Liever zonder pillen
Antidepressiva ? Daar is Lut De Rijdt, jeugdpsychiater, diensthoofd van de Kade, jongerenafdeling van het UPC-KU Leuven, campus Kortenberg zeker geen voorstander van : “Om te beginnen werken antidepressiva bij jongeren minder goed dan bij volwassenen. Antidepressiva kunnen helpen bij een zuivere depressie met als symptomen slaapstoornissen, zich ’s morgens depressiever voelen dan ’s avonds, in niets nog plezier hebben. Bij adolescenten komen er bijna altijd persoonlijkheidsproblemen bij. Zoals Mathilde : die had een depressie én anorexia nervosa. Vaak heeft de depressie te maken met ontwikkelingsproblemen in de adolescentie of met vroege trauma’s die pas na de puberteit tot symptomen leiden.
Jongeren hebben in de eerste plaats psychotherapie nodig : echte gesprekken met iemand die luistert. Soms worden tijdelijk antidepressiva voorgeschreven om het dagelijkse leven te laten verder lopen. Bovendien hebben Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg en privé-therapeuten vaak lange wachtlijsten. Om op onze afdeling te worden opgenomen is er meestal ook een lange wachttijd, behalve voor een crisisopname.”
Waarom komt depressie bij jongeren zoveel vaker voor dan vroeger ?
Omdat hun wereld veel complexer is geworden. Vroeger was alles zeer gestructureerd, met duidelijke geboden en verboden. Niet alleen van de godsdienst, er was ook een strenge seksuele opvoeding. Nu is alles ingewikkelder en minder strak. De rollenpatronen zijn waziger, er wordt gescheiden, er ontstaan nieuw samengestelde gezinnen. Vaak zijn ouders omdat ze beiden werken ook minder beschikbaar. We leven in een cultuur van de onmiddellijkheid. Gsm, internet, noem maar op, maken dat jongeren minder leren omgaan met uitstel.
Kinderen krijgen nu een veel groter aanbod. Het is niet meer genoeg dat ze hun best doen op school. Ze moeten ook dansles, naar de muziekschool, de turnkring, de jeugdbeweging. Er is een groot aanbod van ontspanningsmogelijkheden en van drugs.
Het is voor jongeren veel moeilijker dan vroeger om hun weg uit te stippelen. Je moet al een stevige innerlijke structuur hebben om dat aan te kunnen.
Hoe help je een kind aan zo’n stevige innerlijke structuur ?
Door het een gezond narcisme bij te brengen, een realistisch zelfbeeld, van het eigen kunnen, de mogelijkheden en de beperkingen. En vooral door van het kind te houden omdat het is zoals het is.
Het is van groot belang dat een kind weet dat er iemand is op wie het kan terugvallen. Dat kunnen ouders zijn, maar ook grootouders, of een leerkracht op school, in ieder geval een volwassene die het kind helpt iets te verteren. Een kind dat weet : “Er wordt van me gehouden, er zijn mensen die me begrijpen”, heeft het een goede basis.
Wat te doen als je kind depressief wordt ?
Als ouder kun je depressies helpen voorkomen door aandacht en liefde te geven. Maar als een kind toch depressief wordt, kunnen ouders niet veel doen omdat ze er te dicht bij staan. Dan moeten ze de moed hebben om hulp te zoeken. Ze moeten de adolescent de ruimte geven om aan het probleem te werken en eventueel in gezinstherapie gaan als dat aangewezen is. De ouders of de huisarts moeten een depressieve adolescent doorverwijzen naar het Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg of een jeugdpsychiater.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier