De varkens hebben er de pest in, de koeien zijn dol en de kippen in de olie. Hoog tijd dus om de zaken anders aan te pakken. In Duitsland zijn ze ons al een stap voor. Bericht uit de Rommelmühle, Europa’s grootste groene shoppingcenter.

Mijn eerste opstoot van milieubewust leven dateert van de late jaren ’70. In de kringen die ik destijds frequenteerde, stond er altijd wel een grote pan met ongepelde rijst op de houtkachel te pruttelen, en het minste wat je kon doen om je geloof in een betere toekomst uit te drukken, was de nylon zakken uit je ribfluwelen broek knippen. Ik ben zelfs nog een tijd verslaafd geweest. Niet aan wiet – iets in je mond steken dat in brand staat leek mij altijd al een dom idee -, maar aan zevengranenkoeken. Die betrok ik in enigszins muf ruikende winkeltjes die De Dovenetel of De Bloemkool of iets van die strekking heetten. Ze werden onveranderlijk gedreven door bleke meisjes met oranje haar die zich Bie, Maaike of Rozemarijn lieten noemen.

Toen de Zweedse klompen en de Indische soepjurken uit het straatbeeld verdwenen, deemsterden ook mijn groene idealen weg. Als een mens zich redelijk vitaal voelt, ondanks de inname van industriële hoeveelheden geraffineerde suiker en vetten – weliswaar overwegend van de meervoudig onverzadigde soort -, dan voelt hij zich niet zo gauw geroepen om zijn voedselvoorraad in te slaan in zo’n duffe en vaak ook dure reformzaak. Voor de rest meen ik redelijk milieubewust te leven: ik loos mijn gebruikt frietvet niet in het riool, spaar de lege batterijen van mijn cassetterecorder voor schoolklasjes die daarmee een computer bij elkaar sparen, en sorteer vlijtig huisvuil, ondanks mijn diepe afkeer van de groene zakken die al na vier dagen spontaan beginnen te ontbinden.

Dat wij in België nog nergens staan qua ecologie, wordt je vooral pijnlijk duidelijk in Duitsland. Tijdens een recent bezoek aan Berlijn viel het mij bijvoorbeeld op dat de ham bij het ontbijt smaakte zoals ik mij dat herinnerde uit mijn prille jeugd: niet naar zout water dus. En in de metro deponeerden plichtsbewuste burgers hun afval selectief in vier verschillend gekleurde design vuilnisbakken. In de Brusselse metro mag je al blij zijn dat je je nek niet breekt over de rondslingerende blikjes en half leeggegeten pakken friet. En toen was er het dioxineschandaal: avond na avond werden in het televisienieuws slappe kippenkadavers op een open stort gekiept. En vrijwel gelijktijdig was er dat bericht op het Internet: Europa’s grootste groene shoppingcenter is een succes.

De Rommelmühle blijkt in Bietigheim-Bissingen te liggen, een wat kleurloos stadje in de buurt van Stuttgart dat voordien maar één aanspraak op roem kon doen gelden: het is de woonplaats van Konrad Kujau, de vervalser van de dagboeken van Hitler, die daarmee de redactie van het weekblad Stern voor schut zette. En nu is er dus een milieuvriendelijk complex waar “mensen volgens ecologische principes leven, wonen, werken en consumeren zonder dat hun levenskwaliteit eronder lijdt”. Nooit gedacht dat ik nog eens uit vrije wil op reportage naar een voorstad van Stuttgart zou gaan.

In Bietigheim-Bissingen wijzen blauwe bordjes (groene lag blijkbaar te zeer voor de hand) de weg naar het ecoshoppingcenter, maar je kunt net zo goed de langharige jongelui met rugzakjes volgen of de onbespoten gezinnen met de kroost in fietskarren of draagdoeken. De Rommelmühle is een solide bakstenen gebouw van zes verdiepingen aan de oever van de Enz. Tot in ’96 waren hier de Stuttgarter Bäckermühlen AG gevestigd, de grootste graanmolen uit de regio, aangedreven door de raderen van een waterkrachtcentrale. Nu is het voormalige industrieterrein getransformeerd tot een woongebied en het fabrieksgebouw zelf, een beschermd monument, tot een shoppingcentrum met een bedrijfsoppervlakte van 8500 m2. De ligging is natuurlijk mooi meegenomen: vanuit de winkels en het restaurant heb je een aardig uitzicht over een kleine waterval in de Enz en de terrasvormige wijngaarden op de tegenoverliggende oever. Bij de bouw van de 36 gezinswoningen werd kwistig omgesprongen met blank hout, op de daken vallen meteen de zonnepanelen op. In ’93 en ’94 trad de Enz buiten zijn oevers, met veel waterellende tot gevolg. De nieuwbouw staat dan ook “op stelten” en de benedenverdieping van het shoppingcenter werd verhoogd. Alle gebouwen zijn via plateaus en loopbruggen bereikbaar. Er is een schuchtere aanzet tot een groenzone, een speeltuintje en een zandbak. Naast de meeste deurmatten staan kleuterschoentjes: we bevinden ons duidelijk in kindvriendelijk gebied.

Nu zijn er wel meer groene shoppingcentra, de Groene Passage in Rotterdam om maar iets te zeggen, maar het unieke aan de Rommelmühle is dat het shoppingcentrum integraal deel uitmaakt van een leefgemeenschap. Daar zit een hele theorie achter die op (kringloop)papier nogal wollig overkomt. Uit de mond van Katharina Schwertführer klinkt het allemaal een stuk overtuigender. Katharina is de jonge persverantwoordelijke van de Rommelmühle. Ze woont in een van de 16 flats boven het winkelcentrum en heeft een laag wolligheidsgehalte. “Ons uitgangspunt hier is dat er dringend iets veranderd moet worden aan onze omgang met de natuur en dat die impuls vanuit een gemeenschap moet komen. Als individu heb je veel te weinig impact, het heeft geen zin om in je eentje grondstoffen- en energiesparende technieken toe te passen. Je kunt dus niet anders met de natuur omgaan zonder ook je omgang met andere mensen te wijzigen. Individualisering is volgens ons één van de hoofdoorzaken van de vernietiging van de natuur. Dat en het feit dat wonen, werken en cultuur beleven bij veel mensen strikt gescheiden zijn. Als je zoals ik te voet naar je werk kunt, geen auto nodig het om je inkopen te doen en je sociale en culturele leven zich grotendeels in de directe omgeving van je woning afspeelt, dan heeft dat een grote invloed op je energiebehoeften.”

Mij klinkt het allemaal nogal claustrofobisch in de oren, maar Katharina is enthousiast over het systeem van co-housing, waarbij er naast de individuele woningen ook een gemeenschappelijke ruimte van 1000 m2 voorzien is. “De oude stallingen waarin het gemeenschapshuis wordt ondergebracht, worden nu verbouwd en men palavert nog volop over de precieze indeling ervan. Wel staat al vast dat er een kinderopvang met speelruimte komt, een werkplaats en hobby-atelier, een bibliotheek, een fitnesscenter met sauna, een meditatieruimte en een feestzaal met keuken. De kinderopvang volgens beurtrol werkt trouwens al, en binnenkort komt er in samenwerking met Daimler-Benz een carpooling-systeem met drie gemeenschapsauto’s. De parking van het shoppingcenter werd bewust klein gehouden, er is plaats voor 200 auto’s. Wie uit het stadscentrum komt, kan de bus nemen, in de toekomst komen er elektrisch aangedreven voertuigen. De Rommelmühle is een beschermd monument, en daarom hebben alle eigenaars van huizen en flats gunstige afschrijvingsmodaliteiten voor de belastingen gekregen. Voor mij en veel anderen was dat een stimulans om hier iets te kopen. De meesten onder ons kenden elkaar al langer en we hebben allemaal min of meer dezelfde levensfilosofie. Zoiets helpt natuurlijk als er gemeenschappelijke beslissingen genomen moeten worden.”

Dat het grootste groene shopping- en wooncenter precies in Bietigheim-Bissingen ingeplant werd, is geen toeval. In de eerste plaats was er natuurlijk de oude fabriek die zich uitstekend leende voor het project. Daar komt nog bij dat de regio Stuttgart-Ludwigsburg een van de dichtstbevolkte en koopkrachtigste in heel Duitsland is. In een straal van 30 kilometer wonen 2,3 miljoen mensen, met een inkomstenniveau van om en bij de 116%. Katharina Schwertführer: “Gemiddeld halen we in de Rommelmühle zo’n 800 tot 1000 klanten per dag, wat de prognose van de marketingstudie zeer dicht benadert. Dat zijn zeker niet allemaal groenen of geitenwollensokken of hoe je het ook noemen wil, maar gewoon mensen die veel belang hechten aan de kwaliteit en de duurzaamheid van producten en die bereid zijn daar in sommige gevallen meer voor te betalen. Het spreekt vanzelf dat een massief meubel meer kost dan een uit spaanderplaat, maar je doet er dan ook veel langer mee. In de marketingstudie werd ook gepeild naar de reële behoeften van de klanten, en zo hebben we de branchemix van de winkels bepaald. Je vindt hier dan ook zowat alles wat je nodig hebt, op elektronische apparatuur na. Boven de winkels hebben architecten, tuinarchitecten, ingenieurs en bouwbiologen hun kantoor. Er is ook onderzoek gebeurd naar de degelijkheid van de aangeboden producten: wat wij zeker wilden vermijden, waren wazige new wave-winkeltjes met waardeloze gadgets.”

Er werd hier weinig aan het toeval overgelaten, dat had ik al door bij de eerste verkenningstocht in het shoppingcenter. Het is er ruim, licht, luchtig en de waar wordt op een aantrekkelijke manier gepresenteerd. Waar ik vooral van onder de indruk ben, is het verwarmings- en verluchtingssysteem van de Rommelmühle. Dat werd geconcipieerd door Archy Nova, een samenwerkingsverband van architecten, ingenieurs en ambachtslui dat al veertien jaar ervaring heeft met ecologische woningbouw. Katharina Schwertführer: “De energie wordt geleverd door de waterkrachtcentrale van de oude fabriek. De drie turbines produceren 1,8 miljoen kilowatturen stroom, wat voldoet aan de behoeften van ongeveer 600 gezinnen. Voor het shoppingcenter en de aanpalende woningen hebben we daar maar een vijfde van nodig, de rest gaat naar het stadsnet, tegen betaling uiteraard. Bij het produceren van stroom geven de turbines hitte af, waarmee we ons water verwarmen. In uitzonderlijke situaties, extreem koude winters bijvoorbeeld, kunnen we een beroep doen op een bijkomende centrale die op aardgas werkt. Maar ons energieverbruik is eigenlijk zeer laag. Dat komt door de ligging en de oorspronkelijke constructie van het gebouw en de goede isolatie. Bij de verbouwingswerken werd een 24 cm dikke laag van cellulosevezels aangebracht, die samen met de warmtevriendelijke dubbele beglazing zorgt voor een aangename atmosfeer zonder schadelijke bouwstoffen. In de zomer wordt het gebouw opgewarmd via de grote zuidfaçade. Als de stralingssterkte van de zon te groot is, treedt automatisch een jaloezieënsysteem in werking. Door een kanalisering onder het gebouw wordt dan ook koude lucht van de Enz aangezogen en door het gebouw gestuurd. De klimaatregeling is dus honderd procent natuurlijk, er is geen airconditioning, wat nogal ongebruikelijk is voor een openbaar gebouw van deze afmetingen. Dat spaart enorm veel energie en de klanten komen ons voortdurend vertellen dat de lucht hier zo aangenaam is om in te ademen. Er is ook een uitgekiend lichtmanagementsysteem, dat optimaal gebruikmaakt van het daglicht en werkt met sensoren op minder belichte oppervlakten. Het aantal en de sterkte van de lichtpunten is zo geregeld dat er geen sprake is van oververhitting. Er gaat hier echt niets verloren…”

Over al die energie- en natuurvriendelijke technologieën krijgt de bezoeker uitleg in de afdeling Haus und Raum. Nu lijd ik bepaald niet aan kluskoorts, en de spreekwoordelijke baksteen in de maag waarmee elke Belg geboren wordt, hebben ze bij mij duidelijk vergeten te monteren. Toch lijkt dit mij de meest interessante afdeling van de Rommelmühle. De bouwmaterialen zelf zijn verkrijgbaar in de Archy Nova Baufachmarkt. Ik buig me over dierlijke, minerale en plantaardige isolatievezels, over natuurharsverf, kurktegels, bodembedekking uit jute en scheerwol en vloeren uit massief kersenhout, en kom onder de indruk van de Deutsche Gründlichkeit. Om het eco-plus-certificaat te krijgen, moet een bouwproduct aan niet minder dan 25 beoordelingscriteria voldoen. Groene Duitsers zijn ook de aardigste Duitsers die er zijn: een vlassige jongen in opahemd geeft uitgebreid uitleg over de Solar SK 14, een kooktoestel op zonne-energie dat eruitziet als een kruising tussen een schotelantenne en een barbecue. Na een overstroming in Bangladesh kan zo’n machine levens redden, daar ben ik van overtuigd. Voor België lijkt ze me iets minder geschikt.

In een milieuvriendelijk huis horen milieuvriendelijke meubelen. Bij Firnhaber word ik verliefd op een massieve ahornhouten boekenkast die twee volledige wanden beslaat en in de hoek een elegante boog vormt. Zoals in een echte bibliotheek hoort er een trapje bij dat je langs een rail kunt schuiven. Niet echt een koopje voor 14.345 mark (287.000 frank), maar zo’n meubel heb je natuurlijk voor het leven. Firnhaber presenteert z’n aanbod over vier etages in de oude graansilo van de fabriek.

Wie last heeft van rugpijn, spierspanning, een slechte doorbloeding of kaduke tussenwervelschijven, heeft de keuze uit een uitgebreid aanbod medisch verantwoorde matrassen en lattenbodems in slaapkamers die er niet eens orthopedisch uitzien. Het bijpassende bedlinnen en de woonaccessoires komen van Grüne Erde, dat ook als postorderbedrijf werkt. De stijl doet aan Habitat denken: veel linnen en onbewerkt hout in natuurtinten. Groene Duitsers houden van sprekende meubelen: “Ein, zwei Handgriffe und ich bin ein Bett” vermeldt een bordje op een sofa. “Ich bin eine Tüte mit Glühbirne und leuchte”, werpt een lichtgevende papieren zak tegen.

Nee, dan liever een design natuurtapijt uit Katmandu. Linda Gänzle woonde met haar man en kinderen tien jaar in Nepal en startte er het project Formation Carpets voor vrouwen zonder bron van inkomsten, voornamelijk alleenstaande moeders. De vrouwen knopen tapijten naar Linda’s ontwerpen en worden daar behoorlijk voor betaald. Er is ook kinderopvang voorzien. In de Rommelmühle kun je zo’n tapijt bestellen: er is keuze uit vele designs, die op maat en in verschillende kleurschakeringen uitgevoerd kunnen worden. Ik vind ze best mooi, die etnische karpetten. Linda Gänzle: “En met de jaren worden ze nog mooier. Dat komt omdat ze vervaardigd zijn uit wol van Tibetaanse hooglandschapen. Door het gebruik wordt de lanoline in de wol naar de oppervlakte gemasseerd, wat het tapijt een bijzondere glans geeft. De wol is ook heel sterk. Zo’n tapijt gaat zeventig tot honderd jaar mee en is bijzonder gemakkelijk te onderhouden, want de lanoline is ook vuilafstotend. Wie zo’n tapijt uit Nepal bestelt, moet rekenen op een leveringstijd van vier tot zes maanden. Je krijgt er een zegel bij dat garandeert dat het tapijt geen enkele chemische substantie bevat en dat bij de vervaardiging geen kinderarbeid gemoeid was. Lufthansa garandeert ons dan weer dat de tapijten in hun vliegtuigruimen niet besproeid of vergast worden.” De prijs van zo’n authentiek Nepalees tapijt hangt natuurlijk af van de afmetingen, maar voor een volwassen exemplaar moet je rekenen op zo’n 1700 mark (ongeveer 34.000 frank).

Vrouwen van een ander sociaal project vervaardigen pashmina-sjaals en schouderdoeken in de schitterendste kleuren. De voorbije winter werd zowat elk topmodel met zo’n sjaal gesignaleerd. “Makes cashmere feel like cardboard” beweerde Vogue en het is waar: zo’n doek uit handgesponnen wol, uitsluitend afkomstig van hals en buik van Himalaya-geiten, is warm maar vederlicht, en voelt zijdezacht aan.

Geen Brauhaus zonder Bratwurst, maar in de Rommelmühle is ook die bio, net als het bier, het ter plekke gebrouwen Flösser Bräu, dat in vier variëteiten bestaat. Liefhebbers nemen het naar huis in smakelijke en hervulbare tweeliterkruiken, of meteen in een vat.

Meer onbespoten spul vind je in de biosupermarkt 1000 Corner. Het aanbod groenten en fruit stemt minder tot droefheid dan in de doorsneereformzaak, maar het is natuurlijk lang niet zo uitgebreid en exotisch als in een GB of Delhaize. Hetzelfde geldt voor de bioslagerij. Salami zonder kleurstof is donkerbruin: zonder twijfel gezonder, maar het is wel even wennen. De prijzen van de natuurkost liggen iets hoger dan in een gewone Duitse supermarkt, maar dat neemt niet weg dat de winkel ook ’s morgens vroeg al druk beklant is. Vooral de bakkerij, met zijn aantrekkelijk en gevarieerd aanbod van volkorenbrood, gezond gebak en koeken doet goede zaken. Ook de bioverzorgingsproducten en voedingssupplementen vinden gretig aftrek.

Meer dan twintig winkels zijn er in de Rommelmühle. Ik zie mij niet meteen tot de aanschaf van eerlijk katoenen ondergoed overgaan, en een didgeridoo, een regenstok of een bergkristal met een lampje erin staan ook niet meteen op mijn verlanglijstje. De natuurbalsamico en biowijn spreken wel tot mijn verbeelding, om maar te zwijgen van de Insel im See-massageolie. Een bezoek aan de biokapper lijkt me ook wel wat. Bij Wings wordt voornamelijk met producten van Aveda gewerkt. Een haarwasbeurt omvat een twintig minuten durende hoofdhuidmassage, die je liggend ondergaat en uiterst ontspannend werkt. De meeste klanten vallen dan ook prompt in slaap op de “wastafel”. Föhnen gebeurt alleen bij bewerkelijke kapsels. Kort en lang haar wrijft de kapper droog met twee grote poezelige handschoenen in badstof. Het resultaat is een gezond glanzende, natuurlijke haardos.

Na een dag intensief ecoshoppen vraag ik me boven een gepofte aardappel met zalm en kruidenkwark af of ik een Rommelmühle-adept zou worden, mocht er bij mij in de buurt zo’n groen shoppingcenter zijn. Ik vermoed van wel, al was het maar om de vriendelijke sfeer, de zevengranenkoeken en het idee dat ik tenminste iéts zou doen om de algehele ondergang van de mensheid nog even uit te stellen.

Voor alle inlichtingen: Ökozentrum Rommelmühle, Flösserstrasse 60, 74321, Bietigheim-Bissingen, Tel. (0049) 7142/93.71.00, fax (00-49) 7142/93.71.01; www.rommelmuehle.n-e-w.de

Formation Carpets: Tel. (00-49) 7142/93.72.00.

Linda Asselbergs / Foto’s Kristien Buyse

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content