Spoorloos
64 uur en 29 minuten. Als je de statistieken mag geloven is dat de gemiddelde tijd die de Belgische vrouw per week slapend doorbrengt. Daarnaast spendeert ze zo’n 9 uur aan verplaatsingen en 17 uur en 6 minuten aan persoonlijke verzorging. Allemaal goed en wel, maar is er al ooit iemand op het idee gekomen om na te gaan hoeveel tijd een doorsneevrouw zoek maakt met zoeken ? Naar triviale maar evengoed onontbeerlijke objecten als sleutels, autosleutels, haar portemonnee, leesbril, gsm, de tube Pritt, loonbriefjes noodzakelijk voor het invullen van de belastingbrief, de belastingbrief zelf, een nagelknipper, haar sportbeha, haar favoriete lippenstift, haar op één na favoriete lippenstift, de Focus Knack met het televisieprogramma van die avond. Om van haar kluts nog te zwijgen. “Geef al je spullen een vaste plaats”, hoor ik de modulairdenkenden onder u nu mompelen. Een geweldig idee, logisch bovendien. Alleen, bij mij werkt het niet. Hoe beter ik iets wegberg, hoe kwijter ik het raak.
Neem nu vanmorgen. Ik weet niet hoe dat bij andere vrouwen is, maar vanaf het moment dat ik mijn ogen opentrek, weet ik wat ik die dag aan wil. Het appelblauwzeegroene truitje dat past bij de retrocirkelrok om maar iets te zeggen. Normaal bevindt dat truitje zich op de onderste plank rechts, bij de andere blauwachtige bloesjes, maar mysterie, daar is het niét. En ook niet in de wasmand, de onuitgepakte weekendtas of de berg strijkgoed. Waarna ik op één been op de rand van het bed moet balanceren om bij de bovenste plank van de garderobe te komen. Een onderneming die niet geheel zonder risico is, aangezien het meubel in kwestie iets te vaak verhuisd is om nog als stabiel te gelden. Een regen van kledingstukken valt op de vloer. Daaronder een paar truitjes die met enige creativiteit best met de rok-van-de-dag te combineren zijn. Maar nee, dat ene exemplaar moet het zijn, ook al is het intussen rijkelijk laat en staat het zweet me in de nek. Een vriend die me ooit in een vergelijkbare staat van deconstructie aantrof, schudde z’n hoofd in een mengeling van ontzag en mededogen : “Het is niet simpel een vrouw te zijn.”
Het ergerlijkst zijn de dingen die in de natuur gewoonlijk paarsgewijs voorkomen. Oorbellen, stay-upkousen, teenslippers, afneembare behabandjes. Waar er één is, is het ander niet ver uit de buurt, zou je kunnen denken. Helaas niet in mijn verdomhoek van het universum. Vooral oorbellen hebben de neiging om in hun eentje de vierde dimensie op te zoeken, de tegenhanger verweesd achterlatend. Eén troost, op oorbellen en de cast van Lost na, komt alles ooit wel weer boven water. Meestal terwijl ik naar iets anders zoek. Zonnebril foetsie ? Brute pech, maar kijk eens, in de voering van mijn beige handtas blijkt een lang vermist gewaande vulpen te wonen. Persmap van Grey’s Anatomy spoorloos, ook na intensief graafwerk in de berg papier op mijn bureau ? Val nu dood, hier hebben we de aantekeningen bij de Indiareis die ik al twee weken wanhopig liep te zoeken. En zo zit er toch nog een zeker systeem in mijn chaos.
Linda Asselbergs
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier