BIEZONDER

Toen Ben Harper “Welcome to the cruel world” uitbracht, bleek hij tot de revelaties van ’94 te behoren. Nu zijn er meer artiesten die het in zo’n geval niét waarmaken dan wel, maar met “Fight for your mind” (* * * * * Virgin) legt deze zwarte Californiër z’n kaarten open en bloot op tafel : dit wordt niet alleen Een Hele Grote, hij is het al. Het tekstuele engagement in de meeste songs zowel maatschappelijk als relationeel is gebleven, maar het niveau van de veertien komposities is duizelingwekkend hoog : op deze parel valt géén opvulsel te vinden. Ook biezonder spannend is de manier waarop Harper op gitaar, Juan Nelson op bas en Oliver Charles op drums hun beperkt instrumentarium overstijgen : de ene keer beperkt Harper zich tot sobere pracht (“Another lonely day”), maar de volgende keer trekt men rond een krolse bas een onweerstaanbaar funky decor op of donkere rock (het meer dan elf minuten durende “God fearing man”). En àls er al eens van extraatjes sprake is (de strijkers op “Power of the gospel”, de wonderlijk warme Hammond op “By my side”), dan zijn die funktioneel en verrijkend. In een notedop : vijf sterren reserveren wij voor een handvol platen per jaar. “Fight for your mind” is zo’n witte nu ja merel.

LIVE

Sommige bands kunnen in Amerika waanzinnig populair zijn en in Europa louter brakke grond vinden. De GratefulDead zaliger en, in een recenter verleden, de Spin Doctors hebben live in onze streken nooit aangesproken. Dat hoeft niet noodzakelijk matige kwaliteit te impliceren. Twee argumenten voor die stelling zijn de dubbel-cd’s “A live one” (* * * * Elektra) van Phish en “Joe Dirt Car” (* * * Slash/Reprise) van de BoDeans.

Phish is bij ons kwasi onbekend, ondanks vijf voorafgaande cd’s, maar in Amerika even groot als de Dead aan het worden inclusief de trouwe fans, die even intensief tapes uitwisselen. Ook qua lengte van koncerten zijn er parallellen want “A live one” bevat amper twaalf tracks (waarvan de helft nooit eerder verscheen), maar de langste duurt dan wel om en bij de 35 minuten. Jazzy en psychedelisch, a capella en rockend, improvizerend en handig inspelend op de publieksrespons en vooral muzikaal indrukwekkend : allicht is Phish niet mainstream genoeg voor een breed publiek, maar fijnproevers kunnen dit met de oren dicht meenemen.

De folkrockers BoDeans startten ooit overtuigend in een produktie van T-Bone Burnett, maar hebben sindsdien niet zo vaak meer het perfekte evenwicht gevonden tussen roots en rock. Vandaar dat de idee om het beste uit hun voorbije cd’s live voor de posteriteit te bewaren niet dom was, want op het podium bleef de band wel bekoren. In de periode 1989-1994 werden dus talloze koncerten ingeblikt en de hoogtepunten ervan zijn naadloos aaneengebreid op “Joe Dirt Car”. Wij verwachten niet dat België er wakker van ligt, maar wij bewonderaars van het eerste uur, die nog warm worden bij de souvenir van hun show in de Beursschouwburg zijn er dik blij (en vice-versa) mee.

EN DAN OOK

– Holly Cole : “Temptation” (* * * * Metro Blue). De Canadese chanteuse Holly Cole gewoonlijk een trio vormend met pianist Aaron Davis en bassist David Piltch staat in haar eigen land bekend als interpretatrice van standards, die zij een geheel nieuwe aankleding geeft. Dat procédé past zij ook toe op het magnifieke “Temptation”, al is deze cd helemaal toegespitst op het werk van Tom Waits. Op een paar uitzonderingen na (een pakkende uitvoering van “The heart of saturday night” bijvoorbeeld) heeft Cole geopteerd voor minder bekend Waits-materiaal, maar dat mag nauwelijks een belemmering heten : dit is het meesterwerk dat de Ierse Mary Coughlan had kunnen maken, indien ze zich niet was blijven associëren met de Nederlandse kneuterigheid van Flairck.

– Elvis Costello & Bill Frisell : “Deep dead blue” (* * * * Nonesuch/Warner). De voorbije zomer was Elvis Costello direkteur van het Londense Meltdown Festival, waar hij merkwaardige muzikale kombinaties op het podium vormde. Soms nam hij daar zelf aan deel en zo kon het gebeuren dat hij op 25 juni met gitarist Bill Frisell koncerteerde. En hoe ! Zelfs voor Costello-afficionados als wij is de kwaliteit van Cos’ stem en performance van een duizelingwekkend niveau, meer nog : wij hebben hem zelden beter bij stem geweten dan op deze zeven raspaardjes. Zijnde : “Weird nightmare” (de Charles Mingus-kompositie), “Love field”, “Shamed into love” (z’n co-kompositie met Ruben Blades), “Gigi” (de musical-song van Lerner & Loewe), “Poor Napoleon”, “Baby plays around” en “Deep dead blue”, een nieuwe song van Costello en Frisell.

– Luna : “Penthouse” (* * * * Elektra). Dean Wareham (ex-Galaxie 500) is een intellektueel met een Velvet Underground-obsessie. Z’n teksten zijn zelden voordehandliggend, zijn muziek is sfeervol en minimaal : enkel de gitaar van Tom Verlaine (ex-Television), een eenzame mellotron of een cello smukken de ingetogen sound hier en daar op. Erg mooi plaatje, voorwaar.

P.S. Let op de mystery track : “Bonnie & Clyde”, ooit een Gainsbourg-Bardot-duet, nu overgenomen door Wareham en Laetitia Sadier (Stereolab).

– Palace Music : “Viva Last Blues” (* * * * Palace Records). Het maakt geen ene moer uit of Will Oldham en Co zich Palace, Palace Brothers of Palace Music noemen, de imposante treurigheid straalt uit àl hun werkstukken. Opgenomen met Steve Albini achter de knoppen en misschien iets voller/gevarieerder qua sound is “Viva LastBlues” een cd’tje dat je nu moet kopen, opbergen en draaien als het blad aan het vallen gaat. Tranen in de Hemel.

JACKY HUYS

Harper : vijf sterren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content