Volgens Vidali schoten ze goed met elkaar op. Ze begrepen elkaar. Vidali drukte erop dat Tina een heel gewone vrouw was die in Moskou in de rij stond om eten te kopen en in Spanje als verpleegster voor de gewonden zorgde. Maar in een interview gaf hij ook toe dat hij vele aspecten van Tina pas na haar dood ontdekte. Ze was voor hem een burcht met opgehaalde loopbrug, zei hij.”

Het verblijf in Moskou radicaliseert Modotti. Wanneer ze samen met Vidali naar Spanje wordt gestuurd, behoort ze binnen het diep verdeelde republikeinse kamp tot de stalinistische vleugel. Vidali is een fanatieke sovjetagent die met lugubere toewijding het hoger partijbelang dient. Modotti’s eigenlijke rol binnen het stalinistische apparaat is minder duidelijk. Ogenschijnlijk beperkte haar opdracht tijdens de Spaanse burgeroorlog zich tot een humanitaire taak binnen de Internationale Rode Hulp. Maar waarschijnlijk rapporteerde ze terzelfder tijd haar sovjetoversten over de ideologische zuiverheid van hun Spaanse bondgenoten.

Na de republikeinse nederlaag in de Spaanse burgeroorlog komen Tina en Vittorio opnieuw in Mexico terecht, waar de links-populistische president Cárdenas Tina’s vroegere uitwijzing ongedaan maakt. Toch verkiest Tina in Mexico haar valse naam te behouden. Ze vreest niet alleen voor een opflakkering van de vroegere schandalen, maar heeft hiervoor vooral politieke redenen. Veel van Tina’s vroegere Mexicaanse vrienden hebben immers gebroken met het sovjetcommunisme. Diego Rivera en Frida Kahlo steunen openlijk Trotsky, die door Stalin ter dood was veroordeeld en in Mexico asiel kreeg. Slechts enkele vertrouwelingen kenden Tina’s ware identiteit.

In de Doctor Balmis-straat vind ik het gebouw waar Tina Modotti haar laatste jaren doorbracht. Aan de overzijde ligt het Algemeen Hospitaal, waar ze na haar hartaanval werd heengebracht. Naast de centrale deur herinnert een gedenksteen aan de aardbeving van 1985. Maar verder gaat het geheugen van het okergele huis niet. De bewoners die ik aanspreek, hebben nooit van ene Modotti gehoord.

De stille straat, ver van het stadshart, het hospitaal, alles lijkt een metafoor voor Tina Modotti’s laatste levensjaren. Op 7 januari 1942 wordt de militante Modotti begraven. Maar als fotografe zal ze verderleven. Dat is althans de overtuiging van Elena Poniatowska. “Tina was een goede militante, een grote sociale strijdster die veel offers heeft gebracht. Maar zoals zij waren er veel, zeker tijdens de Spaanse burgeroorlog, toen bepaalde communistische vrouwen werkelijk heroïsch werden. Wat haar onderscheidt, is dat ze een uitzonderlijke fotografe was. En de beste jaren van haar leven, haar jaren van grootste creativiteit bracht ze van 1923 tot 1929 door in Mexico.”

Elena Poniatowska, Tinisima, Het leven van Tina Modotti, De Geus/Epo, 1998, 427 p., 998 fr.

Lieven Sioen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content