Mooi samen op de catwalk
Eind jaren zeventig werden er uitzonderlijk mooie baby’s geboren in Vlaanderen, dat blijkt toch uit de Vlaamse lichting topmodellen vandaag. Twee van die meisjes kennen elkaar al sinds hun tienerjaren. An Oost en Delfine Bafort over vriendschap en rivaliteit op en rond de catwalk.
Het zou ons verbazen mocht een trouwe Weekend Knack-lezer nog nooit van An Oost of Delfine Bafort gehoord hebben. De twee stonden, soms ook samen, al vaak in dit blad. Delfine begon haar loopbaan op haar zestiende, met de Flair-modellenwedstrijd. Winnen deed ze niet, maar het platinablonde kopje met de eindeloze benen kreeg wel een contract aangeboden bij Models Office. Na twee inloopjaren in België veroverde ze het buitenland. Ze poseerde voor Mario Testino, Ellen von Unwerth en Patrick Demarchelier, stond in Vogue, i-D en Harper’s Bazaar, haalde covers van Nylon, Dazed & Confused en Cosmopolitan, en was het gezicht van Balenciaga, DKNY, Gaultier, D&G, Versace en Calvin Klein Jeans. Binnenkort is Delfine ook te zien in Steve + Sky, de eerste langspeelfilm van Felix van Groeningen.
De carrière van An begon op haar achttiende bij het eindejaarsdefilé van La Cambre. Ze liep er voor de afstuderende José Enrique Ona Selfa en werd opgemerkt door het agentschap Dominique. Ze stond op de cover van The Face, i-D, Mixt(e) en de Japanse Vogue, werkte met Steven Meisel, Stephane Sedanoui en Mikael Jansson, en deed campagnes voor HugoBoss, Kenzo, Celine, Calvin Klein en de parfums Gucci Rush 2 en Versus. Ook An denkt al aan een parallelle carrière. Samen met haar vriend baat ze Bed & Design uit, een bed & breakfast met designmeubelen.
Maar voor er van dit alles ook maar enigszins sprake was, waren An en Delfine twee gewone tienermeisjes die elkaar wel eens tegen het lijf liepen op straat. Kan ook moeilijk anders, in een kleine stad als Gent. Echte vriendinnen werden ze zo’n zes jaar geleden, net voor hun internationale carrière uit de startblokken schoot, door bevriende liefjes. Tenminste, dat begrijpen we toch uit het gegiechel en gebulder dat het tweetal op de nietsvermoedende gasten van een Gents café loslaat. Wat meteen opvalt : ze maken elkaars zinnen af, en dat kan tellen als teken van vriendschap. Dat ze ook op andere vlakken complementair zijn, blijkt al tijdens de eerste minuten van ons gesprek. An : “Toen we voor het eerst samen de castings afliepen in New York, liep Delfine altijd achter mij aan, dagdromend, met haar hoofd in de wolken.” Delfine : “Gelukkig had ik An bij me. Die is altijd erg georganiseerd. Dan haalde ze me uit mijn roes en zei ze : ‘Kijk voor je ! En doorlopen, anders komen we te laat !’ “
Een van de eerste grote gezamenlijke opdrachten was de Gucci-show voor de prêt-à -porter lentecollectie 2001. An, ik heb me laten vertellen dat jij al geboekt was voor die show en Delfine persoonlijk hebt aanbevolen bij Tom Ford.
Oost : Haha, dat verhaaltje. Zo werkt het natuurlijk niet. Maar het klopt wel dat ze op zoek waren naar zeer blonde meisjes. En toen heb ik wel Delfines naam laten vallen. En haar mooie lichaam aangeprezen.
Bafort : Ahum, die show was in ieder geval zeer belangrijk voor ons. Maar we hebben allebei ook veel aan Mario Testino te danken. Die is drie jaar geleden naar Antwerpen afgezakt om een reeks portretten van Vlaamse modellen te maken. An was daarvoor geselecteerd, maar ik niet ( gromt verongelijkt). Ik was zelfs niet uitgenodigd op de casting ! Maar via via kwam ik er toch binnen. Daarna heeft Testino me geboekt voor Vogue, en vanaf toen is de bal aan het rollen gegaan.
Sindsdien werkten jullie vaak samen. Dat lijkt me een enorm voordeel.
Oost : Natuurlijk. We logeren ook vaak in hetzelfde hotel, of zelfs in dezelfde kamer. Vooral in Milaan en New York. Maar er zijn ook al momenten geweest dat we nogal afstandelijk deden tegen elkaar. Erg kinderachtig hoor, we waren zo gewend om alles samen te doen, dat ik het niet kon verdragen dat Delfine eens een ‘ander vriendinnetje’ had. Een beetje zoals op de middelbare school : elkaar negeren om aandacht te vragen.
Bafort : Oh, die periode. Die is gelukkig voorbij. Pas op : nu kan ik alleen in een vreemde stad rondlopen, maar in het begin lag dat anders. Niets zo erg als op je zeventiende een maand alleen in New York zitten, zeker niet als je, zoals ik toen, amper Engels spreekt.
Oost : Moederziel alleen in New York zitten, terwijl je weet dat er van alles te beleven valt, maar je weet niet waarheen, dat is frustrerend. Maar nu hebben we daar onze vrienden, en die hebben niets met de modewereld te maken. Oké, het zijn niet meteen bankbedienden, maar wel gewoon mensen die we hebben leren kennen op feestjes of in cafés.
Maak je dan geen vrienden in de modewereld ?
Bafort : Moeilijk. Weet je wat het is ? Eerst loop je castings, word je gekeurd en doet iedereen uit de hoogte. Dan ga je naam maken en begint het leuk te worden. Fotografen, stylisten, iedereen is vriendelijk, het is allemaal dikke fun. Maar dan komen er alweer nieuwe jonge gezichten, waardoor je zelf wat opzij geschoven wordt, en net toen je dacht dat je er enkele vrienden bij had, doet iedereen wéér uit de hoogte. Dat is schrikken, hoor. Ik vind het zeker niet erg om minder werk te hebben – het is al héél erg mooi geweest – maar dat die entourage opnieuw zo afstandelijk gaat doen, daar kan ik echt niet bij.
Oost : De oplossing is natuurlijk alle juiste feestjes afschuimen en hevig gaan networken. De echte topmodellen, en dan bedoel ik de meisjes die per se een ster willen zijn en het bijvoorbeeld belangrijk vinden om in de Amerikaanse Vogue te staan, doen dat. Dat is hun goed recht hoor, maar wij hebben er nooit wat voor gevoeld om te faken dat we belangrijke mensen in de business leuk vinden. We worden wel wat minder gevraagd dan twee jaar geleden, zeker voor imagocampagnes, maar we kunnen wél nog een paar jaar comfortabel werken, dus waarom zouden we ?
Hoe zit het eigenlijk met de vriendschap, of moet ik zeggen de rivaliteit onder de modellen ? Nog geen mep gekregen van Naomi Campbell ?
Bafort : Neen, ze kent zelfs mijn naam. Ze is poeslief, maar ze speelt wel een rolletje, dat zie je zo.
Oost : Hartsvriendinnen heb ik nog niet gemaakt, maar het is echt een misverstand dat modellen elkaar constant in de haren zitten. Zeker niet aan de top, waar iedereen toch evenveel werk heeft. Je wéét natuurlijk dat sommigen meer betaald worden, zelfs tussen ons tweeën verschillen de tarieven, maar daar wordt niet moeilijk over gedaan.
Bafort : Ik zat gisteren naar Miss België achter de schermen te kijken, en ik dacht : het is niet moeilijk dat iedereen zulke vooroordelen heeft over de modellenwereld. Wat je daar ziet ! Wat wij doen, kun je gewoon niet vergelijken met die kattige misstoestanden. En als ik al slechte ervaringen heb gehad, dan betrof het steevast meisjes voor wie het echt een droom is om model te worden. Die er alles voor over hebben. Bij ons tweeën was dat totaal niet het geval, we zijn er allebei een beetje ingerold.
Oost : Bij nader inzien heb ik toch één negatief verhaal. Eentje maar. Ik zat backstage een broodje te eten. ‘Dat zou ik niet doen mocht ik jou zijn’, zei een collega-model plots. Daar was ik toch even niet goed van.
Bafort : Ja An, maar wij stáán natuurlijk ook wel altijd als eerste aan het buffet, zeker bij Chanel, heerlijke hapjes hebben ze daar !
Oost : En we zijn natuurlijk ook wel de dikste meisjes van het circuit. ( ziet mijn verbaasdegezicht) Ja, zeker vergeleken met de nieuwste lichting zijn wij allesbehalve mager. We hebben allebei een poep.
Heerst er een samenhorigheidsgevoel onder de Vlaamse topmodellen ?
Oost : We zitten vaak samen, gaan samen iets drinken of eten. Dan spreken we toch al snel over een stuk of zes meisjes. We hebben ook het geluk dat we vaak dezelfde shows lopen.
Bafort : Er is één Amerikaans model, ik ga niet zeggen wie, maar ze is héél bekend, die echt een rotkarakter heeft. Als zij een van ons op de kop durft te zitten, dan zetten we keihard de verdediging in.
Oost : Het leuke is : de Vlaamse meisjes blijven maar komen. Na ons was er de golf met Elise ( Crombez), nu komen er weer enkele nieuwe namen bij. Ik denk dat we veeleer een bepaalde houding dan een bepaald type schoonheid delen. We horen vaak dat Vlaamse modellen zeer direct zijn, makkelijk om mee te werken en niet verwaand.
Geen van jullie beiden heeft het grauwe Gent ingeruild voor een penthouse in New York of een chique residentie in Parijs. Om je relaties niet te verwaarlozen ?
Bafort : Ik hou gewoon niet van drukke steden. En New York is onwaarschijnlijk duur.
Oost : Goh, ik weet het niet. Ik heb gewoon graag de afwisseling. Tussen buitenland en thuis, en vooral tussen drukte en rust. Maar mijn echte vrienden wonen wel in Gent, en ik onderhoud die vriendschappen ook. Als ik thuis ben, heb ik daar alle tijd voor, want ik hoef niet te werken. Ik durf zelfs te zeggen dat al mijn vriendschappen intenser zijn dan vroeger.
Bafort : Ja, dat is bij mij ook zo.
Is er geen enorm verschil ontstaan tussen jullie leefwereld en die van jullie vrienden ?
Oost : Wel, we hebben allebei al een huis gekocht, terwijl de meeste van onze leeftijdsgenoten nog een job moeten zoeken of zelfs nog aan het studeren zijn. Materieel is er dus zeker een kloof, maar ik heb die nooit als een last ervaren. En ik heb ook nooit iets gemerkt van jaloezie of zo.
Bafort : We gedragen ons ook normaal. Ik wil ook helemaal geen ster zijn. Nu de film ( Steve + Sky) een paar keer in het nieuws is geweest, word ik plots herkend op straat, verschrikkelijk vind ik dat !
Oost : Vergeleken met veel vrienden van ons, zijn we natuurlijk allebei ongelooflijke geluksvogels. Soms denk ik wel eens : al dat geluk, dat kan niet blijven duren. Vroeg of laat zal er wel eens iets heel ergs gebeuren.
Stel : we zijn twintig jaar verder. Welke model- lenanekdote zul je je dan zeker nog herinneren ?
Oost : ( beslist) Die van de schoenen !
Bafort : O jee. Dat was een show voor Jil Sander. We stonden in de rij, en net voor ik opmoest, porde ik An aan.
Oost : Kijk eens naar beneden, zei ze. ( de twee proesten het uit) Ze had haar schoenen omgewisseld ! Ze had dus haar rechterbottine aan haar linkervoet, en omgekeerd.
Bafort : Ik deed nog teken : ik kan zo niet op ! Maar het was te laat : ik werd de catwalk opgeduwd. Tijdens het lopen probeerde ik te redden wat er te redden viel. Ik zette mijn voeten dus zoveel mogelijk naar binnen, maar die schoenen bleven natuurlijk maar naar buiten wijzen. Het was echt geen gezicht. Ze hebben me ook nooit meer geboekt ( lacht).
Oost : Elf september vergeten we natuurlijk nooit meer, toen zaten we samen in New York voor de modeweek. Ik weet het nog goed : ik zat op een fitting toen ik het nieuws van het eerste vliegtuig hoorde. Ik dacht aanvankelijk, net als iedereen trouwens, dat het om een ongeluk ging. Na de fitting ging ik naar het hotel, en op de kamer zette ik de tv aan. Pas toen kwam ik te weten dat het een aanslag was. Dus rende ik het hotel uit, op zoek naar Delfine, die op een andere fitting zat. Samen zijn we van de 42nd street naar beneden gestapt, naar de plek van het onheil. Niet als ramptoerist, we werden er gewoon naartoe gezogen. Je kunt je niet voorstellen welke sfeer er toen heerste op straat.
Bafort : Ter hoogte van het Empire State Building hebben we de tweede toren zien instorten. We hoorden gedaver en gegil, en onze eerste reflex was dekking zoeken, ook al was de instorting honderden meters verderop. Een heel raar gevoel. Angst ja, maar vooral verbijstering. En de dag erna : Time Square helemaal leeg. Zulke beelden staan voor eeuwig in mijn geheugen gegrift. Ik was in ieder geval blij dat ik An toen bij me had. n
Tekst Katia Vlerick l Foto Roger Dijckmans
An Oost : “Vergeleken met veel vrienden zijn we natuurlijk ongelooflijke geluksvogels. Soms denk ik : al dat geluk, dat kan niet blijven duren. Vroeg of laat zal er iets heel ergs gebeuren.”
Delfine Bafort : “Toen zagen we die tweede WTC-toren instorten. Een heel raar gevoel. Angst ja, maar vooral verbijstering. Ik was in ieder geval blij dat ik An toen bij mij had.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier