spaanse excellentie

Herwig Van Hove

Wie tot voor kort over Spaanse wijn sprak, had het bijna altijd over Rioja. Rioja voerde een imago van bijna-Frans, van veel houtlagering en ook van forse modernisering. Er is er heel veel van, en hij is overal, ook bij ons, doorgedrongen tot in de supermarkten. Kortom: Rioja wordt geassocieerd met wijndrinkend Spanje. Maar daar komt verandering in: wereldwijd is de bestgereputeerde Spaanse wijn niet langer Rioja, maar de Denominacion de Origen, Ribera del Duero, een gebied halfweg Madrid en Santander. (Duero is de Spaanse naam voor de Dourorivier die in Portugal verantwoordelijk is voor de port-productie.) Van deze magisch klinkende appellation is de Vega Sicilia de beroemdste én de duurste wijn. En ook hij heeft een Franse connectie: reeds in 1846 is de toenmalige eigenaar in Bordeaux Franse wijnstoksoorten gaan halen en heeft ze op de boorden van de Duero ingeplant. De wijn is samengesteld uit 65 procent trempranillo (de lokale druivensoort), en uit wel 20 procent merlot en cabernet sauvignon, met nog wat bijvoegingen van witte soorten om wat elegantie te brengen in het zuiders geweld.

Een eeuw lang is Vega Sicilia op eenzame, wat verweesde hoogte gebleven, enkel gekend in kringen van ingewijden. De grote schok voor de hele regio werd teweeggebracht door een visionair man: Alejandro Fernandez uit Pesquera, een dorp van niet meer dan 1000 zielen. Hij ging in 1970 “in de wijn”. Daarvoor had hij in de suikerbieten gewerkt. Hij ontwierp een meer streekgebonden eigen wijnstijl, met uitsluitend lokale druivensoorten, zoals tempranillo en garnacha, en ook nog de gewone witte. De druiven liet hij vrij koel op inox vaten vergisten, en hij liet vooral de gistende massa voor wel 25 dagen in contact met de druivenschillen, zodat veel kleur en tannine in de wijn kon overgaan. Daarvan komen nu nog altijd massieve, rustieke en beladen wijnen, die minstens vier jaar vat nodig hebben om wat af te ronden. Zijn wijn behoort tot de appellation Ribera del Duero, maar draagt de merknaam Tinto Pesquera. Zijn grote internationale doorbraak kwam in 1987 met de oogsten van ’82 en ’83. (De 1982 is een riserva-type met nog een jaar meer vatlagering, de 1983 is de gewone crianza, wat gelagerd betekent). Deze wijnen werden toen door de Amerikaanse wijnschrijver Robert Parker de hemel in geprezen: “De beste wijnen die ik dit jaar geproefd heb, te vergelijken met Pétrus. Ze gaan gemakkelijk 15 jaar mee maar kunnen omwille van het massieve aanwezige fruit ook jong worden gedronken.”

Bij de nieuwjaarsopruiming in de wijnkelder stootten we op enkele flessen Tinto Pesquera 1990 crianza. Proeven was de boodschap.

In het glas kwam een echte bewaarwijn. Gevulde kleur, met in de nuance een zekere zachtaardigheid van ontwikkelde stevige wijn. De neus is zacht, breed, ruim en rijp, uiterst charmerend met volkomen ingewerkt cederachtig hout (Amerikaanse eik). De smaak is er een van de grote wijnen: stevig en fijn samen, met grote lengte maar geen spoor van verzwakking of sleet op het verre einde; flink gedragen door structuurzuur en afgeronde tanninnes. Een reus.

Invoer: weldra de 1995, vergelijkbaar met de 1990. De crianza 1995 kost 500 fr. bij Vinea in Gooik, Tel. 02/532.52.01.

Herwig Van Hove

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content