obsessie
Ofschoon al negentien jaar dood is Alfred Hitchcock actueler dan ooit. Geen regisseur werd zoveel geïmiteerd en drukt dermate zijn stempel op de huidige thriller- en misdaadobsessie. Verafgoding – of is het lijkenpikkerij – tot in het absurde soms, zoals de dubieuze shot by shot-remake van “Psycho” door Gus van Sant (vanaf eind januari in de bioscoop).
Niets gaat natuurlijk boven de real thing: daarvoor moet je in januari en februari naar de filmmusea in Brussel en Antwerpen, waar de 100ste geboortedag van vadertje Hitchcock met een integrale retrospectieve wordt gevierd. Deze maand is de Britse periode aan de beurt waarin Hitchcocks obsessie voor moord als schone kunst uitvoerig aan bod komt. Vaak zijn het rocamboleske verhalen, waarin Hitch zijn gevoel voor het macabere paart aan experimenten in pure cinema. Zijn spreekwoordelijk Brits flegma is hier alomtegenwoordig – kwaliteit die in zijn latere Hollywood-films vaak wordt onderdrukt. Alhoewel ze rustig op eigen benen kunnen staan, blijken veel van zijn Britse films voorstudies voor latere meesterwerken uit de superieure Amerikaanse periode. Zo vinden de avonturen in “The 39 Steps”, “The Secret Agent” en “Young and Innocent” hun apotheose in “North by Northwest”.
Nu lijkt het ongelofelijk, maar Hitchcock werd lange tijd louter als een vrijblijvend entertainer beschouwd. Een van de eersten om zijn geniaal cinematografisch talent te herkennen, was de Fransman Claude Chabrol. Samen met collega-cineast Eric Rohmer schreef hij in 1957 een baanbrekende studie waarin de thrillers van Hitch op hun metafysiek werden onderzocht, met vooral veel aandacht voor een christelijke interpretatie van de thematiek van de overdracht van schuld. Zonder de meester ooit te imiteren, bleef Chabrol zijn hele carrière lang gefascineerd door de ingenieuze formele oplossingen die Hitchcock bedacht om zijn moord- en andere misdaadzaken in beeld te brengen.
Door een gelukkig toeval wordt ook Chabrol deze maand in het Brussels filmmuseum met een retrospectieve bedacht. De meest wispelturige, cynische en intelligente van de nouvelle vague-filmers kiest vaak voor de vorm en de conventies van de thriller, maar zijn beste films (“Les Biches”, “La Femme infidèle”, “Le Boucher”, “Que la bête meure”, “Juste avant la nuit”, “Les Noces Rouges”) blijven in de eerste plaats vlijmscherpe studies van de Franse bourgeoisie waarvan hij de rituelen in een vaak onrustbarende mengeling van sarcasme en tederheid observeert. Waanzin, bedrog, misleiding, manipulatie en de mateloze domheid van het mensenras, zijn enkele van de thema’s die hem blijvend obsederen. Chabrol is een veelfilmer, die liever rotzooi draait dan nietsdoet (“Et pourtant je tourne” is de titel van zijn memoires), vandaar een filmografie vol ups en downs, maar ook films die door een spel van variaties en tegenstellingen elkaar versterken en uitdiepen.
Eeuwfeest Alfred Hitchcock:Filmmuseum van Brussel, Tel. (02) 507.83.70; en Antwerpen, Tel. (03) 233.85.71. Retrospectieve Claude Chabrol: Filmmuseum van Brussel.
PATRICK DUYNSLAEGHER
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier