Ontploffingsgevaar
Agressie is van alle tijden, al valt het nu misschien meer op. Waar zitten de wortels van het kwaad ? Gedragsonderzoekers wijzen onder meer naar wat een veilige plek zou moeten zijn : het gezin. Jong geleerd, oud gedaan ?
Marianne Meire
De familie Van der Roost komt uit Rotterdam. In deze grootstad zijn geweld en agressie vrij gewoon. Weinig mensen staan er nog bij stil. Het landelijke Gooik waar ze eind vorig jaar neerstreken, is een rustig dorp. Maar de familie heeft pech. In hun gehuurde dubbelhuis krijgen ze meteen last met de buren. De zoontjes Van der Roost, negen en elf, werken buurman op de zenuwen. Eerst klaagt hij alleen bij de huisbaas. Maar op een doordeweekse avond barst de bom. Na een korte woordenwisseling slaat de man zijn buurvrouw met één vuistslag het ziekenhuis in. Mevrouw Van der Roost meldt het incident bij de politie en komt terecht bij Slachtofferhulp Vlaanderen. Zij wacht nu af. Er liggen namelijk nog een paar rekeningen : het ziekenhuis, een kapotte bril, een deur… Na het incident is haar buurman spoorloos verdwenen. Ook de Van der Roosts zijn inmiddels verhuisd.
Hoe groot is het risico dat u ooit klappen krijgt ? Volgens internationale slachtofferenquêtes is de kans op een agressieve aanval of bedreiging het grootst in Nieuw-Zeeland (5,7 %), de Verenigde Staten (5 %), Australië (5 %) en Canada (4,4 %). Ook Nederland ligt met 3,7 % vrij dicht bij deze cijfers. Op de vraag of zij in het voorbije jaar thuis, op café, op straat, op school, op trein, tram of bus, op het strand of op het werk werden aangevallen en/of bedreigd door een andere persoon, antwoordden 1,9 % Belgen positief.
Bij agressief gedrag wordt doelbewust schade toegebracht aan mensen, dieren of voorwerpen. Met deuren slaan of ergens tegenaan schoppen, zijn voorbeelden van indirecte fysieke agressie via voorwerpen. Lichamelijke agressie tegen mens of dier, maar ook zelfmoord en zelfverminking, vallen in de categorie directe fysieke agressie. Agressief gedrag heeft niet alleen met slagen en verwondingen te maken, maar kan ook verbaal (schelden, snauwen) of non-verbaal zijn (obscene gebaren). Ook opzettelijk ergeren of kwellen, zijn vormen van agressie. Verder maakt de literatuur het onderscheid tussen defensieve, voorbedachte en impulsieve agressie. De ene agressor is dus de andere niet, en bovendien wordt niet alle agressief gedrag afgekeurd. Defensieve agressie wordt meestal aanvaard. Wanneer op straat een vrouw wordt aangevallen, dan mag degene die haar ter hulp snelt best wat rake meppen uitdelen. Omstanders vinden dat waarschijnlijk normaal. Voorbedachte agressie (roofoverval, bomaanslag) en impulsieve agressie (bijvoorbeeld tussen buren of in een café) worden niet aanvaard.
En juist impulsieve agressie lijkt steeds meer voor te komen. Het is een interessant fenomeen. Deze vorm van geweld jegens anderen wordt meestal uitgelokt door frustratie of irritatie. Sommige mensen zijn sneller geïrriteerd dan anderen. Bij de minste tegenslag verliezen ze hun zelfcontrole. Is daar een verklaring voor ? Volgens de Duitse psycholoog Arnd Stein (zie kader) kan agressie alleen begrepen worden in de ruime context en de persoonlijke leefwereld van elke mens. Er spelen altijd meerdere factoren mee : omgevingsfactoren (een file), culturele factoren (machogedrag), sociale en economische omstandigheden (huisvesting, werkzekerheid) en psychologische factoren (stress, eenzaamheid). Maar er is meer. Wat is bijvoorbeeld het aandeel van biologische invloeden ? Onderzoek naar het verband tussen agressief gedrag, persoonlijkheid en de werking van de hersenen is vrij nieuw. Biologisch georiënteerde wetenschappers vermoeden een verband tussen chemische processen in de hersenen en impulsief-agressief gedrag. Vooral onderzoek van mensen met zelfmoordneigingen zou dit aantonen. De relatie tussen biologische processen en agressief gedrag staat echter aan alle kanten onder vuur. Want als aanvaard wordt dat biologische factoren agressief gedrag kunnen verklaren, worden geweldenaars minder verantwoordelijk voor hun daden. De gevangenissen zouden leeglopen, de psychiatrische instellingen vol.
Worden mensen misschien geboren met een instinctieve aanleg tot agressie ? Volgens Arnd Stein is dit niet bewezen, al ontkent hij evenmin dat menselijke agressie helemaal vrij is van aangeboren factoren. De gevoelens van ergernis die vaak met agressief gedrag gepaard gaan, worden gestuurd door bepaalde hersencentra, en dus heeft iedere mens van nature het vermogen om zich agressief te gedragen. Maar of hij dat ook nog doet, hangt eerder van persoonlijke ervaringen af.
De genetische voorbestemdheid is evenmin wetenschappelijk bewezen. Agressieve vaders en moeders brengen niet per definitie agressieve kinderen voort. De neiging tot agressief gedrag wordt in families op een andere manier dan de genetische doorgegeven : enerzijds door de attitude van de ouders, anderzijds door het stellen van voorbeelden.
Het valt op dat snel geïrriteerde mensen zich in veel situaties afgewezen of verkeerd begrepen voelen. Volgens gedragsonderzoekers zou de basis hiervan wel eens in hun jeugd kunnen liggen. De opvoedingsstijl van de ouders is waarschijnlijk een bepalende factor in de ontwikkeling van het agressief gedrag van een kind. Een kind dat regelmatig wordt afgewezen, groeit op in de overtuiging dat het de moeite niet waard is. En dat niemand om hem geeft. Het zal dan ook niet leren van anderen houden en toont gemakkelijker neiging tot agressie. Agressie wordt al snel een attitude, zeker als dit gedrag tot bepaalde successen leidt. Ook de tweede factor in de ontwikkeling van agressieve neigingen komt grotendeels voor rekening van ouders : voorbeelden. Kinderen kopiëren gedrag. Zo zegt de manier waarop ze hun poppen behandelen veel over hoe hun ouders met hen omgaan. Er zou ook een verband zijn tussen een onderdrukkende, eventueel fysiek bestraffende opvoeding, en agressief tot crimineel gedrag van jongeren. Een voorbeeld hiervan zijn voetbalhooligans. Kris Van Limbergen van het Vast Secretariaat voor het Preventiebeleid bestudeerde zo’n duizend jonge agressievelingen.
Van Limbergen : ?Deze jongens beperken zich niet tot weekendgeweld. De zogenaamde harde kern bestaat uit jeugdige delinquenten die de hele week agressief zijn, vandalisme plegen, ongedisciplineerd en onbeleefd zijn. Dezelfde elementen komen steeds terug : gebrekkige gezinssituaties, uit school gezet, geen diploma, geen vooruitzichten, geen werk, geen sociaal opvangnet en sedert hun vroege jeugd in contact met de politie. Ze zoeken het geweld op omdat ze niets anders hebben. Als kind ook al niet. Wie niets te winnen of te verliezen heeft, kiest voor een negatieve identiteit. Liever goed slecht dan slecht goed. Geweld levert bovendien prestige op in de groep en vormt een alternatief voor het maatschappelijk perspectief dat hen ontbreekt. Ik ben het niet eens met analyses die vertellen dat jongeren die weekendagressie vertonen (bijvoorbeeld in dancings) tijdens de week voorbeeldige, schoolgaande doetjes zijn. Er is één groot verschil : wanneer de zoon van een notaris probleemgedrag vertoont, dan krijgt hij psychiatrische hulp.?
Is agressie een recent verschijnsel ? Niet als we Le Soir mogen geloven. In 1905 verscheen daarin volgend artikel : ?In Sint-Andries-Brugge vond de wedstrijd Club Brugge-Antwerp plaats. Na een felle strijd wonnen de Bruggelingen met 2-1. Onmiddellijk na de match speelden zich betreurenswaardige incidenten af. Honderden vijandige toeschouwers wachtten de Antwerpenaren op. Er werd geslagen, geschopt en met stenen gegooid… Bij Club laat men opmerken dat de Brugse spelers tijdens de heenwedstrijd in Antwerpen ook gemolesteerd werden.?
Kris Van Limbergen : ?Vechtpartijen zijn van alle tijden. Er zullen altijd mensen zijn die zich alleen kunnen uiten met hun vuisten. We doen waarschijnlijk veel te weinig om jongeren die dit gedrag vertonen te helpen om alternatieven te vinden.?
Het agressief gedrag van gefrustreerde supporters lijkt af te nemen. Anders is het met de verkeersagressie.
Kris Van Limbergen : ?Dit gedrag is ook niet nieuw. De files zijn nieuw. Mensen kunnen het niet opbrengen om rustig aan te schuiven. Een aantal factoren versterkt dit. De toenemende competitie in het bedrijfsleven heeft een weerslag op het gedrag van mensen. Als je overdag voortdurend wordt opgejut om de zaken hard te spelen, wordt dit een attitude. Mensen gaan dan ook hard spelen als ze in hun wagen zitten. Alle hoffelijkheid verdwijnt.? Volgens Van Limbergen moet een gemeenschap zich afvragen hoe zij reageert op agressie. Een aantal dingen klopt niet : ?Waarom wordt voor een kleine winkeldiefstal gevangenisstraf geëist, terwijl iemand die voor miljoenen fraudeert er met een boete vanaf komt ? Waarom viseert men groepen die gewelddadig zijn in het straatbeeld maar wordt er gezwegen over mannen die de stress van hun job afreageren met geweld op hun gezin ? We hebben ook veel te weinig aandacht voor de impact van geweldfilms. Ik geloof niet in de eenduidigheid tussen zien en plegen van geweld. Genoeg experimenten tonen het tegendeel aan. Maar de context is belangrijk. Wordt het geweld uitgelegd ? Kinderen in maatschappelijke groepen waar ouders en opvoeding nog functioneren, reageren anders op televisiegeweld dan jongeren die niet begeleid worden. Voor die laatsten wordt geweld een stuk opvoeding. Zij zullen het wel kopiëren.?
Er hoeven niet altijd klappen te vallen. Nogal wat mensen worden beroepshalve aan verbale en non-verbale agressie blootgesteld, bijvoorbeeld winkelpersoneel. Volgens Hellen Oostendorp van de consumentendienst van GB zijn voorvallen van agressie tegenover winkelpersoneel en van agressie tussen klanten onderling onderhevig aan regionale verschillen. In winkels in de grote steden komt het vaker voor dan in winkels buiten de agglomeratie. De problematiek is, net zoals deze van de winkeldiefstallen, sociaal-economisch gebonden. Agressie is omgekeerd evenredig met de kwaliteit van de gemeenschap waarin men leeft.
Hellen Oostendorp : ?Door het elektronisch beveiligingssysteem moeten kassiersters de rechtstreekse confrontatie aangaan met een klant die iets vergeet te betalen. Dit lokt vaak agressie uit. Wij hebben hiervoor geen pasklare oplossing. Onze kassiersters worden opgeleid om psychologe en diplomaat te zijn. Want er kan in een winkel ook ernstige wrijving ontstaan tussen klanten onderling. Soms wordt er ruzie gemaakt aan de kassa, of aan het onthaal. Dan moet het winkelpersoneel, ondanks de moeilijke positie, een elegante oplossing bedenken. GB leert het kassapersoneel daarom bepaalde attitudes aan in geval van niet-normatief gedrag van een klant. Een agressieve klant moet het gevoel krijgen dat naar hem wordt geluisterd. Daarna maken we wel uit of het om een klant- dan wel om een winkelgebonden probleem gaat. Ik weet niet waar agressie vandaan komt, maar ik vermoed dat tijd zeker een grote rol speelt. En die mentaliteit van ieder voor zich.?
En die is verontrustend. Vroeg of laat komen we allemaal in een agressieve situatie terecht. Hoe reageert u dan best om erger te voorkomen ? Een standaardhouding bestaat niet. Maar daag in ieder geval een agressieve persoon nooit uit, ga zelf niet schreeuwen of slaan, en maak hem of haar niet belachelijk. Blijf rustig en laat u niet van de wijs brengen. Probeer uit te vinden of de agressie tegen u persoonlijk is gericht of bijvoorbeeld tegen de firma waarvoor u werkt of tegen de file waarin u zich toevallig samen bevindt. Mensen worden meestal niet zomaar onbeschoft. Misschien volstaat het om begrip te tonen voor de boosheid om die te doen afnemen. Uw kalmte kan de andere kalmeren.
Staat iemand met gebalde vuisten of getrokken mes voor u, liggen de zaken anders. Doe dan in ieder geval niets om het gedrag van de agressor nog erger te maken. Gaat het om een overval, geef wat gevraagd wordt en maak uzelf zo klein mogelijk. Ga nooit achter een agressor aan. Niets is het waard om er uw leven voor te riskeren.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier