Ik heb een oom van 94 die nog elke dag gaat werken in zijn eigen zaak”, zegt Madelyn. We zitten met acht bij haar aan tafel. Het gesprek gaat over de vraag hoeveel jaren onze gastvrouw haar veeleisende job van psychotherapeute nog denkt te doen. Madelyn is een prille vijftigster, een jonge spruit dus naast haar oom. “Je oom doet in kurk”, zegt haar dochter Jenny op een toon die suggereert dat haar moeder appels met citroenen vergelijkt. Jenny is zelf ook psychotherapeute, maar haar passie is schrijven. Binnenkort verschijnt haar eerste boek. “Als ik 94 ben, hoop ik nog elke dag te kunnen schrijven”, zucht Jenny.

Op je 94 nog steeds doen wat je passie is, mocht dit ons allemaal maar overkomen. Mijn eigen grootmoeder kon geen minuut stilzitten. Ik vond dat prachtig. Mijn vader was van hetzelfde hout gesneden, tot hij vorige herfst plots ziek werd. Je zou de ouders van Tom moeten zien. Zijn vader van 85 houdt zich eindeloos bezig in zijn prachtige tuin, leest en studeert talen. Zijn moeder, zeven jaar jonger, is even actief. Maar in tegenstelling tot haar man heeft ze moeite met stappen. Erg is dat niet. Ze is op dat vlak in een jongemeisjesstadium blijven steken en loopt of huppelt waar een ander stapt.

Milton Garland Dies at 104; One of Oldest Workers in U.S.” is de titel van een lang doodsbericht in de krant. De heer Garland begon in 1920 voor 47 cent per uur te werken in een koelbedrijf. Hij bleef er aan de slag tot afgelopen mei. Hij begon als arbeider maar vond al snel dingen uit die koelsystemen verbeterden. Zijn uitvindingen koelden melkerijen, kippenslachterijen en zelfs goudmijnen in Zuid-Afrika. In zijn laatste levensjaren evalueerde hij wekelijks 2000 patenten die met koelsystemen hadden te maken. Voor het geld hoefde hij het natuurlijk niet meer te doen, maar hij bleef er plezier in vinden. “Je moet leven alsof je eeuwig gaat leven, niet alsof je morgen gaat sterven”, was zijn advies. Zijn lang leven schreef hij toe aan het feit dat hij geen zuurkool at.

Ik heb de laatste tijd nog meer van die mooie verhalen gehoord in een radioserie over actieve hoogbejaarde Amerikanen. Een één eeuw oude professor rechten die elke dag nog les geeft, een bekende hersenchirurg van bijna negentig die een wachtlijst heeft van jonge dokters die staan te trappelen om met hem te mogen opereren, en een dame van 101 die elke dag zwemt, boodschappen doet, kookt en in de tuin werkt. Het is slechts een greep uit de goedgevulde ton voorbeelden.

Vergeleken met hen is de 81-jarige Hazel Bergholm een piepkuiken. Maar toch. Elke werkdag staat ze stipt om 7 uur in haar piekfijn gestreken uniform in een McDonald’s in de wijk waar ik woon. Ze wenst de klanten goedemorgen, veegt de tafeltjes schoon en zorgt voor de algemene goede orde. “De kinderen zeggen granny (oma) tegen mij”, lacht ze. “Ze luisteren beter naar mij dan naar hun ouders.” Hazel is een beetje een plaatselijke beroemdheid. “Ik was vroeger schoonmaakster in een ziekenhuis”, vertelt ze. “Nadat ik op pensioen ging, begon ik depressief te worden. Ik kreeg pijn hier en daar. Een vriendin zei me: jij verveelt je, je moet iets gaan doen. Ze gaf me een jobadvertentie van McDonald’s. Ik ging me aanbieden en kon meteen aan de slag. Dat was negen jaar geleden. Ik doe mijn werk heel graag. En met mijn klein pensioen is het mooi meegenomen.”

Hazel, zo schat ik, zal niet veel meer dan het minimumloon verdienen (5,25 dollar per uur). Een habbekrats dus in vergelijking met wat de uitvinder, de professor of de chirurg verdienen; 29 procent van de Amerikaanse bejaarden die werken, doet dat voor het minimumloon. Sommigen, zoals Hazel, mogen dan wel graag werken, anderen doen het puur om wat beter te kunnen overleven. De vraag naar oudere ongeschoolde werkkrachten is voorlopig nog groot nu het zo goed gaat met de economie. Een nieuwe wet laat gepensioneerden nu zelfs toe om zoveel te werken en zoveel te verdienen als ze willen zonder dat hun pensioen erdoor vermindert. En straks wordt de pensioengerechtigde leeftijd opgetrokken van 65 naar 67. Iedereen aan de slag, is tegenwoordig de boodschap in Amerika. Van gepensioneerden tot al diegenen die dagelijks van de sociale bijstand worden gewipt.

Er zijn natuurlijk uitzonderingen, zoals de vier chique, hele rijke New Yorkse dames wier foto in de zondagskrant staat. De jongste is 90. De oudste, de beroemde Brooke Astor, is 98. Nog steeds maken deze vrouwen zich elke avond op, trekken ze een van hun vele dure jurken aan en verschijnen ze, vaak aan de arm van een jongere heer, op bals, vernissages en diners. Het idee dat ik zo mijn oude dag zou slijten, doet me gruwelen. Dan nog liever kurk verkopen op mijn negentigste. Het lijkt me minder stresserend.

Jacqueline Goossens vanuit New York

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content