Jaarlijks worden 20.000 Belgen door een hartinfarct getroffen. Maar een infarct hoeft niet dodelijk te zijn. Herken de verschijnselen en handel snel. Er hangt een leven van af.

Je hart is een vitaal orgaan. Als het om de een of andere reden stilvalt en niet snel weer op gang wordt gebracht, ga je dood. Om uit te leggen wat er allemaal mis kan gaan, gebruikt de Belgische Cardiologische Liga een plastische vergelijking. Het hart- en vaatstelsel staat in voor de bloedsomloop en lijkt op een installatie voor centrale verwarming. Het hart is de pomp, de bloedvaten zijn de buizen, en het bloed is de circulerende vloeistof. Bloed transporteert zuurstof en voedingstoffen naar alle organen en naar elke vezel in het lichaam. Zonder deze bloedtoevoer vallen onze lichaamsfuncties na korte tijd gewoon uit. Neem de proef niet op de som, maar een been dat afgesnoerd wordt van de bloedsomloop, wordt koud en sterft af. Stel je hetzelfde effect voor als het om je hersenen gaat.

Het hart- en vaatstelsel heeft drie soorten bloedvaten. De slagaders voeren het bloed van het hart weg. Ze zijn fijner dan aders maar hebben een dikke wand omdat de bloeddruk er hoger is. Aders zijn breder maar hebben een dunnere wand omdat de bloeddruk er lager is. Aders voeren het bloed terug naar het hart, vanwaar het vervolgens naar de longen wordt gepompt om verse zuurstof op te halen. Het hart heeft ook een eigen circuit dat zorgt voor de voeding van de hartspier (myocardium). Omdat deze slagaders in de vorm van een krans rond het hart lopen, heten ze kransslagaders (coronairen).

Het hart is een elektrisch orgaan dat verondersteld wordt regelmatig te kloppen. Er zit een soort batterij met bedrading in, een centrum dat zich ongeveer 70 keer per minuut ontlaadt. Dit heet de pacemakerfunctie. De elektrische impulsen komen overal in het hart terecht en alle vier de hartkamers trekken georkestreerd samen. Ze doen dit op een bijzonder nauwgezette manier. Het is immers niet de bedoeling dat oud bloed dat al een keer in het lichaam circuleerde, zich vermengt met het bloed dat met verse zuurstof uit de longen komt. Het hart heeft dus een pompfunctie. Als de pomp het laat afweten, volgen allerlei mankementen die gezamenlijk hartfalen of insufficientia cordis worden genoemd. Omdat er onvoldoende bloed naar de organen gaat, onder meer naar de hersenen, treden vermoeidheid en andere typische tekens van hartinsufficiëntie met lage bloeddruk op. Tegelijkertijd is er een opstapeling van bloed in de longen, wat verantwoordelijk is voor kortademigheid en longreutel. Hartfalen heeft vele oorzaken die zeker niet altijd mechanisch zijn, maar bijvoorbeeld ook het gevolg van ziekten kunnen zijn. Hoe dan ook, iemand met een hart dat tekortschiet, is beperkt in zijn mogelijkheden. En er kan wat misgaan met onze pompinstallatie die daar zo veilig opgeborgen onder ons borstbeen ligt.

Wie aan hartproblemen denkt, ziet in de eerste plaats het gevreesde hartinfarct opdoemen. Een infarct is een vernietiging van een gedeelte van de hartspier. Dit gebeurt na een plotse verstopping van de kransslagader die verantwoordelijk is voor de bloedtoevoer naar dat gedeelte van het hart. Hoe ontstaat deze verstopping?

Professor P. Block (diensthoofd cardiologie AZ VUB): “Die wordt veroorzaakt door een bloedklonter die ontstaat na prikkeling van het stollingsmechanisme van het bloed. Dit mechanisme moet bij een opening van een bloedvat vermijden dat we doodbloeden. In normale omstandigheden stolt bloed nooit in een gesloten bloedvat. Bij een hartinfarct, ook bij een hersen- of longinfarct, gebeurt dit wel. Waarom? Aan de binnenkant van de ader doet zich een kwetsuur voor waarop het bloed reageert alsof er een opening is. De kwetsuur wordt veroorzaakt door een opengebarsten vetplaatje.”

Het gaat hier om een complexe kettingreactie die we weer sterk vereenvoudigd voorstellen. Een vetplaatje ontstaat als er in het bloedvat te veel vet, lees cholesterol, aanwezig is dat langzaam opzwelt als een abces. We weten dat het lichaam bijzonder efficiënt intern afweergeschut heeft. Maar in dit geval doet dit de zaak eerder kwaad dan goed. Het lichaam legt namelijk een kapsel rond de hinderlijke vetplaatjes. Een beetje zoals een beschermingswand rond een kernreactor. Maar hiermee is het probleem niet van de baan. Er zijn grenzen aan de elasticiteit van dit kapsel, zeker als er binnenin een ontsteking ontstaat. Vergelijk het gerust met een zweer. Wanneer het vetplaatje openbarst, worden verschillende stoffen uitgescheiden die het stollingsmechanisme stimuleren. Bloedplaatjes en rode en witte bloedcellen klitten samen en vormen een bloedklonter. Aangezien bloed niet stilstaat in de bloedvaten maar voortdurend circuleert, gaat deze klonter automatisch op weg naar een vitaal orgaan voor sabotagedaden.

Een hartinfarct kan plots optreden en iemand onaangekondigd vellen als een boom. Maar het gebeurt ook dat de betrokkene voortekenen voelt. Soms is vooraf sprake van de symptomen van angina pectoris. Pijn in het midden van de borst, achter het borstbeen, die eventueel kan uitstralen naar de armen, de kaken of de rug. Een beklemmend gevoel dat optreedt bij inspanning of emotie, en dat wegebt van zodra deze inspanning of emotie verdwijnen. Bij angina pectoris verdwijnt de pijn met nitraatgeneesmiddelen. Het gebeurt wel eens dat mensen denken dat ze een indigestie hebben, bijvoorbeeld oudere mensen die op een feest veel gegeten hebben, terwijl zich in werkelijkheid een levensgevaarlijk hartinfarct aankondigt.

Een ander misverstand gaat over de plaats van de pijn. Veel mensen geloven dat een dreigend hartinfarct pijn geeft links in de borst met uitstraling naar de linkerarm. Zolang ze dit niet voelen, blijven ze gerust in hun toestand. Helaas komt deze misvatting een goede afloop niet ten goede. Je hoeft niet te panikeren maar de situatie is wel ernstig.

Let goed op de volgende tekenen. Wanneer een hartinfarct nadert en plaatsvindt, voel je een hevige pijn in het midden van de borst die 20 tot 30 minuten duurt en die niet meer verdwijnt met nitraatgeneesmiddelen. Je bent bleek, angstig, transpireert, kan naar adem happen en even het bewustzijn verliezen. Dit is erg gevaarlijk om dat ieder ogenblik een hartstilstand kan optreden.

In 1992 overleden 7773 Belgen aan een hartinfarct. De cijfers zouden in werkelijkheid nog hoger liggen. J.P. Willaert (directeur-generaal van de Belgische Cardiologische Liga): “De sterftecijfers worden onderschat omdat de statistieken alleen rekening houden met overlijden in ambulance of ziekenhuis. Op 100 gevallen van hartinfarct lopen er 45 fataal af binnen de eerste maand. Van die 45 gevallen sterven er twee op drie buiten het ziekenhuis, dus voor ze medisch behandeld konden worden, en dit bijna allemaal (90%) in minder dan 24 uur. Wil men hartinfarct correct behandelen, dan moet de patiënt zo snel mogelijk naar de intensieve zorgen worden gebracht.”

En dat is de taak van de huisarts en van de omstaanders.

Professor Block: “Hoe minder iemand afweet van eerste hulp, hoe minder die moet doen. Want je kan dingen doen die gevaarlijk zijn en de toestand alleen maar erger maken. Iemand die plots bewusteloos van zijn stoel valt, moet je geen hartmassage geven. Je kent immers geen oorzaak. Maar bel zodra je iemand onwel ziet worden meteen een ziekenwagen. Meldt de symptomen, vertel wat je ziet, want dat is belangrijk voor het soort hulp dat wordt gestuurd. Voel je moeilijk polsslag, dan is de bloeddruk laag. Wat dan ook de oorzaak is, leg de zieke met de voeten omhoog en zorg dat hij voldoende lucht krijgt. Dat is alles tot de ziekenwagen komt, tenzij je een cursus eerste hulp hebt gevolgd en weet hoe je moet reanimeren.”

Soms wordt pijn in de borst verkeerd als pijn aan het hart geïnterpreteerd. Pijn in de borstkast kan vele andere oorzaken hebben: slokdarmspasmen, slokdarmontsteking, maagproblemen, maagzweer, borstvliesontsteking, longaandoeningen, noem maar op. Soms wordt pijn uitgelokt door druk op de borst, op het borstbeen en de ribben, bijvoorbeeld door osteoporose. Die klachten moet je laten onderzoeken, maar ze zijn zeker niet synoniem voor hartinfarct.

Zijn er nog andere voortekenen waardoor we weten dat de kans op een hartinfarct reëel is?

Professor Block: “Verkijk je niet op voorboden. Er zijn patiënten die nooit tekenen van hartproblemen hebben gehad en die toch onverwacht een hartinfarct krijgen. Het is een van de belangrijkste oorzaken van plotse dood. Anderzijds zien we wel mensen die in de dagen voordien atypische klachten hadden zoals abnormale vermoeidheid of hartkloppingen. Dit zijn zeker geen klassieke voorboden, maar ze worden dan achteraf wel als dusdanig verklaard. Ook angina pectoris is niet noodzakelijk een voorteken van een hartinfarct. Er zijn mensen die jarenlang pijnklachten hebben bij inspanning, maar die nooit een hartinfarct krijgen. Maar het duidt op een groter risico op termijn, van hartinfarct en van andere complicaties. Je moet het optimaal behandelen.”

Wist je dat er uren zijn waarop de kans op een plots infarct groter is? Het einde van de nacht en de vroege ochtend, tussen 3 en 8 uur, en ook het middaguur en het begin van de namiddag. Op dat ogenblik treden in ons lichaam biologisch gestimuleerde neurohormonale verschijnselen op, meer bepaald de secretie van stresshormonen. Die hormonen hebben we nodig om wakker te worden en actief te zijn. Maar ze kunnen ons lelijk parten spelen als we problemen hebben met onze centrale-verwarmingsinstallatie.

De risicofactoren die een rol spelen bij hart- en vaatziekten zijn bekend. De eerste zijn persoonlijke kenmerken: geslacht en leeftijd, en familiale voorgeschiedenis. De tweede zijn fysiologische kenmerken: hoge bloeddruk of arteriële hypertensie, cholesterolgehalte en lichaamsgewicht. De derde reeks heeft te maken met onze levensstijl: voeding, roken, lichaamsbeweging, alcoholgebruik en stress.

Aan persoonlijke kenmerken kunnen we weinig of niets verhelpen. Zo neemt het risico op hart- en vaatafwijkingen toe naarmate we ouder worden. Toch is onze leeftijd een relatieve risicofactor. Wie let op alle andere kan zichzelf lang fit en gezond houden.

Ook de factor geslacht is relatief. Vrouwen hebben een korte voorsprong op mannen. Tot aan de menopauze worden ze extra beschermd door het hormoon oestrogeen. Maar cijfers over cardiovasculaire sterfte tonen maar weinig verschillen tussen mannen en vrouwen.

J.P. Willaert: “Hartziekte is geen mannenziekte. Vrouwen hebben uitstel van ongeveer tien jaar, maar na de menopauze loopt de sterftecurve parallel met die van de mannen. Hartziekte is ook geen ouderdomsziekte. Veel sterfgevallen doen zich voor lang voor de grens van de gemiddelde levensverwachting is bereikt. We merken verschillen tussen socio-economische groepen. Dat wordt vooral verklaard door de levensstijl. Laaggeschoolden eten vetter en roken meer, wat niet wegneemt dat ook bij de hooggeschoolden verstokte rokers zitten. Vroeger deden arbeiders meer fysieke arbeid dan vandaag, terwijl hooggeschoolde mensen die doorgaans zittend werk doen, in hun vrije tijd vaker aan lichaamsbeweging doen. En ze lezen meer. Ze zijn bereikbaar met preventiecampagnes.”

Iemands fysiologische kenmerken en levensstijl hangen nauw samen. Wat we eten, bepaalt ons gewicht en ons cholesterolgehalte. Ook onze bloeddruk hebben we tot op zekere hoogte zelf in de hand. Hoge bloeddruk is gevaarlijk omdat hij onder meer aderverkalking versnelt.

J.P. Willaert: “Hypertensie geeft doorgaans geen directe klachten. Je kan er jaren mee lopen zonder het te beseffen; 20% van de Belgen heeft een te hoge bloeddruk, bij ouderen is dat zelfs 60%. Er zijn nog steeds dokters die beweren dat het normaal is dat de bloeddruk toeneemt met de leeftijd. Dat is niet helemaal waar. Als de bloeddruk toeneemt, wijst dat op slechte voedingsgewoonten. Hetzelfde geldt voor het cholesterolgehalte. Het is ook niet normaal dat dit stijgt naarmate je ouder wordt. De voeding ligt aan de basis. Stress wordt momenteel aanzien als een factor van minder belang, tenzij er ander risicogedrag aanwezig is. Mensen met hoge bloeddruk die gezond eten, kunnen de oorzaak van hun hypertensie wel in stress zoeken.”

En dan is er nog de sigaret. Tabaksrook bevat honderden schadelijke stoffen. Nicotine verhoogt de bloeddruk en de hartslag, waardoor de hartspier sneller vermoeid raakt en de vaten sneller verslijten. Koolmonoxide tast de hemoglobine in het bloed aan. Door het ongunstig effect op de bloedstolling bevordert roken de vorming van bloedklonters. En roken heeft ook een nefaste werking op de vetten in het bloed.

Als risicofactoren grotendeels afhangen van onze levenstijl, dan kunnen we ze beperken. Het is wel altijd hetzelfde liedje. Stoppen met roken, regelmatig lichaamsbeweging nemen, alcoholverbruik beperken, overgewicht vermijden, en gezonder eten. Beperk het gebruik van dierlijke vetten, vervang boter door olijfolie en eet vaker vis en mager vlees. Op het dagelijks menu moeten vooral groenten en fruit staan. Voedingsadvies kan je krijgen bij onder meer de huisarts of de voedingsdeskundige. Ook de Belgische Cardiologische Liga verspreidt duidelijke informatie. Let op preventieadvies dat regelmatig via de media wordt verspreid. Een recente campagne is een initiatief van de Academie van Algemene Geneeskunde van België onder het motto Aandacht voor het Hart. De bedoeling is om mannen vanaf 35 jaar aan te moedigen om zich jaarlijks te laten controleren. Ook de Belgische Cardiologische Liga is voor deze primaire preventie te vinden.

J.P. Willaert: “Systematisch preventief onderzoek naar hoge bloeddruk kan bij elk medisch onderzoek, ook bij een gewoon bezoek voor griep, en zelfs al bij kinderen. Vaak wordt hoge bloeddruk toevallig vastgesteld. Een eerste cholesteroltest is nuttig vanaf 30 tot 35 jaar. Het is goed om weten waar je dan zit op de curve. Eigenlijk zouden we alles in het werk moeten stellen om te vermijden dat ons cholesterolgehalte stijgt. Momenteel doen we alleen maar alles om het te doen dalen. We moeten omgekeerd redeneren. We vermijden daarmee ook dat we op een dag een cholesterolmaniak moeten worden. Er is geen enkele reden waarom vrouwen zich niet moeten laten checken. Zij stappen al vaker dan mannen naar de arts, voor controle bij pilgebruik, of voor onderzoek van de kinderen. Vrouwen zijn ook gevoeliger voor preventie.”

En toch klopt iets niet. Onderzoek toont dat vrouwen in de cardiologie anders worden benaderd dan mannen. Ten eerste worden zij vaker verkeerd beoordeeld omdat cardiale stoornissen bij vrouwen gemakkelijker worden toegeschreven aan psychische problemen. Ten tweede worden vrouwen anders behandeld in geval van coronaire arteriosclerose. En ten derde lopen zij bij hartaanval meer kans op een slechtere behandeling en zelfs op gemiste diagnose.

Professor Block: “Daar zijn redenen voor. Hartinfarcten en coronaire arteriosclerose komen minder vaak voor bij vrouwen dan bij mannen, althans tot de menopauze. Vanaf de menopauze neemt de incidentie van deze aandoeningen bij vrouwen sneller toe dan bij mannen. Zodat we bij oudere vrouwelijke patiënten zelfs meer verwikkelingen zien dan bij mannen. Zeker omdat vrouwen gemiddeld ouder worden.

Maar waar ligt nu de oorzaak van diagnosefouten bij jongere vrouwen tot 50? We merken een discrepantie in de interpretatie van klachten. Klachten van mannen, die als tamelijk verdacht worden beschouwd voor mogelijke coronaire insufficiëntie, worden als minder verdacht beschouwd als het over vrouwen gaat. Dat kan leiden tot misinterpretatie in het nadeel van de diagnose. Ten tweede zijn veel testen bij vrouwen vals positief. Een inspanningsproef die bij mannen aanwijzingen van coronaire insufficiëntie toont, zal bij een vrouw met dezelfde aanwijzingen vaker vals positief zijn. Dat betekent dat de verklaring voor deze afwijkingen elders dan bij haar hart moet worden gezocht. Een uitzondering hierop vormen vrouwen met duidelijke risicofactoren en typische klachten. Maar goed, dit heeft er wel toe geleid dat vrouwen niet de aandacht kregen die ze verdienden. Een derde nadeel is dat vrouwen meest al fijnere kransslagaders hebben. Door dit morfologisch verschil is het soms moeilijker om de vernauwingsgraad juist te bepalen en om een overbrugging of ballondilatatie toe te passen. Vrouwen met hartproblemen kunnen zich daardoor in minder gunstige condities bevinden.”

En tot slot nog dit. In de media verschenen berichten over een test om zelf je risico op hartinfarct te bepalen. Die Swingtest bestaat erin de variatie in hartslag te meten over een periode van 12 uur. Eenmaal bij het ontwaken het aantal hartslagen per minuut meten bij de pols, en dan nog eens na een normale lichamelijke inspanning. Het verschil tussen beide is het hartswing-resultaat. Hoe groter het verschil, hoe beter. Mensen met een verhoogd risico op hartinfarct hebben slechts een klein verschil tussen rust- en inspanningsfase.

Maar professor Block relativeert. “De tijd tussen twee opeenvolgende hartslagen moet normaal variëren en is gecorreleerd met de variatie van de hartslagfrequentie. Gedurende de nacht is die anders dan overdag. Sommige patiënten vertonen een abnormale werking van het adrenaline afscheidend systeem dat normaal alleen bij stress wordt gestimuleerd. Bijvoorbeeld bij mensen met hartfalen zien we een continue stimulatie. Die hebben niet alleen een te snelle hartslagfrequentie overdag maar ook ’s nachts, en bovendien is er een vermindering van het verschil tussen beide. Deze test kan nuttig zijn bij patiënten met een hartaandoening. Maar het is geen screeningstest bij op het eerste gezicht gezonde personen.”

Belgische Cardiologische Liga, Elyzeese-Veldenstraat 43, 1050 Brussel, Tel. (02) 649.85.37.

Marianne Meire

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content