In deze rubriek neemt Eric Bracke onderweg de tijd om een hapje te eten.

Vandaag : in de Antwerpse zoo.

In de dierentuin kan je zien dat mensen niet veel van elkaar verschillen. Orthodoxe joden, zwarten, Aziaten, Maghrebijnen en westerlingen, allemaal willen ze hun kinderen een leuke dag bezorgen. Voor de leeuwenkooi brult een man mee met de kleine die in zijn nek zit. En aan de flamingo’s gaat een vader met een keppeltje op het hoofd op één been staan. Overal duwen ouders grijze kinderwagentjes voort terwijl ze bezorgd achterom blikken naar Emma of Raouf die weer iets fantastisch hebben ontdekt.

In de Antwerpse Zoo, een van de oudste van Europa, is er ook veel te ontdekken voor volwassenen. Iedereen kent de Egyptische tempel met de olifanten, maar de charmes van veel andere gebouwtjes en paviljoenen op het terrein blijven aan het oog onttrokken. Zelfs het zelfbedieningsrestaurant De Flamingo heeft, als je de ‘moderne’ aanpassingen wegdenkt, een klassieke allure. Het recente Vriesland van architect Georges Baines, waar de pinguïns en otters pas sinds een tiental jaar een onderkomen hebben gevonden, is niet minder interessant.

Wat opvalt is dat de Antwerpse dierentuin geprangd zit tussen het stedelijke weefsel. Bij zijn aanleg in 1843 waren hier moestuinen en grachten met wankele bruggetjes. Maar de uitbreidende stad begon het dierenpark helemaal in te sluiten. Begin 1900 verrees het station en aan de andere kant van de ingang werd de Koningin Elisabethzaal en het aanpalende art-nouveaupand van de Paon Royale opgetrokken, nu allebei eigendom van de Antwerpse dierentuin. Aan de andere zijde sloten achtertuintjes van een huizenrij de zoo in. Al jaren is de dierentuin bezig met het opkopen van deze panden. Daardoor huppelt de wallaby nu rond in een van de achtertuintjes en zijn sommige woningen dierenverblijven of opslagplaatsen geworden. Misschien zijn sommige panden nog bewoond. Ik stel me voor dat de bewoners ’s nachts van tijd tot tijd liggen te luisteren naar het bronstige brullen en stampen van de bizons. En als ze ’s zomers het raam openzetten, ruikt het naar een muffe deken.

Maar dat is binnenkort voorbij. Dan wordt de huizenrij in de Ommeganckstraat afgebroken. Het Gentse architectenbureau Robbrecht en Daem ontwerpt voor de vrijkomende anderhalve hectare een ‘Afrikaanse savanne’. De uitbreiding zal gepaard gaan met een reorganisatie van de zoo, die de dieren een ruimere behuizing en het publiek een betere service moet bieden. Zo zouden de zelfbedieningszaken De Flamingo en ’t Stokstaartje worden opgedoekt en het eerste paviljoen zou in zijn oude glorie worden hersteld. Een nieuw restaurant krijgt onderdak in de te krap geworden runderstallen. Daar laten jaks en buffels, onder stalen balken met florale versieringen, nu nog hun uitwerpselen vallen op een fraaie vloer.

Over de huidige catering hebben we nog wat te zeggen. Na een laat ontbijt begint onze maag rond vier uur te rommelen. Maar in De Flamingo, die meer te bieden heeft dan fastfood, stellen we vast dat er na vier uur geen warme maaltijden meer te krijgen zijn. Dan begeven we ons naar ’t Stokstaartje dat er vanbinnen uitziet als een combinatie van een aftandse schoolkantine en een hamburgertent. In frietjes of curryworsten heb ik geen zin. Mijn oog valt op een pancarte die de Big Elephanthamburger aanprijst : “Ciabatta met gedroogde tomaten + 100 % rundvlees + sausje + salade”. Een lekkere, zonnige variant op de hamburger ?

We gaan buiten zitten, naast de vijver van de Zuid-Amerikaanse humboldtpinguïn. Al snel danst een wolk kleine vliegjes boven onze tafel. Ik open het hamburgerdoosje en vloek : geen salade, wel twee schijfjes natte in plaats van gedroogde tomaat. Het broodje is niet sponzig, maar het is ook geen ciabatta. Er druipt een gelige saus met een vage kerriesmaak van de forse hamburger.

De zoo heeft sinds een drietal jaar een eigen horecamanager aangetrokken die waakt over de kwaliteit van het eten. De stijging van de horeca-inkomsten, die vandaag 40 procent van de totale omzet van de zoo uitmaken, moet de Antwerpse dierentuin in de toekomst zelfbedruipend maken. Ik ben niet onder de indruk.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content