Prinsessen dragen mantels

Een jas is een stuk textiel dat je aantrekt. Een mantel omhult je, geeft je stijl en standing, houdt de belofte van elegantie in zich. Zijn 55ste verjaardag viert Max Mara dan ook met een expo over dit kledingstuk dat het merk groot maakte.

Actrices Cate Blanchett en Catherine Zeta-Jones weten nog goed wat ze droegen tijdens hun mooiste momenten. Cate zei ja tegen de man van haar leven in een witte mantel, la Zeta-Jones droeg een camelkleurig exemplaar toen Michael Douglas haar ten huwelijk vroeg. Beide mantels waren van het Italiaanse huis Max Mara. De enkellange, camelkleurige versie in kasjmier is het kroonjuweel uit hun archief, een klassieker die tot het collectieve onderbewustzijn behoort, in die zin dat iedereen zich er een voorstelling van kan maken. Het archetypische van chic. Te mooi om zomaar jas tegen te zeggen.

Is er wel een verschil tussen een jas en een mantel? In onze taal niet. We gebruiken mantel vaak als synoniem voor jas. Al klopt dat volgens onze bescheiden mening niet helemaal. Een mantel is misschien een jas, maar niet elke jas is een mantel. Sta ons toe dit even te verduidelijken.

‘Jas’ is één van de eerste woordjes die een kind leert lezen. Een woord ook dat een kind meer te horen krijgt dan hem of haar lief is, als in: “Trek je jas aan als je buiten gaat spelen.” Waarmee we meteen op de functionele betekenis van het woord komen, een stuk overkleding dat een mens beschermt tegen weer en wind. Iets anders is het gesteld met de mantel. Een mantel is wat een meisje tekent als ze in haar prinsessenperiode is. Om maar te zeggen dat zelfs een vijfjarige instinctief het verschil tussen de twee aanvoelt. Een mantel draagt de verwachting van elegantie in zich.

Het verschil in benaming heeft volgens ons ook iets te maken met de relatie tussen jas / mantel en eigenaar. Een mens wordt immers altijd en overal vergezeld door zijn overkleding, als een stille getuige van het leven. Het kan niet anders dat het kledingstuk af en toe een emotionele betekenis krijgt, zoals de exemplaren die bovengenoemde actrices droegen. Terwijl een jas een stuk textiel is dat je aantrekt, is een mantel als een gewaad waar je je in hult, om de wereld te trotseren, misschien zelfs te imponeren. Hoe dan ook, de mantel is ook dit jaar een vaste afspraak op de modeagenda: geknipt en in elkaar gezet met oog op effect, elegant of dramatisch. Het kan haast niet anders in een seizoen dat ongegeneerd damesachtig is.

In het boek A Guide to Elegance draagt auteur Geneviève Antoine Dariaux een hoofdstukje op aan de mantel. “Ik wou dat ik mijn mantel nooit hoefde uit te trekken”, schrijft ze. “Het is het perfecte kledingstuk.” Hoewel het werk dateert uit 1964, en de schrijfster in kwestie een soort Trinny & Susannah avant la lettre was, blijkt haar uiteenzetting verrassend actueel. Poëtische uitlatingen hoeft u niet te verwachten, een praktische lijst met do’s-and-don’ts daarentegen wel. Waarbij ze kleine en ronde dames de les spelt en hen afraadt een mantel te kiezen die voorbij de knie reikt en een dubbele rij knopen heeft. Verder geeft ze de lezeres een lijstje mee met het absolute minimum voor een mantelgarderobe. Die moet volgens mevrouw Dariaux een wintermantel met kraag bevatten (of, indien zonder kraag, met bijbehorende sjaal), een lichte wollen mantel in grijs, wit of beige voor de tussenseizoenen, een regenmantel en een zijden exemplaar voor een avondje uit (volgens de experte is deze laatste chiquer dan een bontmantel). De beste investering zou een zwart exemplaar moeten zijn, op voorwaarde dat het ontwerp uitmuntend is, en een fel gekleurde mantel is het leukst om de stad mee in te trekken. Kwestie van een opkikkertje te krijgen telkens u uzelf weerspiegeld ziet in een uitstalraam.

Victoriaanse cape

De kledinggeschiedenis leert dat de jas, en dus ook de mantel, de nakomeling is van de cape. Die op zijn beurt weer ontstond uit de huiden die onze prehistorische voorouders droegen om zich te beschermen tegen de kou. Toen men de kunst van het weven onder de knie kreeg, hulde de mens zich met hetzelfde doel in dekens, die ook ’s nachts dienst deden. Zelfs toen er al iet of wat een patroon in was geslopen, de deken een kap had en splitten om de armen door te steken, en dus een cape was geworden, deed het stuk nog dubbele shifts. In Noord-Afrikaanse en Arabische landen behoort de cape nog steeds tot de traditionele garderobe en heet hij boernoes.

De cape onderging doorheen de eeuwen tal van veranderingen, maar de voorbode van de mantel zoals we hem nu kennen, met mouwen dus, diende zich pas aan in het begin van de negentiende eeuw. De enige capeachtige die was aangepast aan de anatomie van ons lichaam heette in die tijd de ‘redingote’, gemaakt om wendbaarder te zijn tijdens het paardrijden. Enkel gepast voor de amazone, op andere gelegenheden droegen vrouwen nog steeds een cape.

Maar in diezelfde eeuw begon het te roeren op mantelgebied. Er kwamen kortere capejes in allerlei frivole uitvoeringen, en uiteindelijk ook met mouwen. Een heel nieuwe wereld opende zich voor de kleermakers, die zich uitleefden in het creëren van mantelets, korte capeachtige versies met een voorzichtige notie van een mouw.

Met de twintigste eeuw, de eeuw van de mode, kwam eindelijk de mantel in jasuitvoering. Vrouwen stelden steeds hogere eisen aan hun kleren, die naast elegant ook praktisch moesten zijn. Twee mouwen en een gemakkelijke sluiting waren een voorwaarde. De vorm evolueerde van een wijde A-lijn naar een naar onderen nauwer toelopende cocon, een typische Charlestonstijl.

De cape werd verbannen naar de wereld van de uniformen. Verpleegsters en postbodes zag je er nog mee, maar niet de moderne vrouw. Na de Tweede Wereldoorlog, in de jaren vijftig, maakte het capeje een comeback, net als het korset overigens, dat in eerste instantie ook verbannen was omdat het niet gemakkelijk zat.

Sinds enkele seizoenen is de cape opnieuw een must-have. Net als andere traditionele mantelmodellen. Het repertoire aan jassen en mantels om stijlsgewijs uit te putten is groot. Deze winter is de anorak, of de parka zo u wilt, opnieuw en vogue, een praktische dikke jas met een met (nep)bont gevoerde kap, ideaal tegen de kou. Iedereen kent ook de duffelcoat, of de houtje-touwtje, een wollen jas met houten sluiting. De Eisenhower is ook weer helemaal in, het militair geïnspireerde nauw aansluitende jasje dat ooit werd geïntroduceerd door de gelijknamige generaal. Ook de caban behoort tot de vaste waarden, de dikke overslagjas met dubbele rij knopen, ook wel gekend als zeemansjas. En de trench hoeven we u ook niet meer voor te stellen, oorspronkelijk ontworpen voor soldaten door Thomas Burberry, en opnieuw een vaste waarde in het straatbeeld.

‘Coats! Max Mara, 55 years of Italian fashion’ loopt van 30 november 2006 tot 4 maart 2007 in de Kunstbibliotheek van het Kulturforum Potsdamer Platz, Matthäikirchplatz 8, 10785 Berlin-Tiergarten, +49(0)30 266 2951, www.smb.spk-berlin.de

Door Cathérine Ongenae

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content