Kleur is altijd schoon
We komen er niet onderuit. De kleurige lijn zet zich door in alles wat ons omringt. In kleding, interieur, maar zelfs en dat is vrij nieuw in mixers en scheerapparaten. Is het louter een verkoopargument, of steekt er meer achter ?
Sabine Lamiroy
Wist u dat de Romeinen zich al kleedden in de kleuren van hun ?teams? die vochten in de arena ? En dat het gebruik van politieke partijkleuren daar wellicht een uitvloeisel van is ? Dat bruidsjurken in de Middeleeuwen rood of groen waren, en tot in het begin van deze eeuw nog zwart ? Want rood was elitair, groen symboliseerde vruchtbaarheid en zwart was de gewone kleur van een feestjurk. Dat, althans wat kleding betreft, blauw en zwart de voorkeurkleuren zijn van de Belgen zoals blijkt uit een recente enquête uitgevoerd in opdracht van ?kleurenspecialist? Dreft ? En dat het feit dat die kleuren als gedistingeerd worden ervaren zowel een psychologische als een historische achtergrond heeft ? Zolang felle kleuren als rood of paars moeilijk te maken waren, bleven ze voorbehouden aan de elite. Toen ze gemeengoed werden, schakelde de aristocratie over op donkere tinten. Om zich te onderscheiden, maar ook omdat ze symbool stonden voor hogere waarden. Zo zijn er duizenden voorbeelden te noemen van betekenissen die aan kleuren worden toegekend. Kleur is hét middel bij uitstek om iets duidelijk te maken. ?Weerspiegelt de huidige explosie van kleur de chaos in de wereld van vandaag ? Is het toeval dat paars de kleur van de mystiek, van de zoekende mens vandaag zo populair is, net als in de woelige jaren ’60 ? Wellicht heeft dat iets te maken met de onzekerheid, de verwachtingen van de fin-de-siècle-sfeer?, oppert bedrijfsconsulent Michael Cassiers die (eveneens in opdracht van Dreft) een boeiende studie maakte over de betekenis van kleur. ?Zo’n negen miljoen kleurentinten kunnen vandaag worden gemaakt ! En waargenomen. Die overvloed vinden wij nu doodnormaal. Maar om kleur te maken, moet je ze eerst zien. Volgens de antropologen zagen onze verre voorouders, zoals de meeste dieren, vermoedelijk alleen een verschil tussen licht en donker. Hoezeer lentebloesems of rode rozen ons ook in vervoering kunnen brengen, in de natuur heeft kleur volstrekt niets met esthetiek te maken. Maar alles met overleven. Bloemen ontwikkelen een welbepaalde kleur om insecten aan te trekken die hun voortplanting garanderen. Vissen zien bepaalde kleuren omdat dat nodig is in het troebele water. Ook bij primaten en mensen is het onderscheiden van kleuren een evolutieproces dat te maken heeft met de kunst van het overleven.? Geen wonder dat kleuren, zowel die waar we ons mee tooien, als die die ons omringen, ons leven zo beïnvloeden.
Hoe werkt kleur op de mens ? Wij gingen te rade bij doctor in de psychologie Annelies Van Meel-Jansen, verbonden aan de universiteit van Leiden. Zij bestudeert het fenomeen creativiteit hoe maakt men kunst, hoe wordt kunst gewaardeerd ? en in deze context ook de emotionele effecten van kleur.
Recent onderzoek bevestigt dat emoties als woede, verdriet, vreugde, schuld, vertedering… inderdaad in grote lijnen met bepaalde kleuren geassocieerd worden. ?De meeste mensen noemen bij vreugde overwegend geel, in verschillende gradaties. Maar dat loopt uit naar oranje, rood, ook wit en sommigen noemen zelfs lichtblauw. Bij woede wordt aan hevige, vurige en donkere kleuren gedacht. Felrood, donkerrood, zwart, paars. Bij vertedering wordt aan roze, lichtroze, lichtblauw maar ook aan middenblauw, donkerblauw, wit en zelfs onverwacht felblauw of felrood gedacht. Bij verdriet staan zwart, donkergrijs, blauw, maar ook geel springt eruit.
Over de band tussen kleur en emoties wordt vaak beweerd : geel betekent dit, zwart betekent dat, in grote trekken is dat zo, maar er zijn individuele verschillen, mensen die een heel andere associatie leggen.
In hoever is de gewaarwording van kleur cultuur- of tijdsgebonden ?
Er zijn een aantal factoren die gelden voor de hele mensheid. Historisch gezien wonen we pas kort in een bebouwde omgeving. Ons hele kleurbewustzijn als mens hebben wij oorspronkelijk verworven in een natuurlijke omgeving. Rood bijvoorbeeld is in de natuur een zelden voorkomende kleur die fel de aandacht trekt, soms een alarmfunctie heeft, maar die altijd activeert. Je hebt heel duidelijk de associatie met bloed. Geel wordt geassocieerd met zonlicht, dat geeft het vreugdevolle. Je moet bedenken dat voor onze voorouders de nacht bedreigend was. Ze konden zich totaal niet meer oriënteren. Als de zon opkwam, was dat een soort opluchting. Blauw is de kleur van de hemel, de zee, de verte, vandaar het mystieke, edele. Het groen staat voor natuur, rust, maar ook hoop, het nieuwe leven na de winter. Dat is een universele symboliek. Maar ook louter biologisch blijken warme kleuren als geel, rood, oranje een grotere activiteit van de hersenen uit te lokken dan koele kleuren, groen, blauw, violet.
Uitgaande van het basiskarakter van de kleuren, krijg je daarbovenop een eigen invulling per cultuur. Wit is het ontbreken van kleur, alle kleuren zitten erin verenigd en wissen elkaar als het ware uit. Hoe dat wit betekenis krijgt, is cultuurgebonden. Bij ons is het in positieve zin de kleur van zuiverheid, denken we maar aan de bruid. In negatieve zin wijst het op het steriele, klinische. In het oosten is wit vaak rouwkleur : het ontbreken van kleur, het opheffen van het leven. Maar het basisgevoel is, ondanks de culturele verschillen, toch hetzelfde, namelijk dat wit geen specifieke kleur heeft. Voor Nederlanders is oranje dan weer een bijzondere kleur, vanwege het koningshuis. De betekenissen kunnen dus verschillen van land tot land.
Een derde betekenislaag is die van de heel persoonlijke associaties. Zo is er in de psychologische literatuur een geval beschreven van een meisje dat hevig reageerde op violet. Dat bleek te berusten op een ongeval in haar kindertijd waarbij haar zusje, dat een violet jurkje aanhad, werd aangereden. Een nare of leuke ervaring kan de waarde van een kleur beïnvloeden.
Hoe verklaart u dan de modekleuren ? We hebben net een naturel-periode achter de rug, nu weer hevige kleuren ? Zit daar een stramien achter ?
Mensen zijn niet stabiel. Ze hebben afwisselend behoefte aan actie en aan ontspanning. Dat manifesteert zich het duidelijkst in het dag/nacht-patroon. Enerzijds is er een angst- en stressvermijdend gedrag, anderzijds het zoeken van opwinding. Dat wisselt elkaar af, bij de ene sneller dan bij de ander.
Uit die bi-stabiliteit, zoals het fenomeen genoemd wordt, kan je afleiden dat mensen sowieso op zeker ogenblik genoeg zullen hebben van hun omgeving, ook van de kleuren, en dat ze iets anders willen. In een interieur kan je niet snel wisselen. Het is veel te duur, te ingrijpend en te vermoeiend om dat snel te veranderen. Maar je kan wel werken met accenten. Omdat de mens beweeglijk is, kan hij ook op korte termijn tegemoetkomen aan die veranderingsbehoefte door zijn rustige thuisomgeving af en toe in te ruilen voor een avondje uit, of gewoon door de tv aan te zetten : een hele wereld van spanning, opwinding komt op je af. Maar ook op langere termijn onderga je een soort zwenking in je belangstelling. Het is niet mogelijk om altijd om je heen precies hetzelfde te willen, zeker voor ons moderne mensen die zoveel wisselingen gewoon zijn.
En daar komt mode kijken. Op korte tijd krijgen we kledingmode, daar kunnen we zo’n beetje om het seizoen wisselen, op langere termijn uit zich dat ook in interieurmode. Niemand kan zich volledig losmaken van modes, omdat op zeker moment alleen die kleuren verkrijgbaar zijn en alles daarop is afgestemd, tot porselein en afvalbakjes toe. Je wordt meegezogen.
Hoe komt het dat bepaalde kleuren bovendrijven in een bepaalde periode ?
Er is een algemene tendens in de geschiedenis om meer licht, meer helderheid in het interieur te brengen. Dat zie je ook duidelijk in de schilderkunst, zeker in het impressionisme. Dat is niet zozeer een weerspiegeling van de maatschappij dan wel een respons op onze actievere manier van leven.
Afgezien daarvan zie je afwisselend periodes van een grotere kleurigheid en grotere rust. In de jaren ’60 en ’70 was er echt een kleurige golf. Die nu trouwens weer terugkomt. In die tijd ging het om heel typische kleuren : het activerende oranje, paars. Tot dan zeer ongewoon in het interieur. Het zijn kleuren die geassocieerd waren met het onconventionele, anti-autoritaire. Ze beantwoordden aan een periode waarin heel wat bestaande normen en waarden overboord werden gegooid en waarin men ook behoefte had aan heel onconventionele kleuren. Op zeker ogenblik heeft men dat dan wel gezien en krijgt men een tegenreactie. Die kwam in de vorm van grijstinten en later de natureltinten. Wanneer men dan een hele tijd die rustige kleuren om zich heen heeft gehad, wil men opnieuw uit de band springen. Ik geloof dat dat voor een deel is wat er nu gebeurt. Maar het is natuurlijk erg moeilijk het gevoel van een bepaalde periode te analyseren als je er nog middenin zit. Men is in ieder geval opnieuw aan een heroriëntering van waarden toe. Het gevoel leeft dat er in een vroegere periode, zeker in het onderwijs, te veel losgelaten is. Men wil opnieuw normen stellen. Het vreemde is dat men dan naar mijn gevoel eerder een conventioneel kleurgebruik zou zoeken, maar dat is er niet. Dan kan je je afvragen : past die kleurexplosie bij wat er nu al is, of is ze een voorbode ? We staan natuurlijk op de drempel van een volgende eeuw, een verwachtingsvolle periode. Ik heb het gevoel dat het meer in die laatste richting zou kunnen gaan.
vorm volgt fantasie
Waar de kleuren die ?in de lucht hangen? vroeger voornamelijk vertaald werden in kleding en interieur, duiken ze nu ook op huishoudelijke apparatuur op, een terrein dat lang zeer pragmatisch en neutraal gebleven was. Een oranje scheerapparaat. Wie had ooit gedacht dat het kon ? Maar het doet het. ?Saai, het was allemaal zo saai. Het is tijd voor meer kleur?, zegt Grant Davidson. Als verantwoordelijke bij Philips voor de afdeling design van huishoud- en verzorgingsapparatuur, heeft hij een haarscherp gevoel ontwikkeld voor wat beweegt in de maatschappij. Het is zijn taak om die tendensen te vertalen in vormen en kleuren van gebruiksproducten. ?We gaan vandaag veel figuratiever te werk dan vroeger, kleur en vorm worden gebruikt in associatie met emoties. Een goed voorbeeld is de Billy-mixer, die ziet eruit als een koddig mannetje.?
Met een opgemerkte Moving Art Tour, waarin niet toevallig Cobra-schilder Corneille als boegbeeld optrad, lanceerde Philips eind vorig jaar een reeks gekleurde scheerapparaten van metaalgroen tot aubergine en oranje. ?Dat was nooit eerder op de markt gebeurd. Deze kleuraanzet in een zo conservatieve mannenmarkt was niet zonder risico. Want kleur is iets waar de meeste mensen uitgesproken meningen over hebben. Je zit dus op kwakkel terrein. Als je het amateuristisch aanpakt de jongste interieurbeurzen waren een kleurenslagveld ! loop je het risico de bal mis te slaan. De juiste toepassing is zeer belangrijk. Research is de enige manier om daarachter te komen. Onze scheerapparaten zijn geïntroduceerd in vier à vijf kleuren, afgestemd op specifieke doelgroepen met een eigen lifestyle : van absoluut conservatief met als basiskleur zwart, tot de sportieve oranje man.?
Het oranje scheerapparaat is een idee dat geboren is in Europa en dat hier goed loopt. In Amerika is die associatie met oranje veel minder sterk. ?Dat verschil in kleurgevoel heeft te maken met klimaat, met temperament, met licht kijk maar naar het verschil tussen Disneyland in Florida en Disneyworld in Parijs, de kleuren zijn compleet anders. Zuiderlingen zijn veel flamboyanter en kiezen eerder voor felle kleuren, noorderlingen kiezen meer ingetogen tinten als grijs, lichthout, zwart. Een extreem voorbeeld is Korea, waar vooral rood sterk verbonden is met het begrip geluk : wil men daar inzake apparatuur werkelijk uit de band springen, dan gebruikt men wit. In Europa ligt het net andersom, hier is het nog schering en inslag.?
Davidson ziet duidelijk een evolutie : ?Twintig jaar geleden was de keuken overwegend oranje, bruin, crème. Dat is langzaam naar klinisch wit gegaan : een smetteloos fabriekje. Dat tekende zich ook af in toestellen, potten, glas en servies. Langzamerhand klimmen we daar weer uit. Onze ivoorkleurige toestellen doen het nu zeer goed. Huishoudelijke apparatuur volgt de tendensen in het interieur. Die worden beïnvloed vanuit de architectuur, die op haar beurt reageert op de kunst en diepere maatschappelijke stromingen. De durf in kleur is veel groter dan 10 jaar geleden. Dat wordt onder meer gestimuleerd door tv en communicatie.
Nu mogen mannen veel meer vrouwelijk zijn dan vroeger. Toen domineerden donkere stevige tinten, terwijl vrouwen geassocieerd werden met het hele gamma van pastels, dusty, cosmetic-kleuren. Nu voert het fruitige de boventoon : pêche, peer, appelgroen in plaats van heel sterke tinten.
Ook de ijdelheid van mannen mag weer en vrouwen mogen vandaag best enkele mannelijke trekjes hebben. Ik geloof dat we op dit moment nog niet naar een uniform, maar naar een uni-aanvaardbaar palet groeien, de smaken komen dichter bij elkaar. Straks groeit dat weer uit elkaar.?
Sommige segmenten gaan langzamer of sneller dan andere. ?Kledingmode is fijnmaziger, seizoengebonden. Bij apparatuur is dat onmogelijk. Het is al een hele stap dat scheerapparaten tegenwoordig ?mogen? geassocieerd worden met een zekere lifestyle. Strijken niet. Dat blijft een taak die als hartstikke vervelend wordt beschouwd, zeker niet gekenmerkt door frivoliteit. Je kan dat apparaat dus ook niet beladen met karakter en humor of spelen met kleur. Dat komt niet zozeer door de vorm, maar door de associaties die gemaakt worden bij de taak. Je kan de job alleen minder irritant maken door het goed te laten werken. Eigenlijk gaat het ?om je geliefde te zien lopen in piekfijn gestreken kleding?. Er is een verband met clean, proper. Daarom blijft de hoofdkleur wit.
Bij stofzuigers werkt het andersom, daar is kleur troef en heeft wit de bijgedachte van onhygiënisch. Bovendien zet je een stofzuiger weg, je kan dus meer risico nemen met de kleur omdat je er niet de hele tijd op kijkt. Merkwaardig is ook dat stofzuigers altijd blijken geassocieerd te worden met auto’s. De taak, de wendbaarheid, de verrijdbaarheid, de proporties. Als je de vorm heel dicht laat aansluiten bij die associaties spreekt het apparaat aan : je maakt kleine volkswagentjes !
De kleuren die aanslaan hebben dus voornamelijk te maken met het toepassingsgebied. Sommige kleuren, als blauw, doen het in grote hoeveelheid in de keuken minder goed. Zeker als ze bedoeld zijn om in contact te komen met etenswaren of rauwe ingrediënten.?
Of kleur over 5 jaar nog zo’n hoofdrol zal spelen als nu, betwijfelt Davidson. ?Na de industriële revolutie was er een tijd dat producten de manufacturing volgden : als je het maar kon maken. Eens dat onder de knie, bedacht men dat die producten eigenlijk een functie hadden en dat alles daarom draaide. Dus kregen we het adagium : vorm volgt functie. Dat ging zeer lang mee. Het was ook een zeer eerlijke filosofie. Maar als je dat te lang volhoudt, en iedereen doet het, wordt het saai. Behoeften van mensen evolueren. Als ze een dak boven hun hoofd hebben en voedsel en kleding, willen ze iets meer : droom, fantasie. Ik denk dat de huidige explosie van kleur te maken heeft met het idee : vorm volgt fantasie. Alles wat nu gemaakt wordt, heeft iets frivools.
Waar we naartoe gaan ? Volg de evolutie…. De terugkeer naar de absolute essentie zal in ieder geval één aspect zijn. Elke actie geeft een reactie.
Je ziet nu al bijvoorbeeld dat de ruimte die verbonden is met de eetfunctie weer verandert. Het multifunctionele, de open keuken verdwijnt. De ruimte wordt opnieuw afgebakend tot exclusieve eetplek, toch in West-Europa. Ook dat heeft te maken met terugkeer naar traditie en naar essentie. De grenzen worden teruggezet, dat zie je ook in de architectuur. Dat betekent dat alles wat men het etensritueel te maken heeft bestek, servies, tabletop cooking zich weer verwijdert van de sfeer van campingmateriaal en het superfunctionele, naar kleuren die beantwoorden aan de ceremonie die eraan verbonden is : royale kleuren dus als diep bordeaux, blauw afgezet met goud of koper, mooi linnen en serviezen met bewerkte handvaten, én… de etiquette van vroeger. Zo komen we terecht bij de nieuwe tendens die zich nu manifesteert en die Faith Popcorn ?clicking? noemt : de sociaal plezante aangelegenheid maar binnenshuis. Het gezellig maken maar met de ceremonie van vroeger.
Je merkt het ook aan het steeds vaker verschijnen van high-tea, afternoon-tea, morning-tea, bij grand cafés en andere eethuizen. Het genot dat mensen beleven aan ?zo ging het vroeger?. Het komt niet honderd procent terug zoals het was, daar hebben wij gewoon de tijd niet meer voor, maar het speelt zich af op zeer bewust gekozen plaatsen en momenten.?
Davidson vermoedt ook dat de interieurs de volgende vijf à tien jaar evolueren naar meer chique kleuren, in plaats van het wit of het bontgekleurde van nu. ?Klassieke professionele keukens hebben altijd iets van zwart, glas, staal, en dat zijn blijvende waarden. Anderzijds denk ik dat we ook zullen evolueren naar meer human colours, ingetogen dromerige kleuren.?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier