Anna Luyten Freelance journaliste

“Living 2”, ofwel : kunst heel dicht bij mensen brengen. Elf lezers van Weekend Knack zetten hun huis open voor een kunstenaar. Wie wil zien wat daar van gekomen is, kan over veertien dagen gaan kijken.

ANNA LUYTEN

FOTO’S : LIEVE BLANCQUAERT

Ze leerden elkaar kennen op een hete zaterdagmiddag. Tien kunstenaars en tien lezers van Weekend Knack. Living 2, zo zou het projekt heten, een vervolg op een eerder dit jaar door Kunst in Huis in Limburg georganizeerde Living. Kunst in Huis staat in Vlaanderen al langer bekend als een organizatie die kunstwerken uitleent. Met het projekt Living wilde ze de uitdaging aangaan om kunstwerken in het dagelijkse leven van kunstliefhebbers te integreren. Living 2 werd speciaal aangeboden aan lezers van Weekend Knack. Op basis van een schriftelijke motivatie om aan het projekt deel te nemen, werden tien lezers geselekteerd. Later werden het er omwille van praktische organizatie elf. Mensen die het wel eens van dichtbij willen meemaken hoe een kunstwerk groeit. Mensen die dat kunstwerk ook in hun eigen leefomgeving wilden laten ontstaan en geĆÆntegreerd zien. De eerste kontaktdag, op Ć©Ć©n juli, was wat onwennig. Hoe vindt een mens in godsnaam de kunstenaar die bij hem of haar past. En hoe vindt een kunstenaar een kunstminnaar of een huisgezin dat bij hem of haar past. De vraag is misschien onzinnig gesteld. Het ging meer om een wil tot samenwerken, om sympatie en vooral om openheid. Je deelt niet met om het even wie een stuk van je leven. Aan het eind van de middag werden koalities gesloten. Danny Matthys en Erlend Van Landeghem besloten in twee gezinnen samen een projekt uit te werken. Dus werd ook een elfde lezer gekozen voor de kunstenaar die op die manier in de kou bleef staan. Voorwaarde was dat iedereen vrij spel liet aan kunstenaars die men niet of nauwelijks kende. Een fragmentarisch verslag van wat er de voorbije maanden in een aantal Vlaamse huizen groeide.

Het is begonnen met de baby

In Zaffelare staat een huis van 147 jaar oud : de direkteurswoning van een kloosterschool. Sinds kort hangen er 102 hersenhelften aan de muur. Binnen en buiten. Kunstenaar Wlad Moszowski noemt het Denkbeelden. Eigenlijk was het Hannes, de baby van Mark Verbrugge en Sofie Hesters, die Moszowski naar het gezin Verbrugge leidde. “Die dag waarop we in de hele groep een soort van eerste kennismaking hadden, vond ik zeer vreemd. Ik weet nog dat ik me volledig had afgesloten. Hannes stond in zijn koets in de hoek. Ik had het gevoel dat hij de enige was die me kon verstaan. “

“Soms moeten er dingen gebeuren waarin je niet te kiezen hebt”, zegt Mark Verbrugge. Hij is grafisch vormgever. “Ik wilde dit projekt op me laten afkomen. ” Vrij snel werd duidelijk welke richting ze zouden uitgaan. Mark : “Ik ben alle dagen met konkrete beelden bezig. Ik doe niets anders. Maar in mijn wereld moeten ze ekonomisch verantwoord zijn. ” Wlad : “Dus ik dacht, wat kan ik beter doen dan te werken rond denkbeelden. Op vakantie in Egypte zat ik de hele tijd met dit werk in mijn hoofd. De symmetrie van de kolonnes die ik ginds zag, heb ik naar hier gebracht. ” Aan de buitenzijde van de muur bracht Moszowski 76 arduinkleurige, naar anatomisch model gegoten hersenhelften aan. Langs de binnenzijde werd dat proces op iedere verdieping herhaald. Van kelder tot zolder. Moszowski : “De muur zit gevat tussen de twee. ” Mark : “De verhouding binnen/buiten is nu heel goed voelbaar. Dit huis kan niet meer zonder dit werk. ” Mark en Sofie hebben het dan ook gekocht : “Dit is een ingreep aan het huis die heel gevoelig is. Alleen wij, die hier wonen, kunnen er iets van begrijpen. Het is haast in het huis gegroeid. “

In de hal heeft Moszowski een apart werk gemaakt. Een werk dat bestaat uit veren, uit lood, uit slangevellen. “Hier ga ik ooit nog een sprookje over schrijven. “

Ze zijn tevreden. De twee families. Wlad : “Dit is zo’n aangename samenwerking geweest. We waren vaak met de twee families bij elkaar, we speelden samen risk, gingen samen wandelen. ” Mark : “Toen ik op de akademie zat, heerste zo het idee van : de mensen van de toegepaste kunst zijn burgerlijker, de mensen van de fotografie zijn diegenen die speciaal gekleed lopen en de mensen van de beeldende kunst zijn diegenen die dringend in bad moeten. Alsof een schilder of een beeldhouwer alternatief moest zijn. Ik vond het zo tof dat we Wlad tegenkwamen en dat die over zijn kinderen begon te spreken. Dat was iets wat in mijn beeld niet paste. ” Wlad : “Je herkent toch je eigen menselijkheid het best door het feit dat je kinderen hebt. Of niet soms ? “

Kapsalon Ingrid : iets anders om over te praten

Zij : “Ik was met een scheermes het nekhaar van een man aan het verwijderen, toen hij plots binnenkwam. “

Hij : “Ik wilde haar verrassen. Ik wilde haar niets vertellen. Ik wilde… “

Zij : “Ik kon mij ergens wel vaag iets voorstellen. Maar ik had mij niet aan zoveel verwacht… “

Zij is kapster. Ingrid Berckmoes. Hij, een jonge kunstenaar. Erlend Van Landeghem. Hij maakte zijn werk in het uitstalraam van Coiffure Ingrid, haar kapsalon.

Ze hadden eerst wat gepraat, over het werk, en over algemene dingen. Soms over het leven. Uit die gesprekken groeide een idee. Crossroads, werd de titel van Van Landeghems werk. Van Landeghem : “Er komen hier toch ook verschillende mensen over de vloer. ” In de winkelstraat van Zele blijven de mensen nu verwonderd staan kijken naar het werk dat bestaat uit vormen in glasscherven in alle kleuren. ’s Avonds wordt het beeld dat Van Landeghem in de etalages schiep feeĆ«riek verlicht. “De rechterkant verbeeldt het mannelijke, het macho, het barokke. De linkerzijde van de etalage staat voor het vrouwelijke, het poreuze”, zegt Van Landeghem. Op de achtergrond zie je hoe de meisjes van het kapsalon de klanten voorzien van permanents en mise-en-plis. Tussen de uit scherven opgebouwde beelden in het uitstalraam liggen kleine, breekbare dingen. Porseleinen rozen, glazen beeldjes. Het werd een indrukwekkende installatie die de kapster en de kunstenaar op een zondag samen opbouwden. Ingrid : “Wij hebben hard gewerkt en veel gezwegen. Het werk kreeg stilaan vorm. Ik heb hem nog gezegd : Ik krijg er koude rillingen van. Zo mooi. “

Af en toe keek ze dan naar hem : “Die ernst. Hij werkte zwijgend voort. Heel ingespannen. Ik zag de zweetdruppels over zijn voorhoofd lopen. “

Erlend : “Ik vond het belangrijk dat zij erbij was. Mijn werk werd er veel intenser door. “

Ingrid : “’s Avonds, toen alles klaar was, hebben we zeker tien minuten voor het raam staan kijken. Ik had zo’n voldaan gevoel. Ik heb hem wel tot drie keer toe gevraagd : ‘Erlend, ben je tevreden ? ‘ Ik was kontent. En de klanten houden er ook van. We hebben nu eens een keer iets anders om over te praten dan over banale dingen. Kunst geeft in het kapsalon aanleiding tot heel boeiende dialogen. En ik kijk iedere dag verwonderd naar mijn etalage en ontdek steeds opnieuw kleine dingen in dit kunstwerk die ik voordien nog niet gezien had. “

Het bejaardentehuis : hoeveel moet dat kosten ?

Je hoort er hoe mensen alleen nog fluisterend tegen zichzelf spreken. Degenen die nog ‘goed’ zijn, spelen patience. De anderen staren zwijgend naar de tekenfilm op de televisie in een soort animatieruimte in het Antwerpse Hof ter Schelde, een revalidatiecentrum en bejaardentehuis. In die omgeving arriveert een jonge kunstenaar. De mensen zeggen dan “Die jongen kan mooi schilderen”. Of nog : “Jongen toch, en is dat allemaal aangevraagd en toegestaan door de inrichting ? “

In de gangen en de liften van het centrum hangen teatermaker Arne Sierens en kunstenaar Guido Vrolix de tientallen tekeningen op die Vrolix thuis maakte. Ze kloppen op de kamerdeuren. De mensen komen uit hun kamers om te kijken wat er gebeurt. Sommige bejaarden halen hun portemonnee boven. “Hoeveel moeten wij daarvoor betalen ? “

“Niets”, zegt Patrick Bas, de aktiviteitenbegeleider van het centrum. “Dit is een kunstprojekt. Als we samenkomen met Tafeltje rond, dan gaan we daarover vertellen. “

Gust Lancelots (89) bekijkt de tekening die op zijn deur hangt : “Het lijkt op een schildpad, maar dat is het niet. Misschien is het gewoon een mens die veel te veel gebukt gaat. “

“Gust, ’t is een egel”, zegt een voorbijganger. “Ja, ” zegt Gust, “dat zou het ook kunnen zijn. “

Maria Declercq (88) bekijkt lang de in brede verfstrepen geschilderde figuur op het witte blad op haar kamerdeur : een man op een stoel. “Het is een artiest die dat geschilderd heeft”, zegt ze. En wat het voor haar betekent ? “Dat als een mens moe is, hij moet gaan zitten. “

Tussen troostende volumes

Twee weken lang al leven Kristien Ketelslegers (31) en Mildred Vyvey (31) in hun huis in Houthalen tussen wat kunstenaar Willy Peters de Vijf Volumes heeft genoemd. Kristien : “Willy vroeg ons om per ruimte in het huis die wij belangrijk vinden, kwaliteiten op te schrijven. We mochten zelf ook een ruimte fantazeren. Ik heb mezelf als ruimte gekozen. “

In de tuin staat bijvoorbeeld een ellipsachtig, speervormig voorwerp.

Tuin : Breed en ruim gevoel. Veel ademruimte. Verbondenheid met de aarde.

Toilet : Klein. Donker zwart. Menselijk. Verlichtend.

Het waren maar enkele losse gedachten die de bewoonsters van het huis over hun leefruimtes optekenden. “Met de kwaliteiten die wij opsomden heeft Willy iets konkreets proberen te maken. Het is nu al alsof die kunstwerken bij ons huis horen, alsof ze er altijd zijn geweest, en hier altijd zullen blijven. Ik bekijk die objekten heel vaak, met de uitleg die Willy ons gaf in mijn achterhoofd en geef er mijn eigen interpretatie en kleur aan. “

Het was voor ons een spannende onderneming, zeggen ze. Kristien : “We kenden zijn werk niet. We zijn niet naar zijn atelier geweest, we hebben geen foto’s van zijn vroegere werken gezien. We wilden dit gebeuren heel puur en open ondergaan. We hebben Willy niet alleen als kunstenaar maar ook als mens beter leren kennen. Ik had in het begin het gevoel dat hij meer zat te vertellen dan wij. Ik had vroeger de neiging om over kunst op een heel andere manier na te denken. Ik vond het rare verzinsels, of gewoon mooi of lelijk. Nu doe ik er zelf veel meer mee. Mentaal. Ik span me op een andere manier in om het te begrijpen. De samenwerking met Willy heeft mij geleerd om niet zozeer te gaan zoeken naar de bedoeling van de kunstenaar, maar wel om me af te vragen welk effekt een werk op mij heeft. Ik blijf over die volumes nadenken. Soms hebben die volumes, die kunstwerken, iets troostends, omdat ze kwaliteiten hebben die verbonden zijn met de gevoelens die wij hebben bij een bepaalde ruimte in ons huis. “

Mildred : “Ik heb altijd een hekel gehad aan het bezoeken van musea. Maar in de kunstwerken die hier hangen, zit iets van mezelf. Dit hele projekt heeft mij doen afstappen van het clichĆ©beeld dat ik van een kunstenaar had. Een kunstenaar was voor mij een zonderling. Dat dacht ik, omdat hij ver van mij af stond. Het is me nu heel duidelijk geworden hoe menselijk kunst eigenlijk is. “

Het wordt een stuk van jezelf

De schoonheid is uit het dagelijks leven gevlucht en schuilt nu in de musea. Het moet mogelijk zijn de kunst opnieuw in het dagelijks leven te brengen.

Rita Verryckt heeft het citaat van Mondriaan in een kranteartikel gevonden, uitgeknipt, gekopieerd en naar de buren verzonden als antwoord op hun vraag wat er ten huize Boenders-Verryckt aan de hand was. Op een zaterdag zijn de buren allemaal komen kijken. In de tuin hebben Danny Matthys en Erlend Van Landeghem samen een installatie, een assemblage gebouwd. Uit mozaĆÆeken bestaande, liggende torso’s rond een spiegelfontein. “We houden van dit werk”, zegt Rita Verryckt. “Het wordt een stuk van jezelf. In het weekend wandel ik er al eens rond. En de hele zomer lang hebben we ervan genoten. We hebben erbij geleefd. Nu kijken we er elke dag nog naar vanuit de woonkamer. Hoe meer je er naar kijkt, hoe mooier het wordt. Ik kan er al van genieten als ik gewoon nog maar de zon erin zie spelen. Ik ga dit werk echt missen als het weer weg is. Ik ben er zo vertrouwd mee geraakt. “

“In het begin was ik wel wat bang voor dit projekt. Je weet toch nooit wat je te wachten staat. Maar ik wilde de uitdaging aannemen. Ik dacht : als het niet klikt, dan doen we het niet. Danny en Erlend zijn heel rustige mensen. We hebben samen over heel veel dingen gesproken. Ook over zaken die helemaal niet met kunst te maken hadden. Met Danny hebben wij bijvoorbeeld heel lange gesprekken gevoerd over het opvoeden van kinderen. Ik heb altijd van kunst gehouden, omdat ik vond dat het iets toevoegt aan je leven. “

Ze brachten verbeelding in ons dagelijks leven

In het huis van de familie Vlaeminck heeft de ene dochter koekjes gebakken. Koekjes in de vorm van letters. Ze liggen netjes op een doekje op de piano. DANNY en ERLEND. Ook in dit huis werkte het duo Danny Matthys en Erlend Van Landeghem samen. “Imagination is as important as knowledge. Danny Matthys en Erlend Van Landeghem brachten met hun kunstwerken die verbeelding in ons dagelijks leven”, staat op de uitnodiging voor een kennismaking met het werk, die Ria en AndrĆ© Vlaminck naar hun vrienden verstuurden. Ze zijn entoesiast.

In de tuin staan de beelden van Erlend en Danny als verstilde vormen. Ria wijst naar de spinnewebben tussen de konstrukties. “Ik moet die van de kunstenaars laten hangen”, zegt ze. “Ze vinden dat dat erbij hoort. “

AndrĆ© Vlaeminck is arts en Danny Matthys heeft ook zijn wachtkamer herschapen. Ria Vlaeminck : “Sommige patiĆ«nten zeggen dat het hier nu meer op een boudoir lijkt. Danny heeft het knus gemaakt. Hij heeft de kussens van de zitbank wat meer opgevuld en met roze stof overtrokken. Wij vinden het een goed idee. ” Aan de wand heeft hij een collage aangebracht waarin hij gegevens uit het dagelijkse leven van de familie verwerkte. Zo heeft hij heel nauwgezet, gekleurde omhulsels van pillen tegen de muur geplakt en in een vorm gegoten. Ria Vlaeminck : “Het waren oude pillen die mijn man nog in de kelder had liggen. Danny moest van mijn man wel alle poeders eruit halen omdat je nooit weet of patiĆ«nten van de muur gaan eten. “

Een zoekend mens

Beste. Brugge is niet klaar voor moderne kunst, maar ik wel.

Pieter Cherlet (20) schreef slechts enkele regels om duidelijk te maken dat hij een konfrontatie met een hedendaagse kunstenaar aan wilde gaan. “Om het even met wie”, zei hij op de dag waarop iedereen zijn wensen kon uitspreken met wie hij of zij het liefst zou samenwerken. Die hedendaagse kunstenaar werd Ria Verhaeghe. “In het begin was hij zo gesloten, maar op het laatst zo lief”, zegt ze. Ze maakte voor hem een installatie van koffers die in mekaar passen, gebaseerd op het systeem van de Russische poppen. Ria Verhaeghe : “Pieter is altijd op weg. Hij zit als student op kamers en is alleen tijdens de weekends in Brugge. Zijn kamer in zijn ouderlijk huis is heel koel. Tijdens de drie maanden waarin we samenwerkten, hebben we een dagboek bijgehouden. We hebben foto’s genomen, en ik heb die foto’s bewerkt. Ook dat zit in de installatie verwerkt. Het kleinste koffertje is een koffertje van mij, een koffertje waar ik vroeger mee naar school ging. Dat heb ik hem geschonken. ” Zoeken en reizen. Dat was Pieter voor haar. De installatie eindigt in twee vogeltjes in papier machĆ©. “Een zoekend mens als een vogeltje dat schreeuwt. “

Ze gingen samen naar tentoonstellingen, hadden gesprekken over wat mooi en lelijk is.

“Ik heb veel van hem geleerd”, zegt Ria Verhaeghe. “We hebben elkaar boeken uitgeleend, boeken die gingen over mensen die onderweg zijn. Bij de opening van mijn laatste tentoonstelling heeft hij me een cassette gegeven met lo-fi muziek. Door dat cadeau weet ik dat hij me begrepen heeft. Ik denk dat Pieter staat voor een groep van jonge mensen die zeer gevoelig is voor wat echt is, die zegt dat de rest hen niet kan schelen. Ze zijn daar zeer hard in. Ze weigeren een pose aan te nemen. Het belang van het wegnemen van alle franjes, het belang van bezieldheid, dat is iets wat hij mij heel duidelijk heeft gemaakt. “

Het kindertehuis : ze begrepen het niet dadelijk

“Zoiets plezant”, zegt de ene bewoner. “Het gaat over afval”, zegt de andere bewoner. In het Turnhoutse kindertehuis De Regenboog (een tehuis voor zes kinderen tussen zes en twaalf jaar die “onder beschermende maatregelen” door de jeugdrechtbank werden geplaatst) was de verbazing groot. Christine Clinckx hing in de veranda een ingenieus systeem op dat bestaat uit katrollen en touwen en jute zakken. Een enorme installatie. “De kinderen stonden er in het begin verwonderd naar te kijken”, zegt opvoeder Paul Rombouts. “Ze begrepen het niet dadelijk. ” Christine Clinckx is dan heel konkreet te werk gegaan. Ze nodigde in het tehuis een spreker van Greenpeace uit en ze brachten samen een diavoorstelling over de organizatie en spraken met de bewoners over het belang van afvalverwerking. “Dat vonden de kinderen zalig. Ze vonden het systeem van Christine veel prettiger dan ons systeem. Wij sorteerden vroeger afval in kartonnen dozen en brachten het dan naar het containerpark. In het begin hebben we de installatie wel gebruikt, maar we zijn ervan moeten afstappen. De kinderen begonnen het als speelgoed te zien en gingen in de touwen hangen. Nu mogen ze er niet meer aankomen. “

“Ik wil echt iets maken rond ekologisch bewustzijn”, had Christine Clinckx altijd gezegd.

“Ik vind het mooi dat Christine deze installatie hier heeft gemaakt”, zegt Rombouts. “Ik was vooral geĆÆnteresseerd in de goede bedoelingen die uit het kunstwerk spreken. Er zit toch een heroĆÆsche gedachte in van jongeren en kinderen die de toekomst tegemoet willen zien en zorgen dat de aarde zuiver blijft. Dat leeft ook bij onze kinderen heel sterk. “

Er is hier wel wat veranderd door de kunstenaar

“Het is mooi, maar het is niet echt mijn smaak”, zegt Yuri Mortelmans (14). In de woonkamer van het gezin Mortelmans staan sinds een week dertig grote blauwe dozen opeengestapeld. Dozen met een kijkgat. Op iedere doos staat een woord. Emotionele woorden zoals : valsheid, geluk, razernij. “We moesten de voor ons kostbare voorwerpen in de doos stoppen”, zegt Yuri. “Ik verzamel kleine autootjes, dus heb ik een Bugatti aan Luk Van Der Hallen gegeven. ” Zijn moeder gaf lievelingsbeeldjes, zijn vader kleine verzamelobjekten en zijn stetoskoop, zijn zus wat van haar Barbie-spullen en zijn jongste broer een speelgoedvliegtuig. “Er is hier wel wat veranderd door de kunstenaar”, zegt Yuri. “De televisie is verplaatst en sommige schilderijen zijn weggehangen. “

Luk Vanderhallen : “Ik wilde sommige, dierbare objekten, uit hun zicht laten verdwijnen. Als de bewoners van het huis en de eigenaars van de voorwerpen behoefte hebben om ernaar te kijken, kunnen ze door het kijkgat turen. Toen ik voor het eerst in het huis van de familie kwam, viel me op dat hun hele huis vol met allerlei verzamelingen staat. Ik heb gezegd : ik ga uw spullen in dozen duwen, dat zegt iets over mijn manier van werken en uw manier van leven. ” Hij vindt het wel grappig. Toen hij enkele dagen later terug in het huis kwam, zag hij hoe de familie het tapijt dat hij in funktie van zijn werk recht had getrokken, weer scheef had gelegd. “Er stonden opnieuw beeldjes onder en voor de installatie. En sommige dingen waren weer uit de doos genomen. ” Archief van emoties, heet het werk.

Iets vastzetten in de tijd

In een groot leeg huis in de Koninginnelaan in Brussel plakt Cel Crabeels blauwe celofaan over de zwart-witfoto’s die de overleden man van Christiane Holsbeeks ooit maakte. “Blauw was zijn lievelingskleur, heeft ze me gezegd. ” Christiane Holsbeeks kocht een tijd geleden het huis van haar oude buurvrouw, een zonderling mens van over de negentig, een vat vol verhalen. “Ik heb enorm goede herinneringen aan haar”, zegt Christiane. “Toen ik in haar huis kwam, ontdekte ik de merkwaardigste dingen. Ze had overal plastieken bloemen hangen, had sommige ruimtes op de vreemdste manieren gedekoreerd, met vogeltjes en vlinders. ” Cel Crabeels vond nog een pruik van haar op de schouw. “Christiane is nu volop aan het verbouwen. Ik wil dat ze bepaalde dingen bewaart, vastzet in de tijd. ” De foto’s die haar overleden man genomen had, vond hij in een doos tussen de verhuisspullen op de gang. “Ik wil ze op de verdieping naast elkaar ophangen. Iets bewaren tussen al de veranderingen die het huis zal ondergaan. “

Heb je geen pluimpjes nodig ?

Ludo Vanroy en Sonja Abrams hebben beiden een wetenschappelijke vorming. Maar ze wilden zich verdiepen in wat ze “de andere kant” noemen. Zo is kunstenaar Wim Vanderplaetsen een vriend des huizes geworden. “Wim heeft me gestimuleerd om opnieuw gedichten te gaan schrijven”, zegt Vanroy. De korrespondentie tussen Ludo en Wim werd al een kunstwerk op zich, een netwerk van uitgesponnen gedachten en gemeenschappelijk vertrouwen. De eerste keer dat ze elkaar zagen, hadden ze over chemicaliĆ«n en verf gesproken. Maar de relatie werd steeds intiemer. Ludo tegen Wim : “Het viel me op dat je zo open over jezelf sprak. Het was lang geleden dat iemand die ik amper kende zo eerlijk vertelde. “

Op een avond in oktober toont Ludo de schetsen van wat er uitgedacht is. Op een van de eerste pagina’s van zijn schetsboek heeft Wim enkele regels van een gedicht van Ludo opgeschreven : We raken huidverwant/ en tijdsonbekwaam/ maar licht is hier zelfstandig/ en de chaos versnelt/ het gekruist verleden/ in het vergezicht van onszelf/.

“Ik was aangegrepen door dat gedicht”, zegt Wim. Uit gesprekken bleek later dat Ludo gefascineerd was door de studie van de Icarus- en Prometheus-figuur. “Het was een raakvlak tussen ons beiden. ” Ludo : “Het verleggen van grenzen, de hoogmoed om dingen te maken. ” Door het hele huis van de gang, door de woonkamer, tot buiten aan het terras, zal een Icarus-figuur aangebracht worden. De man die wil vliegen, maar dan met voeten uit aarde gemaakt, een middenrif uit harde stof, doorzichtige schouders en een glazen hoofd. Een ingrijpende onderneming. “Heb je geen pluimpjes nodig ? ” vraagt Sonja Abrams. “De kinderen komen regelmatig met pluimen thuis die ze buiten gevonden hebben. We zullen ze bewaren. “

Wim : “Ik heb me vaak naakt gevoeld. Zo’n projekt vraagt toch een grote dosis vertrouwen en lef om je in al je onzekerheid te tonen. ” In dit huis komt het resultaat van de samenwerking tussen het gezin en de kunstenaar nu al op de laatste plaats. Sonja : “Op dit moment is het kunstwerk volledig ondergeschikt. ” Ludo : “Elke ontmoeting die we met Wim gehad hebben, was verrijkend. Ik vind dat ik te weinig zulke mensen ontmoet. “

Op zaterdag 18 november 1995 organizeert Kunst in Huis een colloquium over de integratie van kunst in de dagelijkse leefomgeving. Tijdens deze studiedag zal over de beide Living Projekten worden gediskussieerd.

Info : Kunst In Huis, Gallaitstraat 80, 1210 Brussel. tel. (02) 216.00.80. Fax : (02) 242.83.11.

Praktische informatie over de opendeurdag van het Living 2-projekt vindt u hiernaast.

Sofie Hesters met Hannes : “Alleen wij, die hier wonen, kunnen er iets van begrijpen. “

Coiffure Ingrid : geen kapper in Vlaanderen heeft zo’n uitstalraam.

Mildred Vyvey en Kristien Ketelslegers : “Vroeger was een kunstenaar voor mij een zonderling. “

Guido Vrolix en een bewoner van het Hof ter Schelde : “Als een mens moe is, moet hij gaan zitten. “

Een assemblage van Danny Matthys en Erlend Van Landeghem ten huize Boenders-Verryckt : “We gaan dit werk echt missen als het weer weg is. “

Dokter AndrĆ© Vlaeminck in zijn wachtkamer : “Danny heeft het knus gemaakt. “

Pieter Cherlet met de koffer van Ria Verhaeghe : altijd op weg.

Werk van Christine Clinckx in De Regenboog : “De kinderen begrepen het niet dadelijk. “

Luk Vanderhallen stopte de lievelingsspullen van de familie Mortelmans in dozen : een archief van emoties.

Christiane Holsbeeks : Cel Crabeels bewaart dingen van de buurvrouw.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content