FIKTIEVE VOLKSMUZIEK

Trompettist Dave Douglas komt volgende week naar de Vooruit in Gent. U kent hem wel van bij Don Byron met wie hij klezmermuziek speelt. Of van de kringen rond Knitting Factory, het hoofdkwartier van de nieuwe muziek in New York. Nog niet lang geleden stond Douglas ook al in de Vooruit met Masada, het nieuwe kwartet van John Zorn. Ondanks wilde recensies vielen ze mij toen wat tegen. Knappe band, mooie stukken, indrukwekkend goed gespeeld. Maar in hun solo’s leken Zorn noch Douglas ooit ter zake te komen. Een slechte dag misschien. (Hoe het zit met de cd’s van Masada heb ik nog niet gehoord. De eerste is net uit, twee staan er op stapel. Het Diw-label is Japans duur en hier moeilijk verkrijgbaar.)

Douglas komt deze keer met The Tiny Bell Trio, een door hem zelf geleid gezelschap met drummer Jim Black en gitarist Brad Schoeppach. Op hun album op het Songlines-label klinken ze ook een beetje tiny, nogal dun, maar dat zal wel opzettelijk zijn. Wat wil je ? Trompet, gitaar, drums muziek zonder bodem. Het heeft iets van het onhandige en onaffe van zelfgemaakte dansmuziek op een feestje. Het trio zie ik dan ook duidelijk zitten in een vaag Oosteuropees restaurant, liefst met stevig doorhijsende klandizie. De vierde man, een bassist, vedelaar of akkordeonist, komt maar niet opdagen, maar dat laten zij zich niet aan het hart komen en zo wordt het toch nog een leuke avond. Hier en daar handgemeen, verzoeningen, en ook de muziek loopt wel eens uit de hand. Op de cd staan stukken van Douglas zelf, van Weill en Kosma, en bewerkingen van traditionele czardas. Zoals veel van die rare nieuwe Newyorkse muziek klinkt het allemaal als fiktieve volksmuziek, iets tussen rock’n’roll, jazz, Nino Rota en de Twee Atheners in. Het album, niet vrij van enige weemoed, werd opgedragen aan de kinderen van Sarajevo. Douglas lijkt mij, ook na beluistering van dit album, geen groot solist, wel een aardig trompetspeler. Hij heeft een mooie, strakke, koperen toon en een gedreven orkestje en verdient daarom een bezoek aan de Vooruit.

* * Dave Douglas, “The Tiny Bell Trio” (Songlines/Import)

– Koncert : Dave Douglas & The Tiny Bell Trio, Vooruit in Gent, dinsdag 21/2 om 20 uur. Info : (09) 223.82.01.

THE JAZZ SCENE

In 1949 gaf producer Norman Granz het album “The Jazz Scene” uit, zes 78-toerenplaten van het grote formaat dat gewoonlijk werd voorbehouden voor Mozart of Beethoven, vijfduizend eksemplaren, genummerd en gesigneerd. (Wie er een heeft en het aan mij wenst te schenken, mag dit aan de redaktie melden.) Zoals het de goede producer past, greep Granz te hoog. Met alleen zijn eigen artiesten kon hij natuurlijk geen kompleet overzicht van de scene geven. Achteraf bekeken speelde ook zijn persoonlijke smaak hem parten. Vanwaar toch die voorkeur voor de charmante, maar niet essentiële werkjes van Ralph Burns of Machito, voor Charlie Parker met het van bombast bol staande orkest van Neal Hefti ? Toch, schitterende stukken van onder andere Bud Powell, Ellington, Lester Young met Nat Cole en de onbegeleide solo “Picasso” van tenorsaxofonist Coleman Hawkins, maakten van “The Jazz Scene” een evenement van eerste orde.

“The Jazz Scene” wordt nu op cd gebracht. Twee cd’s met de oorspronkelijke stukken, alternatieve takes en aanvullend materiaal van dezelfde sessies. Zij zitten in een album, even mooi en luxueus als het origineel, royaal voorzien van tekst, foto’s van Gjon Mili en een omslag van David Stone Martin. Interessant voor verzamelaars vanwege wat zeldzame stukken (Billy Strayhorn solo). Maar de gewone koper met een beetje begrip voor de tijdgeest beleeft zeker niet minder plezier aan dit dokument.

* * * “The Jazz Scene” (Verve/Polygram).

OPWINDEND

Telkens weer kreeg de verslaggever het antwoordapparaat aan de lijn. “Franky Douglas for your pleasure ! Speak after the beep ! ” De gitarist had de grote Boy Edgar/VPRO-jazzprijs gewonnen en was sindsdien machtig druk in de weer met koncerten, plaatopnamen en andere zaken, zoals interviews en allerlei feesten. Tenslotte, op een regenachtige avond, had ik geluk. “Man, sinds ik de prijs heb gewonnen, is mijn leven veranderd. Mensen roepen me na op straat, in Amsterdam, in heel Nederland, tot in Duitsland toe. Dat gebeurt er als je op televisie komt. ” Douglas was moe, want hij had net weer een plaat opgenomen. Hij op de akoestische gitaar terwijl zijn zusje Mildred zingt.

De prijs kreeg hij voor de tot de verbeelding sprekende wijze waarop hij omgaat met de populaire muziek uit zijn geboorteland, de Nederlandse Antillen. “Van jazz ken ik bijna niks, ” zegt Douglas graag, waarbij hij zijn bekende, uitbundige lach laat horen. Maar in zijn ensemble Sunchild staan figuren uit de jazz zoals saxofonist Michael Moore of trombonist Wolter Wierbos zij aan zij met elementen uit de Amsterdamse Antillenscene. Samen bedenken ze wat opwindends. Riffjes en improvizaties over exotische dansgrooves en pakkende melodielijnen. Live klinkt het wat vrijer en rauwer dan op het album “The Visions Projekt” dat Douglas op zijn eigen Sunchild-label uitgaf. “Er wordt nu aan een Europese toernee gewerkt, Sunchild doet de grote festivals. Tot het einde van het jaar zitten we volgeboekt. Er komen nog cd’s. Dat is allemaal wel prettig en het is leuk om beter betaald te worden. Maar voor mij verandert er weinig. Ik doe dit nog altijd voor mijn plezier. “

Franky Douglas & Sunchild zijn binnenkort voor het eerst in België. Aangekondigd met een bezetting van tien, denkt Douglas misschien een paar extra mensen mee te brengen. “Ik dacht zo’n stuk of vijftien, misschien een zangeres en wat meer perkussie. We maken er in elk geval een feest van. “

– Koncert : Franky Douglas & Sunchild, donderdag 23 februari, 20 u.30, kultureel centrum Luchtbal in Antwerpen, (03) 542.49.40.

ROB LEURENTOP

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content