Met ?Een jaar in de Provence? werd hij wereldberoemd, maar dat liep uit de hand. De fans kwamen in bussen langs zijn idyllische huis gereden, en af en toe dook er een in zijn zwembad. Peter Mayle vluchtte naar de Verenigde Staten en schreef er een nieuwe roman, die zich afspeelt in… het zuiden van Frankrijk.

Jim Schilder Foto : Lieve Blancquaert

Uitzicht op zee. Kalme branding. Zacht gesnurk van de hond.

De zeer vrijstaande villa ligt op een paar uur rijden ten oosten van New York, in de East Hamptons het gewilde vakantiegebied voor rijke Amerikanen. Half Hollywood verstopt zich er in de zomer achter de hoge heggen die de landhuizen omringen. Steven Spielberg, Barbra Streisand dat volk.

Mayle komt niet uit Hollywood, maar is wel beroemd. Dankzij Een jaar in de Provence, een van de ongeveer veertig boeken en boekjes die hij de afgelopen twintig jaar heeft geschreven. Een luchtige bundel over de dagelijkse beslommeringen in het begin van zijn Franse jaren. Sinds de verschijning in 1989 zijn er meer dan vijf miljoen exemplaren van verkocht, in zeventien talen.

Hij had het succes niet verwacht. Ook de talrijke fans niet die na lezing de auteur met een bezoekje vereerden. Vorig jaar is Mayle gevlucht. Naar de Verenigde Staten, omdat vier van zijn vijf kinderen daar wonen en zijn uitgever in New York zit. Het huis in de Provence is verkocht. Deze maand nog hoopt hij er een nieuw onderkomen te vinden. ?Ik heb me voorgenomen daar niet over te schrijven.?

Peter Mayle : ?Mijn vader reisde veel. Hij was een ambtenaar inzake de kolonies. Borneo, de West-Indies, Bermuda. Ik heb hem niet veel meegemaakt. Gemist ? Misschien. Vanaf mijn zevende zat ik op een kostschool. Ik haatte het. Waarschijnlijk heb ik daar die grondige afkeer ontwikkeld voor autoriteiten. Het was allemaal zo dòm. De kadaverdiscipline. Als een knoop van je jasje los zat, werd je geslagen. Of als je de strohoed niet droeg, geslagen. Steeds weer.?

Peter Mayle klinkt zoals een fatsoenlijke Brit moet klinken. Een rijke woordenschat, zorgvuldige zinnen, minutieus gearticuleerd, soepel geserveerd. Hij oogt zoals een fatsoenlijke bewoner van de Hamptons moet ogen. Kasjmier vest (zacht geel), T-shirt (zacht paars), makkelijke lange broek (gebroken wit), dockboots (zacht bruin), geen sokken.

Uit de stad hebben we een walnotenbrood meegebracht, van een bakker die La Boulangère heet. Mayle haalt de halve bol uit de zak, ruikt er aan, knijpt er in, en spreekt zijn dankbaarheid uit.

In al uw boeken wordt vaak en lekker gegeten.

Peter Mayle : De eerste achttien jaar van mijn leven wist ik niet wat eten was. Die kostschool, dat begon kort na de oorlog ; het eten was een viezige, grijze brei. Je had geen idee of het vlees was, of groente, of iets anders. Toen ik als tiener tijdens een schoolreisje voor het eerst in Frankrijk kwam, vielen de schellen van mijn ogen. Ik onderging compleet nieuwe smaaksensaties. Brood was lèkker, er was nota bene boter. Al die kaasjes. Al die worsten. Toen wist ik dat er meer was dan steak en chips. Jennie kan goed koken, dus toen we in Frankrijk gingen wonen, was het eind zoek.

Ik ontdekte bovendien dat je research voor boeken ook met mes en vork kunt doen. Het is mijn favoriete vorm geworden. Ik bezoek alle restaurants waarover ik schrijf, want ik wil niet dat mijn personages slecht te eten krijgen. In mijn nieuwe boek komt een restaurant in Parijs voor, waar Toulouse Lautrec graag kwam. Het leek me een passende lokatie omdat kunst een belangrijke rol speelt in dat nieuwe boek. We hebben we er heerlijk gegeten. En tegen de fiscus kan ik in alle oprechtheid zeggen dat het voor onderzoek was.

?Anything Considered?, het boek dat deze zomer is verschenen, gaat over de jacht op een geheime formule waarmee men de altijd zeldzame truffel zou kunnen kweken. Vindt u truffels het lekkerste wat er is ?

Ja ! Vooral in de winter. Ze zijn op hun best na de kerst, als het in de Vaucluse echt koud wordt. Al ruim voor die tijd worden er forse prijzen geboden, maar dan zijn ze nog niet helemaal op smaak. Goede truffels zijn zo apart door de kracht van de smaak en de geur. Stop een truffel in een doos met eieren, en een nacht later smaken alle eieren er naar.

In het boek komt het vaak voor dat iemand zich verheugt op de dingen die komen gaan, maar dat er ineens iets gebeurt waardoor alles ineen stort.

Het leven voldoet zelden aan de verwachtingen. Maar we zijn optimisten, en veren weer op. ?Gisteren was het klote maar morgen kan het prachtig zijn? dat houdt de mensen gaande. Daarom trouwen ze, krijgen ze kinderen, investeren ze. Ik ben een optimist, maar wanneer je je leven echt probeert te plannen, dan gaat er iets mis. Destijds dacht ik dat we Frankrijk nooit meer zouden verlaten, dat ik zou overlijden onder een tafeltje in een café en zou worden begraven in de wijngaard. Toen werd dat boek zo’n succes, en door de gevolgen zit ik nu in de VS. Ik plan niet meer ver vooruit.

U bent niet altijd aardig voor uw personages. Een Italiaan is een typisch maffia-mannetje, een Britse lord is heel erg, nou ja, Brits. De monniken in een klooster zitten daar voor de wijn en belastingontduiking. De lokale postbeambte stoomt brieven open voor ze te bestellen.

Ik ben er vaak van beschuldigd karikaturen te schetsen. Maar die Italiaan bestaat echt, die runt in Londen een restaurant ; hij zegt echt dingen als ‘he is skating on thin egs’. Mijn karakters komen uit het volle leven, waarvan ik zoveel steel. En ik beschrijf ze toch niet zó onaardig ? Veel Britten die in de Provence op vakantie komen, zijn ronduit arrogant en onbeleefd. Ze weigeren een woord Frans te spreken. Ik schaam me soms rot als ik zie hoe ze een vrouw in een Provençaals dorp te woord staan. Dan begint zo’n Brit op een toon alsof hij het tegen een klein kind heeft. Hellooo, I-would-like-two-egs. Egs. You-know, these-birds, pok-pok-pok ! En als ze het niet begrijpt, zeggen ze het nog eens luider en langzamer. Ze zijn te beroerd om een paar Franse woorden op te zoeken.

U houdt ook niet van journalisten. In uw boek staat : ?Voor deze ene keer was het de journalisten gelukt de details correct weer te geven.?

Dat komt voort uit eigen ervaring, en het slaat op de Britse pers. Toen Een jaar in de Provence zo’n succes was, kon je in Engeland nauwelijks een krant opslaan of je las dat de Provence door mij om zeep werd geholpen. Ze schreven ook roddelstukjes over wat ik deed of juist niet deed : mijn vrouw en ik gingen uit elkaar, we waren zelfs gescheiden, mijn oudste zoon was aan de drank en praatte niet meer tegen me. De Britse pers is een mix van kwaadaardigheid en slordigheid.

Geldt dat ook voor een krant als The Independent ?

Die drukte ooit een plattegrond af van de streek met mijn huis er op, en schreef : ga er heen en val de man lastig. Gelukkig waren ze te stom om een correcte kaart af te drukken. The Guardian pubiceerde mijn geheime telefoonnummer, dat leek ze wel grappig. Maar het nummer klopte niet. Een stakker in de buurt moet al die idiote telefoontjes hebben gekregen.

Dat alles omdat ze vonden dat u de Provence verpestte.

Dat was niet de echte reden. Individueel succes in Engeland betekent dat je vogelvrij bent.

De BBC had er al een serie van gemaakt. Nu begint in het voorjaar aan de Franse zuidkust de Hollywood-verfilming van het boek. Betekent dat nog meer toeristen voor de Provence ?

Die kans is niet zo groot, want er zijn niet meer bedden. De bestemmingsplannen zijn heel streng. Je kunt er niet zomaar een hotel neerzetten, of een pretpark. Bovendien is het een heel groot gebied, met relatief weinig inwoners. Natuurlijk komt er een hoop volk in juli en augustus, zoals overal in Zuid-Europa. Maar in het zuiden van Frankrijk is tachtig procent van de toeristen Frans. Die komen daar al jaren. Dat is niet aan mij te danken, en ook niet mijn schuld. Natuurlijk, door mijn boeken zijn er mensen op af gekomen die er anders niet waren geweest. Maar ik denk dat zij voor dezelfde dingen komen als waar ik voor kwam. Voor het landschap, de ruimte, de sfeer, de rust. Ik ben niet veel verder van huis geweest dan een kilometer of dertig. De dagen glijden vanzelf voorbij op een aangename manier. Je kunt er heel tevreden zijn met heel weinig. De natuur biedt genoeg. En ik hou van de Fransen. Toerisme is een fact of life, het is van belang voor het gebied. De Provence heeft steeds meer moeite om te overleven met alleen de agricultuur ; die lijdt onder de afname van overheidssubsidies wegens de Europese eenwording. Met dat geld hielden veel kleinere boeren het hoofd boven water, maar die moeten nu iets anders verzinnen. Velen vertimmeren een schuur of een gebouwtje tot appartement. Voor toeristen. Dat wordt een belangrijke bron van inkomsten. Alternatieven zijn er niet. Kleine industrie ? Ik moet er niet aan denken. En voor grootschalige landbouw is het terrein niet geschikt.

Bent u nu door uw boeken ‘uw’ Provence niet kwijtgespeeld ?

O nee. Ik ga er weer wonen. Ik heb geen spijt. Het was een bijzondere ervaring. Ik heb bijzondere mensen ontmoet. Er waren verrassingen. Ik heb veel geld verdiend. En ik ben nu een populaire auteur, dat was toch de bedoeling. Wel vind ik het jammer dat ik het huis niet kon houden, na alles wat we er aan hadden gedaan, en alle mooie dingen die we er hebben meegemaakt.

Peter Mayle, Anything Considered, uitg. Hamish Hamilton. In het Nederlands zijn verschenen : Hotel Pastis, Een jaar in de Provence, Toujours Provence, uitg. Het Spectrum.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content