Westerse luxemerken als Yves Saint Laurent, Prada, Marni en Gucci gaan als zoete broodjes over de toonbank in Villa Moda Koeweit, Qatar, Dubai en Damascus, de luxueuze modeprojecten van sjeik Majed al-Sabah. Een gesprek tussen oost en west, over mode en meer.

In modemiddens noemt men hem liefkozend the sheikh of chic. Het zou een titel van een Suske en Wiske-album kunnen zijn, maar sjeik Majed al-Sabah lijkt allerminst op een stereotiep Arabisch stripfiguur. Op onze afspraak in het Ritzhotel in Parijs daagt hij op gekleed in een oud jasje van Comme des Garçons en Sevenjeans. “Een prototype van een beperkte oplage die ik liet maken voor Villa Moda. Op de achterzak liet ik het cijfer zeven borduren in het Arabisch”, zegt hij terwijl hij breed glimlachend zijn achterwerk laat zien. “Dit is nummer één uit een reeks van tweeduizend. Een collector’s item.”

Majed al-Sabah heeft geen behoefte aan protocol. Hij stelt zichzelf niet voor als de prinselijke neef van de Emir van Koeweit, maar als voorzitter van Villa Moda. Dat is de naam van zijn eerste luxeboetiek die hij in 1992 (toen 23) opende in Koeweit, toen de Golfoorlog voorbij was en hij terugkeerde uit zijn vrijwillige ballingschap in Londen.

Bekend werd hij pas toen Villa Moda in 2002 verhuisde naar een hedendaags glazen bouwwerk aan de haven van Koeweit-stad en luxelabels als Gucci, Fendi en Prada er hun eigen boetiekhoek kregen. De wereld vroeg zich luidop af aan wie hij die creaties dacht te verkopen, aangezien alle vrouwen ginder van top tot teen bedekt lopen. Maar onder moslimgewaden als de abaya worden heel wat merknamen gedragen, zo blijkt, want vandaag is Villa Moda een beursgenoteerd bedrijf, meer dan zestig miljoen euro waard.

De luxebazaar heeft verschillende vestigingen in Dubai en Qatar en één in de soeks van Damascus, de hoofdstad van Syrië. In de loop van dit voorjaar volgen er nog drie, één in Bahrain en twee in Koeweit. In 2009 hoopt de intussen 38-jarige modesjeik zijn eerste stek in Europa te openen in een oude elektriciteitscentrale in Londen.

De sjeik is een graag gezien figuur in de modewereld. De meeste ontwerpers kent hij persoonlijk en hij is goed bevriend met modecoryfeeën als Anna Wintour van de Amerikaanse Vogue en de flamboyante styliste Isabella Blow. Al is dat niet altijd zo geweest.

“Toen ik begon in 1992, was ik niet meer dan een vreemdeling”, vertelt hij. “Ik moest mezelf en mijn bedrijf voorstellen. Met een lijst van de merken die ik verkocht, met plannen en foto’s van de winkel maakte ik er een erezaak van de grootste merken te overtuigen hun kleren aan mij te verkopen.”

“Ik heb mijn afkomst nooit gebruikt om mijn zin te krijgen. Ik had nochtans mijn oom kunnen vragen contact op te nemen met president Chirac of met Berlusconi. Zij zouden Dolce e Gabbana en Gucci wel laten weten dat ze me moesten ontvangen. Maar dat wilde ik niet. Ik ben begonnen in een klein bureautje, waar ik op mijn typemachine brieven schreef naar elk merk waarmee ik in zee wilde gaan.”

Wat beweegt een jonge sjeik om in de modewereld te stappen ?

Majed al-Sabah : Dat kan ik niet verklaren. Het zit in mijn genen, denk ik. Ik heb een aangeboren voorliefde voor mode. In plaats van een job op een bank wilde ik iets ondernemen voor de mode. Mijn familie stond eerder wantrouwig tegenover mijn plannen. Een lid van de koninklijke familie dat kleren ging verkopen, het leek geen goed beroep voor een man van mijn stand. Mijn ouders hebben me gelukkig gesteund. Mijn moeder gaf me driehonderdduizend dollar om mijn eerste zaak op te starten. Nu is iedereen bijgedraaid en komen ze shoppen bij Villa Moda. Ik kreeg overigens meer afwijzende reacties in Europa dan in Koeweit. De mensen hier weten erg weinig over onze wereld.

Een van uw missies is het Westen iets bij te leren over het Midden-Oosten.

Mijn winkels zijn een middel om het Westen vertrouwd te maken met mijn cultuur. Door nieuwe creatieve projecten op te starten wil ik mensen nieuwsgierig maken, zodat ze Dubai, Koeweit en de omliggende landen misschien komen bezoeken.

Wat zou ik leren als ik bij u op bezoek kwam ?

Dat we belezen zijn, en cultureel aangelegd. En erg avant-garde en vooruitziend.

Als u de collecties voor uw winkels aankoopt, bestelt u dan ook hotpants en minirokken ?

Natuurlijk kopen we de trendy stukken. Ik zie waar je heen wil, maar laat mij jou een vraag stellen. Hoeveel hotpants en minirokken zie je in de straten van Parijs ?

Weinig.

Dank u. Laat ons realistisch zijn. Hotpants zijn fantastisch op de catwalk, maar wat kan een vrouw er mee ? Je kunt ze niet dragen op kantoor of op restaurant, enkel op het strand van Saint-Tropez.

Wat jullie van ons kunnen leren is de waarde van familie. Families hangen heel hecht aan elkaar in het Midden-Oosten. Meisjes gaan vanaf hun achttiende niet zomaar alleen op reis zonder hun familie, ze lopen niet weg met hun vriendje. Dat is het verschil.

In het Westen hebben vrouwen net gevochten om vanonder die familiedruk uit te komen en hun eigen keuzes te mogen maken.

Er is helemaal geen druk, alleen bezorgdheid. Wij zijn moderne moslims. Geen extremisten, maar ook niet super vrijgevochten. Mijn vrouw en mijn zussen dragen geen hoofddoek, maar ze bidden wel vijf keer per dag. Ze zijn vrij om te kiezen hoe ze hun geloof beleven, welke symbolen ze dragen. Ik zie meer hoofddoeken in Londen dan in mijn eigen omgeving.

In België kiezen veel moslimvrouwen die vroeger geen hoofddoek droegen, er nu wel voor. Hoe verklaart u dat fenomeen ?

Vroeger was er twijfel, omdat men bang was om uit de toon te vallen. Hoofddoeken worden nu meer aanvaard, dus zie je ze ook vaker verschijnen. Een van de gevolgen van 9/11 is dat veel mensen nieuwsgierig zijn naar de islam en de koran. Ze willen weten of de koran mensen aanzet tot terroristische activiteiten. Natuurlijk niet. Maar intussen leren ze wel dat de koran een religie is van waarden, net als het christendom. Sterker nog, het christendom en de islam verschillen niet zoveel van elkaar. Het gaat om ethiek en moraal. Alleen wordt het vandaag als ouderwets beschouwd om bepaalde waarden te hanteren.

Zegt de koran dat vrouwen gesluierd moeten zijn ?

Er bestaan verschillende vertalingen. In de oude versie zegt de profeet dat vrouwen hun schoonheid moeten verbergen voor mannen, opdat zij niet in de verleiding zouden komen. Een andere vertaling is minder letterlijk en zegt dat zolang je gelooft met hart en ziel, het weinig uitmaakt. Alleen tijdens het bidden moet het hoofd worden bedekt.

Nog een vooroordeel over het Midden-Oosten : vrouwen zouden zich niet sexy mogen kleden. Maar uw zussen dragen Dolce e Gabbana.

Ik zei het al, onze levensstijl verschilt niet zoveel van die van jullie. Sommige vrouwen dragen traditionele kledij, andere gaan westers gekleed. De mannen daarentegen dragen altijd hun traditionele gewaden. Een maatpak zul je niet snel tegenkomen in de straten van Qatar. Ook ik draag thuis een dishdasha, in Spaans katoen of Engelse wol. Voor ons is dat hetzelfde als een maatpak. Onze vrouwen zijn vrij, en erg modebewust. Onder hun abaya dragen ze een sexy jeans. In Saoedi-Arabië is men heel erg streng als het kledingregels aankomt, maar bij ons kan veel.

U bent een vaste gast op de eerste rij van de grote modeshows. Vindt u het niet gênant als u een halfnaakt model ziet ?

Gênant niet, maar ik vind onthullende kledij niet erg chic. Een half ontbloot lichaam getuigt van weinig zelfrespect. Valentino, Chanel, Yves Saint Laurent, dat is chic. Belgische ontwerpers doen het zeer goed in de Golf. We promoten Martin Margiela, Véronique Branquinho, AF Vandevorst. Ik zou ook graag Dries Van Notenboetieks openen. Ik ben er zeker van dat zijn collecties zouden verkopen.

U verkoopt dure luxemerken als zoete broodjes aan dames die wekelijks een nieuwe outfit komen kiezen. Voor een gewone sterveling is het moeilijk te bevatten dat er mensen zijn die zoveel geld hebben.

De economie in het Midden-Oosten groeit, net als die van Rusland en China. Er komen steeds meer rijke mensen bij. En wie geld heeft, wil dat uitgeven. Bij ons is dat toch zo. In Nederland ligt dat anders. Wist je dat Nederland het grootste aantal miljonairs en miljardairs telt ? Maar toch blijven ze spaarzaam bij H&M kopen. Waar ik vandaan kom, geloven we dat we maar één leven hebben. Spenderen is een manier om van het leven te genieten. We omringen ons graag met schoonheid. Of dat nu mode is, design, of de beste chocoladetaart. Ik wou dat ik altijd een winkel als Del Rey uit Antwerpen (exclusieve chocolatier) in de buurt had. Al moet ik toegeven dat ik ook nog steeds kan genieten van een Mars of een Snickers als ik in de luchthaven een hongeraanval krijg. Een mens moet soms overleven (lacht).

U kent Del Rey ?

Ik ken Antwerpen een beetje omdat ik er ooit ben uitgenodigd door Dries Van Noten. Daar wil ik trouwens nog iets over kwijt. Bij ons in het Midden-Oosten hechten we enorm veel belang aan gastvrijheid. Als ik iemand te gast heb, haal ik hem persoonlijk af met de wagen, zonder mijn chauffeur. Ik ontvang mijn gasten in mijn eigen huis, kook voor hen, verwen hen, toon hen mijn stad. In mijn hele leven ben ik nog nooit op een gelijkaardige manier behandeld door anderen. Behalve door één persoon, Dries Van Noten. Dat heeft me zo diep geraakt, dat ik mijn uiterste best wil doen om zijn label te steunen. Laat die gastvrijheid zich ook voelen in uw winkelconcept ?

Het is de basis. Het voordeel is dat we de meeste klanten kennen. De service is erg persoonlijk. We brengen de aankopen aan huis, we nemen alles gratis in. Extra’s aanrekenen zou onbeleefd zijn. Voor ons is dat geen overdreven luxe, maar evidentie.

Info : www.villa-moda.com

Door Cathérine Ongenae / Foto Charlie De Keersmaecker

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content