TELEFOONNUMMERS

Geert Zagers
Geert Zagers Journalist bij Knack Focus

Hypothetische situatie : u zit op een weinig bewoond eiland en uw gsm en bankkaart worden gestolen. Geen erg, zegt een lid van de lokale bevolking, ginder staat een telefooncel waar u kunt bellen om het thuisfront in te lichten. Haalt u dan opgelucht adem ?

Tien jaar geleden zei u wellicht ja, vandaag ligt dat al anders.

In mijn geval betekent het dat ik naar de ouders van mijn eerste lief zou moeten bellen. Naar hen, of naar de ouders van een vriendje uit het derde middelbaar die ik in geen tien jaar gezien heb. Het zijn namelijk de enige twee telefoonnummers die ik nog ken. Naar ik vermoed, zouden beiden raar opkijken als ik bel dat ik op een weinig bewoond eiland gsm en bankkaart ben kwijtgespeeld. Naar ik vermoed, zou ook mijn huidige lief er niet mee kunnen lachen.

De duivel, nochtans, is de ‘contactenlijst’ van mijn gsm. Ik bel naar namen, niet naar nummers. De meeste nummers heb ik exact één keer ingetikt : om ze in mijn gsm te zetten. De enige nummers die ik nog van buiten ken, zijn vaste nummers uit de tijd dat telefoons nog een draaischijf hadden.

Telefoonnummers onthouden we met een gsm, integralen berekenen we met een rekenmachine, spellen doen we met een spellingchecker, Facebook herinnert ons aan verjaardagen, een gps vervangt ons mentale stadsplan. En de volgende stap is al bezig. Ik merk dat mijn kennis van Europese hoofdsteden drastisch aan het inkrimpen is. Volgde er voorheen op “Vilnius ?” een prompt “Litouwen !”, dan durf ik nu al in een vragend “Letland ?” vervallen. Wikipedia heeft mijn brein verneukt. Waarom iets onthouden als je het in enkele seconden kunt opzoeken ? Erger nog : mensen die meer dan vijf steden van de Elfstedentocht kunnen opnoemen, verdenk ik stiekem van een autistische stoornis. Leeuwarden en Dokkum : oké. Maar waarom zou u hersencellen spenderen aan Sneek, IJlst, Workum én Hindeloopen ?

Ons geheugen outsourcet zich, en daarmee krimpt het belang van feitelijke kennis in. Toegegeven, het is een verontrustende gedachte dat ik in gsm-loze noodgevallen naar de ouders van mijn eerste lief zou moeten bellen. Maar tegelijk werkt het fascinerend. Wat gaan we namelijk allemaal doen met de vrijgekomen lege plekken in ons brein ? Gaat de wereld kapot aan collectieve domheid, zoals de immer optimistische babyboomers beweren ? Of gaan we met zijn allen – en er zijn neurowetenschappers die dat beweren – creatiever worden, sneller informatie kunnen verwerken en ons brein op een nieuwe manier structureren en gebruiken ? Kortom, staat er een generatie op met een soortement cognitief surplus ?

Wat er ook van komt, het lijkt me wijselijk het nummer van mijn lief in mijn handpalm te tatoeëren, Memento indachtig. Kwestie van op elke hypothetische situatie voorbereid te zijn.

Geert Zagers observeert en rapporteert vanuit de twilightzone tussen Generatie X en Z.

Geert Zagers

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content