STEPHAN VANFLETEREN

© DIEGO FRANSSENS

Fotograaf

De kuststreek is mijn natuurlijke biotoop. Ik ben opgegroeid in Oostduinkerke, waar mijn ouders een tennisclub hadden, en nu woon ik met mijn gezin in Veurne : plekken die me herinneren aan mijn plaats in de wereld. Eb en vloed, de stand van de maan en de sterren, de duinen die jaar na jaar opschuiven : zulke ijkpunten biedt de grootstad niet. De natuur volgt helemaal haar eigen ritme.

Mensen onthouden vaak de melancholie en nostalgie in mijn werk. Nochtans spreekt uit veel portretten ook levenslust en humor, want een spontane schaterlach raakt me net zozeer als het getekende gezicht van een oudere man. Die dualiteit ben ik ten voeten uit : het ene moment denk ik na over het leven en de dingen die voorbijgaan, op het zwaarmoedige af, en even later ben ik de gangmaker die de boel op stelten zet. Het mooie aan dit vak is de afwisseling : heb ik even genoeg mensen gezien, dan trek ik eropuit om landschappen te fotograferen.

Als student had ik een romantisch beeld van de fotografie. Als vrijbuiter door de wereld zwerven : dat trok me enorm aan. Als medewerker van De Morgen kon ik die droom verwezenlijken en landen als Ethiopië, Congo en Rwanda bezoeken. Maar onafhankelijkheid en bijzondere verhalen kan ik zowel hier vinden als over de oceanen. Wat telt, is hoe je dit beroep aanpakt, niet hoeveel kilometers je aflegt.

Een portret vertelt nooit het volledige verhaal. In het beste geval maak je een eerlijke foto die de uiterlijke kenmerken van de man of vrouw overstijgt, maar zeggen dat je iemands ziel vastlegt ? Dat is gewoon pretentieus. De huid, het gezicht en de ogen zijn buitengewoon krachtige aspecten van de menselijke carrosserie, maar uiteindelijk moet je het doen met wat iemand je op dat ene moment wil geven. Bovendien heeft elke fotograaf zijn beperkingen, hoe goed hij ook is. Ik ben niet naïef : elk portret streeft naar iets wat in wezen onbereikbaar is.

Netwerken is een gruwelijke ziekte van onze tijd. Feestjes afschuimen om toch maar de juiste mensen te spreken : vreselijk gewoon. Dan besteed ik mijn tijd liever aan het fotograferen zelf, tot ik naar buiten kan komen met iets wat hopelijk ook zijn weg zal vinden. Vaak weet ik niet eens of en wanneer ik een project zal afronden. Zo ongeduldig ik ben in het dagelijkse leven, zo lang kan ik wachten met het tonen van mijn werk.

Topsporters zijn voor elke fotograaf een dankbaar onderwerp. Ze kennen hun lichaam door en door, en bovendien tonen ze het nog graag ook. Alleen daarom wilde ik graag iets met de Rode Duivels doen. Toch wil ik in MMXIV meer tonen dan wat spierbundels op het toppunt van hun kunnen. Het boek en de expo in de Brusselse Botanique zijn ook een eerbetoon aan het jongste en meest multiculturele elftal uit onze vaderlandse geschiedenis – een prachtig uithangbord voor België.

Ik wil niet teren op successen uit het verleden. Een boek of een tentoonstelling is voor mij altijd een manier om een hoofdstuk af te sluiten en iets nieuws te beginnen. Op lange termijn is jezelf herhalen trouwens riskant, want de nieuwsgierigheid en frisheid ebben weg. En langzaam uitdoven, daar pas ik voor.

Stephan Vanfleteren (44) is momenteel te gast in de Brusselse Botanique met ‘MMXIV’ (tot 17 augustus), een reeks portretten van de Rode Duivels. Daarnaast toont hij in Provinciedomein Raversijde in Oostende ‘Atlantic Wall’ (tot 5 oktober), waarvoor hij van Frankrijk tot Noorwegen langs de overblijfselen van Hitlers kustverdediging reisde. Beide series verschenen in boekvorm. Info : www.botanique.be, www.oostende.be, www.stephanvanfleteren.be, www.uitgeverijkannibaal.be

DOOR WIM DENOLF / FOTO DIEGO FRANSSENS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content