Singapore
Als de grootste magneet in Zuidoost-Azië plukt Singapore volle Boeings 747 uit de lucht. De kans dat je als toerist op doorreis naar Indonesië, het Verre Oosten of Australië een “stopover” moet maken in Singapore is groot. Een programma tegen de tijd loodst je door deze eilandstaat.
De eerste keer dat ik in Singapore verbleef, was op doortocht naar Tioman Island. Met weinig verwachtingen genoot ik nog snel even van de westerse beschaving, alvorens te verdwijnen in een jungle waar het enige nachtleven het geluid van krekels zou zijn. Mijn eerste indruk was die van een stad waar men zo geobsedeerd is door netheid, dat men de bevolking voortdurend pest met waarschuwingen voor boetes. Roken is verboden in elk vertrek met airconditioning, en dat zijn er nogal wat in een land waar de dagtemperatuur zelden onder de 30°C zakt. Op spuwen en het laten vallen van kauwgom staat een zware boete, en ook als je even vergeet het toilet door te spoelen riskeer je een straf. De paar miljoen bewoners vond ik even efficiënt en onpersoonlijk als het elektronische stemmetje in de Mass Rapid Transit-metro (MRT). Doelloos zwierf ik rond in de ontelbare shoppingcentra.
Een paar bezoeken later ben ik op een aantal van deze indrukken teruggekomen. Het ding-dongbelletje van de snelheidsmeter in de taxi wijst me erop dat Singapore nog steeds de stad van de geboden en verboden is. Maar het is een van de weinige grootsteden waar ik me als allenreizende vrouw altijd en overal veilig voel. Singapore heeft veel troeven. Net als de vele etnische groepen leven traditionalisme en modernisme hier harmonieus samen. In één stad reis je door India, China, Maleisië en het moderne Westen. De boodschap voor een geslaagde stopover is vooral: be at the right place at the right time.
Als draaischijf voor personen- en goederenverkeer verwerkt de Leeuwenstad, met zijn 600 km², jaarlijks zo’n 5 miljoen bezoekers. Dat is niet alleen het resultaat van haar centrale ligging in Zuidoost-Azië. Ingenieuze sociale, economische en pr-campagnes liggen mee aan de basis van dat succes. Alles in Singapore functioneert; elk huis en kantoorgebouw wordt voorzien van computerlinks, astronomische autotaksen voorkomen files, en een gebruiksvriendelijk metro- en busnetwerk verbindt alle hoeken van het land. Niemand ontsnapt er aan de inkomensbelasting, en criminaliteit is er nauwelijks, want de politie is overal aanwezig, zichtbaar en onzichtbaar. Dit is The New Asia, het nieuwe Azië, zoals de laatste slogan van de toeristische dienst luidt. Te midden van deze hightech en een skyline die lijkt op die van Manhattan liggen verschillende etnische stadsdelen. Chinatown, Little India en Arab Street hebben hun identiteit bewaard, terwijl statige koloniale gebouwen herinneren aan een zeer recent verleden.
7 u. In tegenstelling tot wat je van een grootstad zou verwachten, ligt het stadscentrum er ’s ochtends uiterst rustig bij. Vóór negen uur zijn er amper wagens of pendelaars te bekennen. Winkelcentra openen pas tegen een uur of tien hun deuren. In de buurt van Chinatown daarentegen rennen net na zonsopgang Chinese mannen over straat. Beladen met afgedekte vogelkooitjes haasten ze zich voort. Vooral op zondag komen ze bijeen om hun peperdure vogeltjes te trainen of ze een wedstrijd te laten zingen. Het is meer dan een hobby, voor sommige Chinezen een obsessie en een dure belegging. De prijs van een vlijtig zingend vogeltje kan oplopen tot zo’n 220.000 fr. Zo’n prijsbeestje voelt zich vooral thuis in een antieke ivoren vogelkooi, waarvoor soms 400.000 fr. neergeteld wordt. ” Bird lovers love birds more than wife“, fluistert een van de deelnemers me heimelijk toe.
Vroege vogels die niet zo van kooien houden, kunnen vanaf vijf uur ’s ochtends rondtoeren in de tropische jungle of de gemanicuurde tuinen van de Botanical Gardens. Ook de zoo van Singapore kan je al vanaf half negen bezoeken. Met zijn open concept heeft hij de reputatie een der mooiste ter wereld te zijn.
9 u. Een ontbijtcultuur met broodjes en croissants hebben de meeste inwoners niet. In plaats daarvan slurpen ze noedelsoepen, drinken ze versgeperste vruchtenmixen of eten ze laksa, een typisch noedelgerecht overgoten met een dikke kruidige saus, bestrooid met sojascheuten en gestoomde garnalen. Als je je in een van de hawker centers begeeft, heb je de indruk dat niemand in deze stad thuis kookt. In het midden van de open eetplatforms, die meestal onder een appartementsgebouw of winkelcentrum liggen, staan rijen tafels omringd door eetstalletjes. In tegenstelling tot hun gesloten gekoelde broertje de Food court, zijn ze veel goedkoper en authentieker.
Eten in een hawker center is een noodzakelijk onderdeel van een bezoek aan Singapore. Een neonbord boven elk winkeltje vermeldt de naam van de familie. Aan de lettertekens merk je meteen of er Chinees, islamitisch of Indisch gekookt wordt. Je loopt langs de stalletjes, duidt de gerechten aan die je wil, en terwijl je plaatsneemt brengt men je schotels. Afruimen hoeft niet, de winkeliers halen zelf hun vuile bordjes terug.
Ben je ’s ochtends niet zo happig op een hartige maaltijd, dan kan je terecht bij Ah Teng’s Bakery. In het luxueuze kader van het Raffles Hotel verleidt het kleine winkeltje je er met geuren van croissants, muffins, broodjes en gebak.
10 u. Eindelijk openen Gucci, Versace, Rolex, Sony en andere luxepaleizen hun deuren. Nu kan de winkelwedloop starten waarvoor deze consumptiestad zo bekendstaat. Op Orchard Road verdringen luxeboetieks en futuristische shopping malls zich voor een plaatsje. Deze boulevard is nog steeds het Mekka van de winkelfreak. De winkelcentra onderscheiden zich van elkaar door zich te specialiseren in bepaalde goederen of door een bepaalde klasse van producten aan te bieden. Ngee Ann City, dat Takashimaya en Tangs Studio huisvest, is een van de nieuwste en ook meest luxueuze vitrinepaleizen van Orchard Road. Hier vind je onder andere de boetieks van Versace, Armani, Chanel en Dior. De prijskaartjes tonen dezelfde ronde getallen als hier in Europa. In dezelfde straat liggen Far East Plaza en Lucky Plaza. Je vindt er onder andere sportartikelen tegen competitieve prijzen. Wie van boeken houdt, kan uren doorbrengen in Border’s. Amerika’s tweedegrootste boekenwinkel heeft zijn Aziatische vestiging en literair café op de hoek van Wheelock Place ondergebracht. Singapore is een belangrijk drukkerscentrum, waardoor de prijzen vaak voordeliger zijn dan in België.
12.30 u. Lunch. Afhankelijk van de plaats waar je je in Orchard Road bevindt, loop je of neem je een taxi naar Clarke’s Quay. Hier werden onlangs een paar oude warenhuizen gerestaureerd. Naast tweedehands winkels en antiekzaken vind je er The Satay Club, die heerlijke Maleise sateh en gegrilde vissoorten serveert. Wil je liever de echte business-sfeer opsnuiven in het financieel district aan de overkant van de Singapore River? Tegen lunchtijd stromen de yuppies er als termieten uit hun torens en strijken ze neer op een van de terrasjes van Boat Quay. ’s Avonds zijn ze er terug, maar dan voor een droge witte wijn of een fris Tiger-biertje in Harries Bar. Misschien ontmoet je er wel een rijke expat en leid je binnen de kortste tijd een hedendaags koloniaal leven.
13.30 u. Koloniale sfeer en hightechwolkenkrabbers. Jammer genoeg zijn alle Chinese woonboten die vroeger langs Clarke’s Quay en Boat Quay lagen verdwenen. Volgens de autoriteiten botste hun sjofele uiterlijk met het strakke hightechimago van het trendy Financial District. Een ommetje tussen de hoogstandjes van wolkenkrabberarchitectuur doet je duizelen. Helmut Jahn’s Hitachi Building staat in schril contrast met de gerestaureerde gebouwen aan de overkant van de rivier. Het Parliament House, de Victoria Theatre & Concert Hall en vooral de Singapore Cricket Club herinneren aan de hoogtijden van het Engelse kolonialisme.
15.00 u. Koffie en thee. Op weg naar het wereldbefaamde Raffles hotel kom je voorbij Raffles City, nog een overdekt winkellabyrint waar je allerhande kwaliteitswinkels en vooral Starbucks vindt. Deze coffeeshop verkoopt, in tegenstelling tot zijn Amsterdamse naamgenoten, geen softdrugs, want daar staat hier nog steeds de opknoopstraf op. De druk bezochte, moderne zaak biedt een selectie van de beste koffiebonen ter wereld. Je kan ze er kopen of in koffiefilters en expresso’s consumeren.
Wie niet houdt van winkelen en koffiesmaken, kan onderduiken in Chinatown. De Tea Chapter is een Chinees handelshuis en toevluchtsoord voor liefhebbers van traditionele theeceremonies. Omringd door kalligrafie en oosterse muziek word je er persoonlijk verwend met de fijnste thee. Ook koningin Elizabeth II van Engeland dronk er haar kopje Imperial Golden Cassia.
17.00 u.Singapore Sling. Vanuit Raffles City moet je alleen maar de Bras Basah-straat oversteken om in Singapore’s sprookjeshotel met zijn gezellige koloniale winkelgaanderijen te belanden. Naast vele andere geschiedkundige mijlpalen werd in deze bar van het Raffles Hotel in 1915 de eerste Singapore Sling gebrouwen. De Long Bar is nog steeds dé plek om van die heerlijke cocktail te nippen. Op dit moment van de dag is het café propvol. Als een tapijt bedekken pindanootschelpjes het parket; ze dwarrelen op door de bries van de swingende plafondventilators. Bij deze tropische hitte speelt het alcoholgehalte van dit drankje je al snel parten. Voor een braver aperitief kan je de MRT nemen naar Somerset. Op Emerald Hill vind je niet alleen de bar Ice Cold Beer, die precies serveert wat zijn naam suggereert, maar ook No. 5, die alweer een cocktaillijst presenteert.
20.00 u. Dinner time. Na een korte opfrisbeurt in het hotel kan je weer de stad in. Liever niet? The Alkaff Mansion is een open koloniaal huis bovenop een heuvel, vanwaar je uitkijkt over de verlichte stad. Niettegenstaande zijn ligging buiten het centrum is het al jarenlang een trekpleister voor wie houdt van romantisch dineren. Niet alleen hier maar ook in de betere restaurants in de stad is het aangeraden een tafel te reserveren.
In het hartje van de stad ligt Chijmes, een historisch complex dat onlangs op een moderne manier gerenoveerd werd. De pleisterwerken burcht omvat een klooster uit 1890 en het Caldwell House, een van de oudste alleenstaande huizen van Singapore, met gigantische terrassen, watervallen en fonteinen. Sinds de heropening vorig jaar zijn er kunstgalerijen ondergebracht, winkeltjes, fijne maar ook prijzige gastronomische restaurants, wijnbars, en cafés met livebands. Voor gesofisticeerde westerse gerechten kan je er terecht in het hippe pakhuis Stars. Oosterse delicatessen vind je bij het Japanse restaurant Migen. Snak je naar een sushifestijn, dan is er ook in Chijmes het Tatsu Sushi.
22.30 u. Tot in de jaren tachtig lokten de flamboyante verleidsters van Bugis Street menig zeiler en reiziger naar de havenstad. De regering hield grote schoonmaak en Bugis Village werd omgetoverd tot een kluwen van marktkraampjes. Vooral ’s avonds, tijdens de Pasar Malam nachtmarkt, proberen marktkramers uit alle hoeken van de wereld hun waren aan de man te brengen. Eén nachtclub in Bugis Street is nog steeds zeer populair. In The Boom Boom Room staan de Indische travestie Kumar en zijn gezelschap op de planken. In een wervelende show brengen ze enkele humoristische lesjes in de politieke en seksuele aangelegenheden van deze eilandstaat. Zakenlui en reizigers tref je ’s nachts aan in de populaire dancings, die meestal zijn ondergebracht in hotels of shoppingcentra rond Orchard Road. Jongeren uit Singapore verkiezen een partijtje bowling in een van de bowlingzalen die verspreid liggen over het eiland. Door de populariteit is het ook hier aangeraden vooraf een baan te boeken.
Tekst en foto’s Els Vermeersch
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier