Op de recente Salone del Mobile van Milaan, ’s werelds grootste meubelbeurs, werden de interieurtrends voor de nabije toekomst bepaald. We willen een wand van transparent glas die met een tik van onze toverstaf ondoorzichtig wordt. En bontgekleurd meubilair voor de woonkamer.

De meubelindustrie heeft genoeg van wit. En dus wordt er nu kleur voorgeschreven: groen, geel, goud, als het maar met G begint (en pijn doet aan de ogen). Minimalisme hoeft al lang niet meer en dus kiezen we voor maximalisme, zoals te verwachten en te voorzien was. Om niet helemaal voor idioot te worden versleten, geven we het verschijnsel een fonkelende naam, barok 2000 bijvoorbeeld, of high mélange.

De overgang van zentempel naar rommelhok gebeurt weliswaar langzaam. Meubilair heeft het ritme van de mode nog niet overgenomen. De spaarzame stijl, met blanke muren, parketvloer en praktisch onzichtbaar meubilair, blijft alomtegenwoordig. Kleur dient nog vooral om strak design enigszins aan te kleden. Maar stilaan raakt de leegte opgevuld. Morgen kiest iedereen voor opulentie. Nieuwe luxe wordt nieuwe decadentie.

“Vroeger” is onsterfelijk en er wordt dan ook nog steeds veel gerecycleerd, zij het iets minder dan vorig jaar. “Vroeger” geldt als standaard, als voorbeeld, als maatstaf. Geen wonder dat het nieuwe fabrieksmuseum van Kartell, tientallen kilometers buiten de stad, bestormd werd door designliefhebbers. De plastic klassiekers blijven tot de verbeelding spreken. Gaetano Pesce kwam bij B&B Italia de heruitgave voorstellen van UP, zijn klassieke reeks zitmeubelen. De fauteuils en poefs waren destijds, in 1969, wellicht nog opzienbarender dan nu. Toen werden ze verkocht in platte dozen, waaruit ze traag tevoorschijn kwamen, op de wijze van champignons. “Alsof er magie mee gemoeid was”, zei Pesce. De toverformule is thans bij wet verboden, wegens gevaarlijk voor de gezondheid. De legendarische designer was overigens veel spraakzamer over zijn blubberhuis, een uit siliconen muren opgetrokken tentoonstellingspaviljoen in Avignon. Nieuwe en anders gebruikte materialen waren dan ook het belangrijkste gespreksonderwerp in en rond de Salone del Mobile. Een gel bijvoorbeeld, zoals gebruikt in de chaise longue van Werner Aisslinger voor Zanotta. Dat merk rustte ook buffetkasten uit met een vilten blad, ter vervanging van ouderwets marmer, hout of formica.

Ross Lovegrove ontwierp voor Edra een zitje in piepschuim en Droog Design had zacht sanitair, een alternatief voor witte ceramiek en beigebruin plastic.

Snowcrash, het van oorsprong Finse bedrijf maar sinds kort in Zweedse handen, presenteerde Broadway, een fusie van meubilair en elektronica. Het bureau, dat is gemaakt van honingraataluminium, kan worden gebruikt als tafel, connection hub of IT center. Kabels voor bijvoorbeeld een internetverbinding zijn niet meer nodig. Minder tot de verbeelding sprekend maar eigenlijk net zo interessant, is het Soundwave Panel van hetzelfde merk. Het concept daarvan berust op geluidsisolerende panelen van polyesterfiber, doorgaans gebruikt in vliegtuigen, treinen en auto’s.

Op de Salone del Mobile presenteerde Ron Arad een reusachtige fauteuil voor Moroso: Victoria and Albert, genoemd naar het museum dat in deze periode een grote tentoonstelling aan zijn werk wijdt. In de binnenstad was hij aanwezig met een eigen tentoonstelling, Not Made by Hand, Not Made in China, een reeks meubilair in polyamide dat “gegroeid wordt”. “Er zijn geen grenzen meer. Ik heb een nieuwe aanpak ontwikkeld om spullen te fabriceren. Ik laat objecten groeien onder invloed van laserinformatica. Met de nieuwe technologieën kun je alles tekenen en realiseren. Je kunt een model definiëren in 3D, het in de lucht gooien, kijken hoe het vervormd wordt.”

We keken op twee locaties met open mond naar een doorzichtige glazen wand die op mysterieuze wijze zijn transparantie verloor, een essentieel element voor de intelligente woning die al een eeuwigheid voor morgen wordt voorspeld.

De toverwand werd gebruikt als onderdeel van een etalagekast bij Droog Design, voor een project in samenwerking met Levi’s. En als badkamermuur op de voorts teleurstellende tentoonstelling Essere non essere, waar een groep meubelfabrikanten, domotica-specialisten en giganten inzake huishoudtoestellen aan designers vroegen hun visie te geven op de toekomst.

Opvallend was ook het groeiend belang van de automobielindustrie voor de meubelsector. We gaven al het voorbeeld van Snowcrash. Een van de drukst bezochte nevenevenementen was de presentatie door Ford van een door Marc Newson ontworpen conceptauto. Dat van de auto kan worden geleerd, bewees het merk Sapotiti Italia met een nieuwe ligstoel, waarvan de technologie is afgekeken van voor auto’s ontwikkelde stoelen. Die zijn niet alleen gesofisticeerder, maar ook goedkoper.

Hoe zat het met onze favoriete merken? Zanotta was dit jaar opvallend sterk en presenteerde onder meer het coolste voorwerp van het seizoen, de Globullo van Andrea Panto en Fabrizio Bertero: ronde luchtkussens in felgekleurd plastic. Edra presenteerde Monster, een vloeiend zitmeubel van plastic in de stijl van de leefhoeken van de late jaren ’60. Cappellini had een enorm fabrieksgebouw gehuurd in het zuiden van de stad. De nieuwe collectie van het prestigieuze merk stond er enigszins verloren en een minder bombastische presentatie was wellicht indrukwekkender geweest. Jasper Morrison herdacht de essentiële stoel van 1999, de Hi-Pad, voor de nieuwe Tate Gallery. Laten we de Tate een updating noemen van de greatest hits van Arne Jacobsen. Ronan Bouroullec ontwierp metalen stoelen voor zijn tafel Hole, en van zijn broer Erwan komt het Lit Clos in productie, geïnspireerd door traditionele Bretonse bedden, maar meer een soort boomhut. Nog van Erwan Bouroullec: een fauteuil die neigt naar de jaren ’70 maar geheel van nu is. Voor de handvol resterende minimalisten heeft Cappellini een houten tafel van Claudio Silvestrin, Millennium Hope. De Felt Stool van Hella Jongerius, bekend van Droog Design, wordt wellicht een kleine klassieker, het lot van de Kasese-vouwstoel is minder duidelijk. Van Marcel Wanders, opperhoofd van Droog, brengt Cappellini een stoel die is ontworpen voor de Expo 2000 van Hannover, met piramidepootjes in de stijl van Memphis. De (door ons althans) langverwachte terugkeer van die stroming en de revival van de jaren-’80-stijl laat overigens nog even op zich wachten. Tot volgend jaar wellicht.

België was dit jaar opvallend aanwezig. F3, het verbond van vijf Belgische fabrikanten, vond onderdak in een reusachtig oud tramdepot aan de grens van de binnenstad. Behalve de producten van Maarten Van Severen Meubelen By TM, Extremis, Spijker, Obumex en Kreon, was ook een aantal gasten uitgenodigd, onder wie de jonge Limburgse designers van JZUZ, met een verleidelijk zitmeubel voor de 21ste eeuw. Bij Apart was er veel interesse voor een nieuwe stoel van Vincent Van Duysen. Christophe Coppens had zijn voorwerpen uitgestald in de laadruimte van een vrachtwagen en kreeg onder anderen Donna Karan op bezoek, die terstond een bestelling plaatste voor haar vlaggenschipwinkel in New York. Armani Casa leek erg geïnteresseerd in het glaswerk van L’Anverre.

Belgische designers waren ook buiten de muren van F3 te vinden. Luc Vincent, die onder meer heeft gewerkt voor Obumex en Bulo, presenteerde zijn eerste levering voor een nieuw Italiaans merk, Totem, in de opulente salons van een luxehotel. Op de Salone Satellite, gewijd aan jonge fabrikanten, werden we verleid door een bank van Xavier Lust. En dan was er nog Euroluce, waar een vijftal Belgische lichtfabrikanten hun waren voorstelden.

Ons land heeft nog steeds geen enorme uitstraling als het om productdesign gaat, maar wel een reputatie van degelijkheid en kwaliteit. De tijd lijkt perfect om de Belgitude helemaal uit te spelen.

Jesse Brouns

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content