Santa Cruz, Surfend door het leven
Voor surfers ligt het eldorado aan de Amerikaanse westkust. Maar Santa Cruz dankt zijn faam niet alleen aan ’s werelds beste golven. Zonder Jack O’Neill was er nu wellicht niet eens sprake van de plek.
:: Info : www.oneilleurope.com, www.oneillcwc.asglive.com.
Voor surfers is de oceaan een altaar, een directe link met God. Het contact met de natuur, dat is haast een religieuze ervaring.” De langharige twintiger voor me kent zijn klassiekers : dat het aardse leven met al zijn hindernissen één lange surfsessie is, dat de golven van de oceaan de handen van de Schepper zijn, ik krijg er geen speld tussen. Hij stopt me een uitnodiging voor een bijbelstudie van de Christian Surfers toe én een gloednieuwe editie van de Surfers Bible, om een en ander thuis na te lezen. Binnenin getuigen internationale surfkampioenen over hun relatie met God. Apostelen met een stoere kop, in een strakke wetsuit : de kerk zag er zelden zo sexy uit.
In Santa Cruz, honderd kilometer ten zuiden van San Francisco, kun je alles verwachten. Het stadscentrum zelf lijkt op een schuimrubberen filmset : de gevels zijn verzorgd, de straten geschrobd en de voetpaden breed, maar het decor is uitgestorven. In de al even verlaten winkels galmt lieflijke jazz en klassieke muziek. De kraaknette gezelligheid is echter onbehaaglijk. Net als het hoofdpersonage in The Truman Show wil een stadsmens hier al gauw luid gillen.
Santa Cruz, gelegen in een groene en heuvelachtige omgeving die naast Brussels sprouts en pompoenen uitstekende chardonnay, pinot noir en fruitwijnen voortbrengt, is een plek voor levensgenieters. De temperatuur schommelt het grootste deel van het jaar rond de 23 graden en de criminaliteit en werkloosheidscijfers zijn laag. De 55.000 inwoners, veelal Democratisch gezinde dertigers en veertigers en techies die in Silicon Valley werken, zijn overwegend blank, hoogopgeleid en welgesteld. Ze zijn georganiseerd in talloze community centers en buurtverenigingen, en die organiseren om de haverklap een picknick, een kunstenfestival of een appelenpluk. En als er een weekend niks gepland staat, trekken de inwoners naar een van de befaamde restaurants, spa’s, kunstgaleries of antiekzaken in en rond de stad. Zorgeloos, inderdaad.
Surftown USA
De bevreemdende rust in Santa Cruz is echter bedrieglijk. Omgeven door een dozijn wouden en beschermde natuurparken vormt de gelijknamige provincie immers een trekpleister voor wandelaars, klimsporters en mountainbikers. Ook de 47 kilometer lange kustlijn, vaak gemarkeerd door indrukwekkende rotsformaties, wordt intensief gebruikt door sportfanaten. Om te kajakken, te zeilen, te duiken en te vissen, of om te kitesurfen, te volleyballen of te fitnessen. De talloze joggers, fietsers en yogaclubs zeggen genoeg : huismussen vinden hier geen gezelschap.
Waar Santa Cruz helemaal geen gebrek aan heeft, zijn surfscholen. De officieuze bijnaam van de stad is niet voor niets Surftown USA. Er wordt gezegd dat je er de beste golven van de hele Verenigde Staten vindt, misschien wel van de hele wereld. Vooral dankzij het gematigde microklimaat, dat voor een zachte, aflandige wind zorgt, maar ook door de rotsachtige zeebodem, waaruit lange smalle ondiepten stijl omhoog rijzen. Die riffen, zoals die van de beruchte Steamer Lane, leveren de spectaculaire en plaatsvaste golven waar ervaren surfers dol op zijn. Ook beginners komen hier echter aan hun trekken. Op plaatsen als Davenport Beach, Cowell Beach en Scott’s Creek zorgt de (verschuivende) zandbodem voor ‘vriendelijke’, zij het onvoorspelbare golven. En dus lokt Santa Cruz surfers uit alle windrichtingen. Ter plaatse wordt overigens gezegd dat driekwart van de inwoners zelf regelmatig op de surfplank staat. Advocaten, werklozen, honkvaste senioren en ingeweken universiteitsstudenten : in Santa Cruz worden ze allemaal lyrisch als het over surfen gaat.
“Santa Cruz is uniek in de hele wereld”, zegt Kieran Horn (30), een professional die al sinds zijn tiende dagelijks surft en er zelfs zijn studies voor opgaf. Het zit nu eenmaal in de familie, zegt hij : vader Horn is ondertussen zestig en surft nog steeds. “Iedereen benijdt ons om de kwaliteit van de golven hier en de gevarieerde zeebodem.” Horn is geboren en getogen in Santa Cruz. Hij weet dat de bewoners van het stadje op zijn zachtst gezegd geprivilegieerd zijn, al behoren de huizenprijzen er dan tot de hoogste van Amerika. “Het levensritme is hier veel trager dan in grote steden, en qua natuurschoon kun je moeilijk meer wensen. Voor wie een actieve, gezonde levensstijl in contact met de natuur zoekt, is het de ideale locatie.” De landbouwbedrijven rond Santa Cruz zijn overigens niet toevallig de motor achter de biovoedingstrend in de Verenigde Staten.
Een en ander maakt van Santa Cruz wel een hechte, maar teruggetrokken gemeenschap, zegt Horn : “Het zijn natuurliefhebbers en sportfanaten die niet in metropolen wíllen leven. Mensen zetten zich hier af tegen de jachtigheid en de drukte van San Francisco. De getijden en de stroming, die bepalen hun ritme. Het is hier normaal om voor of na je werk of tijdens je lunchpauze het water op te gaan, afspraak of niet.”
Waarom hij zelf zo verslaafd is aan surfen ? “Ik weet het niet eens meer”, zegt Horn. “Voor mij is surfen alles tegelijk : een job, fysieke en mentale training, ontspanning. Op het water ben ik weg van alles en iedereen. Dat lukt in het gewone dagelijkse leven steeds minder. Je afzonderen en tot rust komen, dat kan haast nergens meer. Tenzij op de oceaan.”
Surfen met vloerbedekking
Wie langs de kust van Santa Cruz rijdt, stoot vanzelf op de vuurtoren op de West Cliff Drive. Hij kijkt niet alleen uit over de bij surfers legendarische Steamer Lane, hij huist ook het piepkleine maar gratis toegankelijke Surfing Museum. Het is tot de nok volgepropt met memorabilia. Van een surfplank met een tandafdruk van een grote witte haai tot de eerste wetsuits in neopreen van Jack O’Neill.
O’Neill, ondertussen rond de tachtig en de stichter van de gelijknamige sportuitrusting, is een van de sleutelfiguren in de ontwikkeling van Santa Cruz als surfstad en van de surfcultus tout court. Vóór O’Neill met synthetisch rubber ging experimenteren in de jaren vijftig en Amerika’s eerste surfshop opende in Santa Cruz, was de sport immers iets waar alleen ijsberen aan begonnen. “We probeerden van alles”, zegt O’Neill, die de stad nooit meer verliet. “Lange onderbroeken, wollen truien, handschoenen, badmutsen, stukken van rubberen banden, olie : allemaal erg onhandig. Onze surfsessies waren ook erg kort, want in het ijskoude water hield niemand het lang vol. Als jonge twintiger zag ik regelmatig rood en blauw van de kou. Ik voelde mijn vingers en tenen niet eens, maar ik was gelukkig. Als alles in de stad weer eens naar de kloten was, sprong ik in het water en alles was weer goed.”
‘Negen-tot-vijfgedoe’ heeft O’Neill dan ook nooit gelegen. In zijn jonge jaren raakte hij de ene baan na de andere kwijt (“Ik ging nog nat van het surfen naar kantoor”), en ondanks zijn zilveren haren en zwarte ooglap, het resultaat van een onzachte aanraking met een surfplank, is hij zijn jongensachtige trekken nog niet verloren. In zijn houten huis op de klip van Pleasure Point Beach, met uitzicht op een populaire surfplaats en de Stille Oceaan, staat een trampoline die O’Neill en zijn dertig jaar jongere girl graag met Beethoven combineren, en in de garage blinkt een Porsche.
Zijn eerste wetsuits waren gemaakt van aan elkaar gelijmde stukken neopreen, die O’Neill verkocht in wat niet meer was dan een garage aan een belangrijke autoweg. “Ik haalde mijn inspiratie uit oude kikvorspakken van het Amerikaanse leger, die ik links en rechts opkocht. In die pakken zaten over het textiel dunne lagen rubber, en de lucht daartussen zorgde voor de isolatie. Alleen scheurden die pakken gemakkelijk, zodat water binnensijpelde.”
Na experimenten met pvc bracht de vloerbedekking van DC-3-vliegtuigen O’Neill op het idee neopreen te gebruiken, dat goed isoleert en elastisch en gemakkelijk te hechten is. Sindsdien werden het design en de stik- en lijmmethoden meermaals geïnnoveerd. Wetsuits vormen nu een tweede huid die surfers maximale bewegingsvrijheid verschaft. Intussen is O’Neill een wereldwijde fabrikant van uitrusting en accessoires voor diverse water- en sneeuwsporten. Discrete, volgens het bedrijf niet winstgevende opdrachten voor het Amerikaanse leger stimuleren daarbij technologische innovaties.
Het bedrijf liet Santa Cruz echter niet los. Het bleef al die tijd ook een familieonderneming, waarin de zeven kinderen van Jack nu leidinggevende posities innemen. Onder hun impuls ging O’Neill surfwedstrijden als de Coldwater Classic in Santa Cruz sponsoren en surfkampioenen ondersteunen. In het wereldje twijfelt overigens niemand eraan dat de sport, (nog) niet erkend door het Internationaal Olympische Comité, nergens zou staan zonder de financiële en organisatorische steun van bedrijven als O’Neill en Quicksilver, dat eveneens in Californië gevestigd is.
“Ik had nooit kunnen denken dat het zo’n vaart zou lopen”, bekent O’Neill, die zich als voorzitter van het bedrijf nu toelegt op de educatieve O’Neill Sea Odyssey (zie kader). “In de jaren vijftig was surfen helemaal niet cool, een vies woord zelfs. Dat was iets voor werkloze luieriken die bier dronken en meiden versierden. Ik weet nog dat vrienden zeiden : O’Neill, eenmaal die vijf surfers in Santa Cruz zo’n clownspak hebben gekocht, kun je de boel wel sluiten.” Tegenwoordig wordt voor die oude, vaak ‘versleten’ uitrusting grof geld betaald. Een handvol winkels in en rond Santa Cruz hebben van vintageplanken immers hun specialiteit gemaakt, en van de ooit onbeduidende kuststad een Mekka voor surfers. De vrienden van O’Neill zouden Santa Cruz niet meer herkennen.
Tekst en foto’s Wim Denolf
Duizenden surfers wereldwijd trotseren het ijskoude water in pakken van O’Neill, dat ooit begon in een garage naast de autoweg.
Leven op het ritme van getijden en stromingen : voor, tijdens of na het werk zoeken heel wat inwoners het water op.
Jack O’Neill : “In de jaren vijftig was surfen nog een vies woord. Iets voor werkloze luieriken die bier dronken en meiden versierden.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier