Stillevens bij de vleet

Piet Swimberghe

In dit huis dient alles voor de streling van het oog. Waar je ook kijkt, zie je taferelen, zo uit een schilderij geplukt.

Piet Swimberghe / Foto’s : Jan Verlinde

JOHANNES VERMEER ZOU HET IN dit huisje, aan de rand van het Zoniënwoud, zeker naar zijn zin hebben gehad. Ik overdrijf natuurlijk om de schilderachtigheid van dit interieur in de verf te zetten. Maar toch, Vermeer had hier stellig zijn potlood en papier bovengehaald om details van de keuken te schetsen. Neem nu het rekje waarop beduimelde kookboekjes liggen, beschermd door een versleten kistje en wat houten plankjes. Ze zouden hier al eeuwen kunnen liggen. Samen met de achtergrond, een verbrokkelde houten wand, krijg je hier alle tonen van bruin te zien, van sepia tot sienna. Natuurlijk zou onze Delftse kunstschilder ook het licht in dit huis hebben geapprecieerd. Aan de noordkant, waar de keuken en de inkom zijn, valt zacht noorderlicht binnen. Het zorgt voor een kwetsbaar koloriet dat zich moeilijk door de camera laat vangen. In dit huis wordt spaarzaam met licht omgesprongen, dat heeft niets met zuinigheid te maken. Het viel me reeds op bij mijn eerste bezoek. Toen dacht ik dat er niemand thuis was, omdat je op straat nauwelijks licht ziet branden. ’s Avonds zorgen slechts enkele kaarsen voor een weinig klaarte. Kunstlicht wordt er amper gebruikt. Ook overdag is het niet zo klaar, de kleine ramen houden het meeste zonlicht buiten. Vermeer zou dat hoogst normaal hebben gevonden, want in zijn tijd was niemand gek van overdadig veel licht. Eeuwenlang waren de interieurs gedompeld in een bad van duisternis. Onaangenaam is dat niet voor wie intimiteit en geborgenheid op prijs stelt.

Een woning met zo’n gesloten karakter krijg je nog zelden te zien. De cesuur tussen buiten en binnen is heel tastbaar : de voordeur is de grens. Ook vroeger was dat zo. Van veel moderne huizen zijn grote delen van de gevels daarentegen van glas. Interieur en exterieur worden niet duidelijk van elkaar gescheiden. In hedendaagse woonkamers zit je door de grote ramen, met je voeten in de tuin. De ruimten zijn ook onderling met elkaar verweven, door het beperkt aantal binnendeuren. Hier is alles anders. De bewoners creëren een eiland voor zich alleen, ver weg van het leven op straat. Ze hebben het decor helemaal naar hun hand gezet. Dat valt meteen op bij het binnenkomen. De nauwe gang met amper plaats voor een persoon, is volgestouwd met laarzen en visgerei. Er zijn vislijnen en korven met oude dobbers, een mand met brandhout en blikken ontbijttrommels. Alles is klaar voor een uitstap. Op de tafel achter de deur liggen zelfs oude wegenkaarten van Michelin, waar je nu geen straat ver meer mee komt. Maar niets van dit fraais wordt nog gebruikt. De bewoners etaleren deze spullen, gewoon omdat ze tuk zijn op versleten gebruiksvoorwerpen.

Het kookhuis, naast de gang, is ongetwijfeld de belangrijkste kamer. Het is geen gewone keuken, maar een blokhut. ?Dit is het resultaat van een kinderdroom en jeugdherinneringen”, zegt de heer des huizes. ?Als kind droom je van een eigen hut in het bos, ver weg van de bewoonde wereld. Het doet me ook denken aan de keuken van het ouderlijke huis waarin ik als kind speelde, terwijl mijn moeder eten maakte. Een warme plek waar het heerlijk kon ruiken. We hebben trouwens geen dampkap. In huis mag je best ruiken wat er wordt klaargemaakt. Die geuren verrijken ook het patina van het meubilair, dat is mooi, zo zie je dat alles leeft.” De keuken wordt trouwens intensief gebruikt door zijn vrouw, die het liefst kookt met ouderwets keukengerei. De kasten steken vol gietijzeren potten, aarden schalen en blikken matrijzen uit grootmoeders tijd.

De bewoners staken enorm veel tijd en energie in de opsmuk. Ze hebben vrijwel alles zelf gemaakt. Als je zo’n persoonlijk interieur wil, heb je geen andere keuze. Ze konden bovendien niemand de opdracht geven, omdat ze aanvankelijk zelf niet wisten wat het zou worden of welke materialen aan te wenden. Bovendien zijn het bouwstoffen geworden waarmee geen enkele klassiek geschoolde vakman wil werken. Voor de muurbekleding viel de keuze op halve boomstammen en voor het plafond omgekeerde stukken parket, op de kop getikt bij een afbreker. Je moet er maar opkomen. Bekijk je het kookhuis in detail, dan sta je versteld van de originaliteit.

In plaats van tegels rond de watersteen, zijn er vierkante houten plaatjes op de muur gekleefd, eveneens afkomstig van oude planken. Bijna alles is recuperatie, zelfs de deuren van de kasten die mooi zijn geschilderd met natuurlijke mineraalverven. Aan de keuze van de materialen werd flink wat aandacht besteed. Alles werd simpel gehouden om de eenvoud van de woning te bewaren. Zo is de gootsteen een ruwe bak gehouwen in blauwe hardsteen uit Doornik, met daarboven een primitieve koperen kraan. Op de kast ligt een zinken blad.

Hier zie je geen marmer of kostbaar hout. En er zijn nauwelijks moderne snufjes. De apparatuur is beperkt maar uiterst degelijk. Zo is het fornuis wel van prima kwaliteit. Dat maakt de geloofwaardigheid uit van het decor. Achter deze rustieke schoonheid zit geen moderne keuken verborgen.

Dit artisanaal gecomponeerde interieur is een reactie op de moderne tijd. Beroepshalve worden de bewoners dagelijks geconfronteerd met moderne spitstechnologie. Hier zoeken ze een andere wereld op. Maar die is zo volkomen anders dat ze zich op maandag dubbel moeten inspannen om weer aan de slag te gaan. De stap van dit eiland naar het continent is groot. Er is ook een tijdsverschil. Daarmee bedoel ik dat in dit huis de klok erg langzaam tikt.

Het gehele decor straalt erg veel rust uit. Je voelt dat elke stap goed overwogen werd. Dat blijkt ook uit de rest van het interieur, dat niet zo voyant is als de keuken, maar ook heel persoonlijk is opgevat. Om het kleurenpalet niet te verstoren, werd niet enkel de zon buiten gelaten. Nergens vang je schreeuwerige tinten op. Daarom krijgen alle boeken van de bibliotheek een nieuwe kaft van neutraal blank papier. De titel wordt er met een ouderwets etiket op gekleefd, Alsof het om oude kostbare wijn gaat. Een beeldige oplossing, omdat de boeken bovendien gracieus zijn gestapeld. De nieuwe boeken zijn netjes horizontaal gerangschikt op planken. Maar de oude bandjes, die je het hele huis door tegenkomt, liggen overal in stapels. Zo wordt het haardvuur door twee torens van boeken geflankeerd. Prachtig. Er is niets schilderachtiger dan eeuwenoude leren bandjes. Ook boven de oude Spaanse provisiekast in de zithoek, liggen honderden antieke boekjes. Dit is de rijke oogst van jaren speurneuzen. De bewoners zoeken sinds lang naar antieke boeken. Vroeger telde je daar amper een paar honderd frank voor neer. Nu kost een aardige band snel duizend frank of meer. Dus groeit de verzameling iets minder vlug aan.

Boven is de woning nog intiemer opgevat. Er komt nauwelijks licht door de lage venstertjes binnen. In de kleine slaapkamer zorgt de drapering rond het bed voor een extra verdeling van de ruimte. Vooral de badkamer kreeg een uitzonderlijke afwerking. Hij lijkt wel op de natte cel van de Oriënt Express, want de wanden en het plafond zijn helemaal beschilderd met faux bois. Decoratieschilder Angèle Boddaert die het vak leerde in de vermaarde Brusselse school Van Der Kelen, kreeg de opdracht om alles met imitatie notelaar te beschilderen. Je zou nu zweren dat het om fineerhout gaat.

We vragen ons af hoe lang de bewoners van dit huis hier zullen wonen. Want wie een woning met zoveel geestdrift en talent aankleedt, heeft eenmaal ze is afgewerkt, beslist zin om te herbeginnen. Dat hebben de bewoners ook. Ze willen ooit een ander pand aanpakken, liefst een echt oud huis dat door de tand des tijds is getekend. Hoe meer slijtage hoe beter. ?Om helemaal terug te kunnen stappen in het verleden,” verklaart de heer des huizes, ?bij voorkeur in de tijd van Brouwer en Van Ostade, die prachtige herberginterieurs hebben gepenseeld. Ik hou enorm veel van dit soort duistere zichten met veel sfeer.”

Zicht dwars door de woning, van de eethoek naar de zitkamer. Let op de wit gekafte boeken in de bibliotheek.

In de badkamer (boven) stap je in de Oriënt Express ; de wanden en het plafond zijn beschilderd met faux bois. Omdat de bewoners gek zijn op al wat versleten is, bouwden ze een keuken (foto’s links) zonder franjes, maar met doorleefde materialen.

De keuken is net een antieke blokhut die helemaal uitgedost is met recuperatiemateriaal.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content