Liefst een beetje speels
Jean-Claude Jacquemart heeft een dartele geest : als geen ander verstaat hij de kunst om van uiteenlopende interieurvondsten een harmonieus geheel te maken.
Jean-Claude Jacquemart is bekend bij heel wat binnen- en buitenlandse decorateurs. In Amsterdam of Parijs kom je al snel iemand tegen die zijn zaak kent in de Darwinstraat te Elsene, op een steenworp van het Hortamuseum. Het is geen opzichtige interieurzaak, maar een veeleer kleine winkel die iets heeft van een kunstgalerie. Sinds jaar en dag biedt Jean-Claude Jacquemart er een originele mix aan van antiek, moderne kunst en vintage design. Zijn artistieke melange wekt heel wat nieuwsgierigen en heeft een internationale allure. Zulke interieurzaken vind je ook in Londen, Parijs of New York – al zijn ze in die laatste stad minder toegankelijk, omdat men er meestal op afspraak werkt. Bij Jean-Claude Jacquemart stap je gewoon binnen. Lang voor vintage “in” was, prees hij Deens meubilair aan. En jaren voor iedereen abstracte kunst uit de jaren zestig zocht, had Jean-Claude ze al in de aanbieding.
Minstens even boeiend als zijn zaak is zijn flat. Jean-Claude Jacquemart woont sinds enkele jaren in een dakappartement uit de jaren zeventig. Om de haverklap verandert het decor, omdat hij elke week wel iets nieuws op de kop tikt. Een paar objecten en meubels zijn blijvers, zoals de Franse Lodewijk XV-commode, een familiestuk. “En mijn Italiaanse designlampen uit de jaren vijftig, waar ik tuk op ben en die je nog maar zelden vindt,” aldus Jean-Claude.
ELKE WEEK VIJF FRANK
Hij begon te verzamelen als kind. “Ik was amper tien toen ik met mijn vader naar de Brusselse vlooienmarkt ging. Hij gaf me elke week vijf frank waarmee ik dan oud porselein kocht. Geen grote stukken natuurlijk, maar kopjes voor thee of sake”, vertelt hij. Een paar jaar later richtte hij zijn slaapkamer ‘modern’ in. Hij schilderde de wanden spierwit en kocht een Deens designbureau dat je toen voor een prikje kon kopen. “Daar keek in die tijd niemand naar om, men vond het rommel.” De jonge Jean-Claude richtte ook het salon van zijn ouders opnieuw in, met zetels van Pierre Paulin en een wit tapijt met lange haren. Zijn vader schrok zich een aap toen hij het zag.
Sindsdien zweert Jean-Claude bij witte wanden en witte plafonds. “Maar altijd met een ietwat speelse, soms zelfs grappige decoratie. Voor mij mag het uit heel uiteenlopende periodes komen, van antiek tot spullen uit de seventies en van westers tot etnisch, het past uiteindelijk wel samen”, legt hij uit. Zijn flat is een halfopen ruimte met een mezzanine die naar de slaapvertrekken leidt. Overal hangen er kunstwerken, en de kasten zijn volgestouwd met boeken en objecten. Er hangt zelfs kunst boven het bad. De auteurs van al deze werken komen uit de meest uiteenlopende hoeken, Borek Sipek, Bram van Velde, Starck, Sottsass, Noguchi. Het is een bonte collectie waar je als bezoeker nooit op uitgekeken geraakt. Als Jean-Claude vrienden uitnodigt, zit niemand lang op de bank, iedereen neust nieuwsgierig rond in alle hoekjes.
Jean-Claude begon ooit met het verhandelen van etnische kunst, daarna volgden antiek, design en moderne kunst. Hij maakte alle trends mee van de afgelopen kwarteeuw en voelt nu al aan wat morgen gezocht zal worden. Volgens hem zal het mixen van stijlen nog intenser worden en is er een comeback van antiek op til. “Tot voor kort werd er voor antiek meubilair niets meer gegeven. Daar komt nu verandering in. Ik merk dat een zeventiende-eeuws kunstkabinet of een paar mooie empirestoelen meteen verkocht geraken. Je ziet die warme, oude stukken weer vaker in interieurs, weliswaar gemengd met wat vintage of iets anders onverwachts. Interieurs worden weer warm, kleurrijk, gezellig en vol. Voor mij mag het er niet te burgerlijk uitzien, ik hou van van speelse moderne accenten, artistieke nonchalance, van gekke lampen met ongewone vormen en kunstwerken die verrassen.”
DOOR PIET SWIMBERGHE & FOTO’S JAN VERLINDE
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier