Opera en kungfu
Lien Haegeman (30) was al halvefinaliste in de Koningin Elisabethwedstrijd in 2004. Zondag staat de Limburgse mezzosopraan in de Vlaamse Opera op de planken in ‘Die Walküre’ van Wagner. Maar ze heeft alleen figuurlijk veel noten op haar zang, want ze staat met beide voeten stevig op de grond. Onder andere om te zingen, te fitnessen, te vechten.
De rol van Waltraute in Die Walküre is niet groot, maar om op mijn leeftijd een Wagner op je repertoire te kunnen schrijven, dat is niet niks”, zegt Lien Haegeman. Wat er dan zo bijzonder is aan die componist ? “Wagner is zeker niet voor beginners, ook niet voor ongeoefende luisteraars. Wagner is niet gemakkelijk, maar het is wel heel toffe muziek.” Hoezo ? “Men deed onlangs een onderzoek naar het verband tussen muziek in de auto en de invloed daarvan op de chauffeur. Behalve house – doef-doef-doef-doef – is Wagner de enige muziek waarmee de bestuurder harder gaat rijden. Binnenkort heb ik dus waarschijnlijk een paar snelheidsovertredingen aan mijn been”, lacht ze.
“Nee, serieus. Ik beschouw het als een voorrecht om in de Vlaamse Opera te mogen optreden. De drie Belgische operahuizen, de Vlaamse Opera, die van Luik en de Munt, hebben wereldklasse. Dat ik nu geëngageerd ben door de Vlaamse Opera, heeft als extra voordeel dat ik elke avond naar huis kan.”
“Ik doe een viertal producties per jaar, en dat betekent dat ik ongeveer de helft van het jaar in het buitenland verblijf. Als ik dan twee dagen na elkaar vrij heb, rijd ik naar huis. Mijn auto is dik drie jaar oud en er staat al 210.000 kilometer op de teller ! Maar vorig jaar zat ik drie maanden vast in Duitsland. Ik had wel veel vrije tijd, maar die was té verspreid om tussendoor naar Maastricht en terug te reizen. En dan zit je daar in je hotelkamer. Wat kun je doen ? Tv kijken ? Je rol instuderen ? Om de tijd te verdrijven ging ik naar het fitnesscenter, elke dag één tot twee uur. Ik sportte en ik at vooral groenten. De kilo’s vlogen eraf. Zestien in totaal.”
Welk effect had zo’n drastisch gewichtsverlies op uw stem ?
Lien Haegeman : Je stem moet even wennen aan dat nieuwe lichaam. Maar dat duurt niet lang, want het is alleen maar een verbetering. Al het overgewicht dat je meesleept op de bühne is nergens goed voor. Vet resoneert niet, hè ? Ik ben nu veel fitter en gezonder. Ik beoefen sinds kort ook kungfu, een Chinese vechtsport, de voorloper van karate. Vier uur kungfutraining per week komt dan weer mijn lenigheid ten goede. Ik voel me dus goed in mijn vel, want laten we eerlijk zijn : in onze samenleving is het uiterlijk belangrijk. Hoe beter je eruitziet, hoe meer kans je maakt, ook in de operawereld.
Hoe kwam u erbij om operazangeres te worden ?
Goh ! Da’s mij met de paplepel ingegoten. Ik was een nakomertje en ik zing sinds ik een kleuter was. Toen ik vijf was, gingen mijn zussen al uit. Mijn ouders namen mij dus mee naar de repetities van hun koor. Toch ging ik pas op mijn zestiende naar de muziekschool voor notenleer en zang. Toen ik negentien was, trok ik naar het conservatorium. Eerst drie jaar in Antwerpen, waar ik een zeer degelijke theoretische muzikale basis kreeg. Maar het echte operavak leerde ik vooral daarna, in Maastricht. En vorig jaar was ik klaar met de opleiding van de Muziekkapel Koningin Elisabeth. Daar leerde ik dat alles tot in de kleinste details goéd moet zijn, dat élke noot die je zingt belangrijk is. ( DeMuziekkapel Koningin Elisabeth is onze belangrijkste kweekvijver voor muzikaal toptalent.)
Wanneer wordt vastgesteld of een vrouwenstem een alt of een sopraan is ?
De zangdocent luistert naar de klankkleur van je stem, naar wat je stem kan, waar de hoogste en de laagste noten zitten, en waar je sterkte ligt. Bij mij was dat vanaf les één duidelijk, maar dat is zeker niet altijd het geval. Velen beginnen als sopraan en eindigen als mezzo. Of omgekeerd. Een stem groeit, hé. Maar bij mij stond het meteen vast en het zal niet meer veranderen, omdat ik zo’n typische mezzo ben.
Ik ben blij dat ik niet tussen het legertje sopranen zit, want daarmee kun je bij wijze van spreken de straat plaveien, alten zijn er het minst en mezzo’s zitten er zowat tussenin. Je hebt hoge mezzo’s en lage, ik ben een lage. In mijn stemvak zijn er niet zoveel. Dat betekent : minder concurrentie, maar je concurreert wel met de hele wereld. Als ik een auditie doe voor een rol in Duitsland sta ik naast een dame uit Australië met hetzelfde stemtype, en één uit Japan. Dat is het lastigst in dit vak : auditie doen. Je moet jezelf zien te verkopen in één aria, als het meevalt twee.
Hoe groot is de kans dat een auditie positief afloopt ?
Ik mag niet klagen. De laatste vijf, zes keer kreeg ik telkens de rol. Dat is ongetwijfeld ook een gevolg van het feit dat ik lichamelijk erg veranderd ben. Daardoor ben ik zelfverzekerder geworden. En dat helpt natuurlijk ook.
Bent u zenuwachtig voor de première ?
Nee. Wij repeteren dagelijks acht uur. Maar wat me wel een beetje nerveus maakt, zijn de paarden. In deze productie gaan vijf echte paarden mee het podium op. Ik moet erlangs lopen, op een afstand van één, twee meter. Dat is bijzonder spannend. Het zijn wel politiepaarden, ze zijn getraind. Ze kunnen tegen lawaai en schrille politiefluitjes, maar toch… In welke mate verdragen ze zingende stemmen ? Verdragen ze Wagner ?
Is het dan echt zo erg ?
Wagner betekent : altijd voluit gaan. Het orkest is tachtig man sterk. Die spelen stuk voor stuk flink door. Om daarbovenuit te komen, moet je ook stevig zingen. En dat is echt topsport. Ja, operazangers zijn de bodybuilders van de muziekwereld.
Hoeveel decibels haalt u ?
(Lacht) Da’s een goeie ! Dat weet ik niet. Het is nog nooit getest.
Op 4 februari gaat in de Vlaamse Opera Gent ‘Die Walküre’ van Wagner in première.
www.vlaamseopera.be
Door Griet Schrauwen | Foto Saskia Vanderstichele
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier