Kraftwerk heeft weer polsslag
Na jarenlange stilte lijkt Kraftwerk weer operationeel. De legendarische groep heeft net een selectieve tournee afgewerkt en een nieuwe plaat moet eraan komen. Ondertussen blijft het tributen regenen, in de muziek- maar ook in de modewereld.
Kraftwerk bestaat al bijna dertig jaar, een dinosaurusleeftijd in de wereld van de popmuziek, maar heeft geen ouderdomsverschijnselen. Ten minste niet op de ijzige gezichten van hun plaatsvervangende robotten, hun ondertussen tot kenmerk verheven en immer parate automatons. Die Roboter slapen niet; ze zijn ingeplugd, waakzaam, afgesteld om nieuwe sonische impulsen op te vangen en te digitaliseren. Of om, op een zeldzame vrije dag, aan modedefilés mee te doen. Begin dit jaar nog bij Raf Simons, als eregasten bij zijn wintercollectie, hoewel ze ons, zo van dichtbij, plots onrustbarend menselijk en verdacht jong leken. In rood hemd, zwarte das en grijze broek, een identieke vierling, The Robots in de rol van The Model.
Ondertussen dromen de levensechte architecten achter deze mensmachines (Ralf Hütter en Florian Schneider, de twee oprichters en, naast een duo ondergeschikte percussionisten, de kernleden van Kraftwerk) van andere mechanische poppen, nog perfecter, nog gesofisticeerder. Ideaal, zo fantaseren ze, moeten er dagelijks Kraftwerk-concerten plaatsvinden, één in elke wereldstad, met de robotten achter de controlepanelen, als zendelingen met klankentappers. Voor het zover is, knutselt het tweetal verder aan een volgend opus, genre industrielle Volksmusik, in hun eigen, vertrouwde Klingklank-studio in Düsseldorf, waar verder niemand ontvangen wordt. Er wordt wel gewerkt, dag in dag uit, althans volgens de sporadische, veelal officieuze berichten. Hoewel de wereld nu al twaalf jaar op een nieuwe plaat wacht ( Electric Café, de meest recente, dateert uit ’86), nemen Hütter en Schneider hun tijd, en gaan ze ondertussen sporten ter ontspanning. Baantjes rijden met de fiets, want een mooiere uitvinding bestaat volgens de Kraftwerkiaanse gedachtengang niet: menselijke kracht en technische mechaniek in perfecte harmonie, een toestel dat altijd vooruitgaat, nooit achteruit. AVANTI!, slagzin van het futurisme, is ook immer Kraftwerks credo, al sinds het begin van hun carrière, een volgehouden stelling die met de jaren spectaculair innoverende muziek heeft opgeleverd, en een revolutie in de historiek van de popmuziek.
Kraftwerk heeft de synthesizer niet uitgevonden, maar was wel de eerste groep die er memorabele, tijdloze popsongs mee maakte. En terwijl allerhande critici zich suf piekerden of ze elektronische instrumenten nu al dan niet voor vol zouden aanzien, beïnvloedde het Duitse kwartet zowat elke sien die met hen de beperkingen van de gitaar-, bas- en drum-combinatie onderschreven: David Bowie en Iggy Pop, die in ’77 richting Berlijn trokken om er Kraftwerks glaciale melodieën en rigide ritmes te assimileren, of de Engelse New Romantics, vervoerd door hun Teutoonse robo-romantiek. Of de beathongerige B-boys uit de Bronx, Afrika Bambaataa, Arthur Baker en Kurtis Mantronix, die in het begin van de jaren ’80 de beginselen van hiphop en elektro puurden uit Kraftwerks klank-onomatopeeën, imperatieve ritmes en computer-disco. Chicago House, Detroit Techno, Electronic Body Music, europop, van Juan Atkins tot Culture Beat: allemaal schatplichtig aan het kwartet uit Düsseldorf. En Kraftwerk wordt maar niet overbodig of ouderwets. Hun platen zijn nog steeds fris en inspirerend. Luister naar Trans Europa Express, musique concrète op een popleest, en je zoeft terug mee over de treinsporen. Of naar Radioaktivität, een Stockhausen-experiment met gestroomlijnde ritmes, en het klinkt nog steeds als een idyllisch alarm. Kraftwerk blijft actueel omdat ze niet, in tegenstelling tot mindere talenten, als de toekomst willen klinken, maar gewoon modern, in de zin van simpel en puur. “We proberen in onze muziek onze omgeving auditief weer te geven”, zei Ralf Hütten in ’81. “We verkiezen iets te vertellen over de technologie van vandaag, de auto, de trein, of gelijk welke machine die de mens bedient.” Transistorradio’s ook, of zakjapanners, homecomputers en telefoons. Middelen tot communicatie, tussen twee mensen of tussen de mens en de machine. Frictie, maar nog beter een symbiose.
Kraftwerk klinkt als exacte wiskunde, maar dan onderwezen door postgraduaten poëzie. Hun liederen richten zich op ieders gevoel, de belangrijkste reden waarom Kraftwerk nooit vermoeit. Onder de rigide iconografie, de vlakke androïde stemmen en de statische poses, klopt een warm hart vol kinderlijke vreugde om de 20ste-eeuwse vooruitgang, maar ook weemoed en nostalgie. Misschien hebben de robotten, zonder dat we het aan hun gelaat kunnen zien, ook wel hartenpijn.
Peter De Potter
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier