SCHUILNAMEN
Een mens moet ergens aanbelanden, elke dag opnieuw, en is het niet bij onze lotsbestemming dan bij voorkeur op een plek waar ze koffie schenken en waar je kunt kijken naar de schrikwekkendste diersoort die over het aardoppervlak uitzwermde.
Wat ik leuk vind aan Starbucks, is dat ze er met een dikke viltstift je naam op de beker schrijven. Dat geeft een mild gevoel van onbehagen. Maar het is ook een buitenkans voor mensen zoals ik, die niet met de meest swingende voornaam toe-gerust zijn. Ik krijg dan de mogelijkheid om, al is het slechts voor de duur van enkele teugen, door het leven te gaan als Ziggy of Elvis. Soms kies ik voor Boudewijn of Mobutu Sese Seko, naargelang mijn muts die dag staat. De Daltons heb ik ook al afgelopen : Joe, Jack, William en de sullige Averell. Rataplan vond ik er wat over. Niet dat iemand zich daar vragen bij zou stellen ; ze krassen ook dat zonder tegenspraak op je beker. Soms voel ik mij dan een bank of verzekeraar, die van naam verandert als de grond onder zijn voeten te heet wordt.
Van zulke instellingen aanvaarden we dat, maar mensen worden verondersteld levenslang dezelfde identiteit te blijven dragen. Ik droom weleens van een bestaan waarin vermommingen, dekmantels en valse namen een sleutelrol spelen. Een meeslepende thriller, waarin ik elke dag een ander personage ben en niet om kwart over acht moet badgen aan de schoolpoort. Een Colt Anaconda hoort ook bij dat spannende leven, niet om vogels of konijntjes neer te kogelen, maar omdat ik de Colt Anaconda een mooi wapen vind. Ik verkies de zesduimse uitvoering met rubberen kolf – u moet hem maar eens zoeken in Google Afbeeldingen. Naast de Anaconda heb je de Viper, de Python, de Boa, de Diamondback en de Cobra, niet te verwarren met de onvolprezen King Cobra. Wat een gezellig idee van Colt om een lijn van vuistvuurwapens naar gif- en wurgslangen te dopen. Die revolvers zijn gegeerde verzamelobjecten, die prinsen en maharadja’s met smaragden en saffieren laten opleuken. Het is eens wat anders dan roze Rolls-Royces.
Als ik de koffiezaak verlaat, miezert het nog steeds en ben ik gewoon weer de Jean-Paul die mijn ouders van mij gemaakt hebben. Soms vind ik dat raar : dat vaders en moeders een naam voor hun kind kozen, twintig jaar of een halve eeuw in het verleden, en dat die naam dan levenslang blijft behouden, ongeacht of je die ervaart als banaal, terneerdrukkend of opbeurend. Je hebt weleens iemand die een naamsverandering laat doorvoeren, maar dat zijn uitzonderingen op de regel. Ik ken een Marie-Thérèse die Tessa werd, een Léopold die zich als Paul ontpopte en een Paul die als Petra uit de kast is gekomen. Zelf zou ik Jan of Ian kunnen worden, of anders Ismael. Dat allitereert leuk met de M van Mulders en het is altijd meegenomen een profeet te vriend te houden, in tijden van geweld en gods-dienstijver.
Dat ze soms nachtmerries heeft over terroristen, onthulde mij onlangs mijn oudste dochter. Ze is bang dat die “met een groot schietgeweer” in de nacht het huis zullen binnendringen. Dat schietgeweer vond ik grappig, omdat er bij mijn weten maar weinig geweren gemaakt zijn om niet te schieten. Ik kon echter moeilijk schuddebuiken om de terroristen en zeggen : “haha, dat bestaat niet”, zoals je trollen weglacht of de verschrikkelijke sneeuwman. “IS heeft weer een video verspreid”, vervolgde dochter, met kennis van zaken voor een achtjarige. “Maar die wil ik niet zien. Het zal toch weer geen goed nieuws zijn. Die mannen nemen geen filmpje op omdat – omdat er in de zoo een nieuw girafje werd geboren.”
Die woorden vind ik trefzekerder dan blaffers met namen van slangen. Een nieuw girafje. De gedachte maakt mij stil, tussen het gesis en gebrul, het geloei en gefezel dat ons belaagt aan alle kanten.
Ik voel dan een verlangen naar de geur van zaagmeel, naar kussentjes op dierenpoten en naar de schuilplekken van vroeger.
jp.mulders@skynet.be
JEAN-PAUL MULDERS
Als ik de koffiezaak verlaat, miezert het nog steeds en ben ik gewoon weer de Jean-Paul die mijn ouders van mij gemaakt hebben
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier