Waarom is pop-art zo’n ongelooflijk sukses geworden en halen werken van Andy Warhol en Roy Lichtenstein nu nog altijd fabuleuze prijzen op kunstveilingen ? Een voor de hand liggende vraag die meteen kan genuanceerd worden als we kijken naar wélke werken die topprijzen halen : de Marilyn Monroes van Warhol en de “blonde girls” van Lichtenstein. Catchy en sexy dingen dus, zoals alle ikonen van het Amerikaanse konsumptiepatroon dat sindsdien de hele wereld veroverd heeft (en die hét pop-art-onderwerp vormden). Toch behoren de “blonde girls” van Roy Lichtenstein (New York, 1923) écht tot het beste van zijn werk. Schilderijen als “Drowning Girl” of “Oh, Jeff, I love you too… but… ” tonen mooie, jonge vrouwen die ten prooi zijn aan spanning, angst en onrust, maar die emoties doen kunstmatig aan : de figuren, ontleend aan strips, reklames en liefdesverhaaltjes zijn immers geen heldinnen van vlees en bloed maar pure objekten, net als de andere banale konsumptiegoederen waarvan de pop-art zijn ikonen maakte.

Zowat gelijktijdig met Andy Warhol (de kunstgeschiedenis zegt dat ze het niét van elkaar wisten) begon Lichtenstein commerciële beelden tot zijn belangrijkste onderwerp te maken. “Look Mickey”, dat hij naar een Walt Disney-afbeeling op een kauwgomwikkeltje schilderde, was zijn eerste pop-werk : het was Lichtensteins reaktie op het abstrakte expressionisme dat in de jaren vijftig de kunst overheerste (en dat hij in zijn beginjaren zelf ook beoefende). De Newyorkse galeriehouder Leo Castelli komt de eer toe om achter de werken van Warhol en Lichtenstein een nieuwe en revolutionaire kunststijl te ontdekken : beiden waren gefascineerd door de werking van de massamedia, kozen stereotypes uit die media-wereld tot onderwerp en pasten zelf de nieuwste reproduktie-technieken toe. Warhol zou vooral de zeefdruk gaan gebruiken ; Lichtenstein ging werken met de Benday-dots, de puntrastertechniek uit de strips & comics waarbij licht- en schaduwpartijen worden weergegeven met puntjes in variabele dichtheden en grootte.

In het Brusselse Paleis voor Schone Kunsten loopt momenteel de grote Lichtenstein-retrospektieve, een rondreizende tentoonstelling die opgezet is door het Newyorkse Guggenheim Museum. Daar zien we de hele Lichtenstein-carrière keurig uitgestald, van de eerste pop-werken en de replica’s van meesterwerken van Picasso, Monet of Mondriaan, tot de interessante periode van de “war comics” (met Whaam !-s en Blam !-s), de “girls” en ook de “brushstrokes” ofte blow-ups van penseelstreken. Die penseelstreken waren het belangrijkste kenmerk van het abstrakte expressionisme en eigenlijk van de hele schilderkunst : Lichtenstein isoleerde en vergrootte ze tot zelf-vernietigende ikonen.

Roy Lichtenstein bleef zijn stijl tot op vandaag trouw, zijn latere werken zijn allemaal variaties op hetzelfde tema en verliezen steeds meer aan impact : de “Mirrors” of spiegel-schilderijen ; de parodies op expressionisme, surrealisme en futurisme ; de stillevens à la Matisse of Léger ; en recent zijn interieurs. In die middle class-interieurs hangen zijn eigen werken aan de muur, als ultieme vorm van zelfspot. Lichtenstein zegt zelf dat de toekomst wel zal uitwijzen of hij een Grote Meester is geweest. Tot nader order lijken pop-artists nog het sterkst op pop-artiesten : een blitz-carrière, maar gaandeweg een schim van zichzelf. Wellicht zal Warhol deze eeuw overleven, Lichtenstein zal zijn voetnoot zijn.

– Roy Lichtenstein in het Paleis voor Schone Kunsten, Ravensteinstraat 23 in Brussel, tot 3 september. Info : (02) 507.84.69.

“Oh, Jeff, I love you too… but… ” (1964) van Roy Lichtenstein : pop tot in depuntjes.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content