Liefde zet ons in vuur en vlam
Verliefd zijn, is spannend. Getroffen door een donderslag bij heldere hemel jubelt ons hart en kriebelt onze buik. Zijn we in die tijdelijke toestand van zinsverbijstering nog meester over ons lichaam ?
Marianne Meire
Op Sint-Valentijnsdag sturen geliefden elkaar een kaartje, een bos bloemen, een liefdeswens. Deze dag, die wordt beschouwd als de voorloper van de lente, is een prettige dag. Voor wie de bloemen en wensen in ontvangst mag nemen. Voor wie zich in de liefde mag wentelen. Heel veel mensen zijn op 14 februari echter een beetje koortsig. Ze ondervinden de pathologische gevolgen van de coup de foudre, de doordringende smaak van liefde op het eerste gezicht. Want wat we menen te voelen in ons hart, situeert zich eigenlijk op een heel andere plaats in ons lichaam. En daar gebeuren zelfs verschillende dingen tegelijk. De fysieke effecten van verliefdheid mogen dan zowat overal te voelen zijn, hun oorsprong zit… in ons hoofd.
Op het ogenblik dat de coup de foudre ons raakt en we halsoverkop verliefd worden, verhogen de spiegels van de geslachtshormonen in ons bloed. Die synthese van geslachtshormonen wordt in belangrijke mate door de hersenen bepaald. Wat we zien met onze ogen en horen met onze oren, trekt een hele reeks inwendige reacties op gang. De hypothalamus in de tussenhersenen is namelijk zeer gevoelig voor uitwendige ervaringen, voor informatie die via alle zintuigen binnenkomt. De aanblik van een aantrekkelijke vrouw of een sexy man volstaat om de hypothalamus te prikkelen tot het vrijgeven van zogenaamde releasing factoren. Op hun beurt stimuleren deze stoffen de hypofyse, een hersencentrum vlakbij, tot het aanmaken van gonadotrope hormonen. Deze reguleren de werking van de geslachtsklieren. Verhoogde secretie van geslachtshormonen in de geslachtsklieren zorgt onder meer voor bepaalde veranderingen in de onderbuik. Met name zeer praktische veranderingen zoals een erectie bij mannen en het vochtig worden van vrouwen. De werking van de geslachtshormonen verklaart slechts ten dele de vlinders die verliefdheid met zich meebrengt maar geeft geen uitleg voor die andere, ten minste even overweldigende lichamelijke gewaarwordingen : blozen, zweten, trillen, een bonzend hart, en dies meer. Ook deze verschijnselen vinden hun oorsprong in onze hersenen. In de hypothalamus liggen talrijke centra die allen door de coup de foudre geprikkeld worden. Het vasomotorisch centrum dat de vaatzenuwen stuurt, is er één van. Het thermo-regulatoir systeem dat de lichaamstemperatuur regelt, is een tweede. Verliefdheid gaat bijgevolg ook gepaard met een aantal neuro-vegetatieve ?klachten”. Hinderlijke gewaarwordingen die volledig te wijten zijn aan bokkensprongen van het autonome zenuwstelsel.
Vasomotorische stoornissen zijn tot overmaat van ramp merkbaar door anderen. Bloedvaatjes verwijden zich en bezorgen verliefde mensen een blozend hoofd. Ze kunnen in zo’n staat van opwinding verkeren dat ze overmatig gaan transpireren. Vaatverwijding heeft in hun hele lichaam een verhoogde bloeddoorstroming tot gevolg waardoor ze zelfs hartkloppingen kunnen krijgen. Verhoogde bloeddoorstroming zorgt er wel voor dat acuut verliefde mensen het nooit koud hebben. Hun lichaam voelt juist warmer aan dan anders. Misschien wordt daarom over verliefdheid gezegd dat ze koortsachtig maakt, in vuur en vlam zet. Ook in de onderbuik zijn de gevolgen van die verhoogde bloeddoorstroming duidelijk voelbaar als een verterende warme gloed. Wat meteen de andere helft van de verklaring oplevert voor de vlinders in de buik.
De neuro-vegetatieve reacties van het lichaam tijdens de periode van acute verliefdheid zijn dezelfde als deze bij plotse paniek of angst. Ook verliefde mensen vertonen gejaagd, geagiteerd gedrag en vallen daardoor voor een opmerkzame collega, ouder of vriend meteen door de mand. Zo zullen de meesten onmiddellijk nadat het onderwerp van hun verliefdheid binnenwandelt, sneller ademen. Of vreemde dingen zeggen en doen omdat ze met zichzelf geen blijf meer weten. Omdat ze hun kluts kwijt zijn. Sommigen kijken zelfs met verwijde pupillen de wereld in. De verklaring is eenvoudig. Mensen hebben twee belangrijke zenuwsystemen. Het centrale zenuwstelsel dat aan onze wil gehoorzaamt en het autonome zenuwstelsel dat volkomen onwillekeurig werkt. Vooral het autonome zenuwstelsel speelt verliefde mensen parten. Dit systeem beheerst (buiten onze wil) spijsvertering, bloedsomloop, ademhaling, stofwisseling, maar ook honderden andere functies zoals het ritme van onze hartslag, de hormoonproductie, onze pupilreactie, enzovoort. Het autonome zenuwstelsel heeft twee werkterreinen : de orthosympathicus en de parasympathicus. Het eerste terrein is het instrument voor dringende situaties en emotionele reacties. Het zorgt er bijvoorbeeld voor dat we sneller ademen, alerter reageren door verhoogde bloeddoorstroming en snellere hartslag, kortom, klaar zijn voor de aanval of de vlucht. Het tweede terrein zorgt voor de terugkeer naar rust, kalmeert het lichaam. Zolang beiden in evenwicht zijn, functioneren we normaal. Problematische verliefdheden kunnen echter zeer tegenstrijdige lichamelijke reacties uitlokken. De spijsvertering raakt in de knoop, de verliefde darmen worden geplaagd door diarree, de blaas door overdreven plasdrang. Problematische verliefdheden kunnen zelfs tot spierspanning leiden. Helemaal gezond is zo’n coup de foudre dus niet. Er zit echter niks anders op dan te wachten tot de ergste klachten overgaan.
Want voor de rest is verliefd zijn ronduit heerlijk. Wie verliefd is, staat open voor het nieuwe, voor geluk, voor alles. In stressperiodes worden mensen maar zelden verliefd. Verhoogde spiegels van stresshormonen onderdrukken namelijk de geslachtshormonen. Verliefdheid vereist een welwillende omgeving. Een open kijk op wat in de buurt rondwandelt. Rouwende mensen, managers die met bankroet worden bedreigd, hebben geen last van coups de foudre. Jongeren, vrij van zorgen, daarentegen des te meer. En pubers, voor het eerst geconfronteerd met het vuurwerk der geslachtshormonen, weten zich met hun opeenvolgende verliefdheden gewoon geen raad.
Mensen die een bevredigende relatie hebben, stellen zich dan weer zelden open voor een nieuwe verliefdheid. Het kan hen best nog overkomen, maar ze zullen een bepaalde scheikundige aantrekkingskracht in elk geval niet bewust cultiveren. Ze kunnen daarentegen wel herhaaldelijk verliefd worden op hun partner. Niet alle liefde roest. Het vuur in een oude vulkaan kan plots weer oplaaien, zingt Jacques Brel.
Coups de foudre zijn moeilijk te verklaren. Ze zijn in eerste instantie emotioneel onderbouwd, en meestal compleet irrationeel. Bezeten van begeerte, blind of toch ten minste kortzichtig dromen van wat men niet heeft maar zou kunnen hebben. Deze fase is de verrukkelijkste, ontlokt de diepe zuchten kenmerkend voor verliefden. Alles lukt beter dan voorheen, de zon schijnt elke dag. Het verliefde hart is een slechte gedachtenlezer, zei Marlène Dietrich ooit. Misschien, maar verliefd zijn zonder te dromen kan niet. Als twee verliefden elkaar willen ontmoeten, dan zullen zij daar altijd in slagen. Liefde is vindingrijk, zo wordt beweerd. Verliefde mensen maken zich bijgevolg ook vaak aandoenlijk belachelijk. In daad en geschrift. Ach, de liefdesverklaring. De woorden die moeten zeggen hoe men zich voelt. Ze bestaan. De mooiste gedichten zijn geschreven door verliefde mensen.
Wat daarna volgt, is veel moeilijker, veel verwarrender. Hoe dikwijls immers stellen smoorverliefde mensen na verloop van (korte !) tijd vast dat ze absoluut niet met elkaar kunnen leven ? Uitersten trekken elkaar aan, maar voor hoe lang ? En wat als de verliefdheid niet wederkerig is ? Het water veel te diep, de bergen veel te hoog ? Liefdesverdriet gaat tergend langzaam over. Sommigen houden er hun hele leven lang trauma’s aan over.
Verliefdheid mag dan vurig zijn, het is nog geen liefde. Verliefdheid kan plots overgaan, uitdoven op een onooglijk detail. Even snel en even onverklaarbaar als ze gekomen is. Verworden tot afkeer. Een opmerking, een puist, een verkeerd gekozen das zijn soms al genoeg. Wat dan overblijft, is een soort schaamtegevoel, een verwondering over het feit dat die ene persoon zo’n onweerstaanbare aantrekkingskracht heeft kunnen uitoefenen. Daarom zeggen sommige mensen dat je een coup de foudre niet mag vertrouwen. Anderen zijn de mening toegedaan dat de coup de foudre, die liefde op het eerste gezicht, absoluut noodzakelijk is. Want in de eerste aantrekkingskracht zit de sleutel naar meer, naar dat wat verliefdheid overstijgt en gevoelens omsmeedt tot een krachtige, wederzijdse betrokkenheid. Verliefdheid, met alle blozende blikken en bezwete handjes erbij, is niet minder dan zuivere aantrekkingskracht. En die aantrekkingskracht vormt het fundament van elke grote liefde. Zelden omgekeerd. Daarom worden mensen steeds weer opnieuw verliefd, ondanks blunders en blauwtjes, ondanks geleden liefdesverdriet. Omwille van die potentie van verliefdheid om ?iets meer” te worden, iets moois, datgene waar we allen naar verlangen. Als de aantrekkingskracht blijft, ook na vele jaren, dan blijft ook de liefde. De tijd zal haar zeker verweven met rationele overwegingen. De donderslag van weleer wordt voor de helft aantrekkingskracht, passie en emotie. Voor de andere helft overweging, redelijkheid en bezinning. Het is die balans die triomfeert op 14 februari.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier