Ze vonden elkaar in de makrobiotiek en hebben nu in Antwerpen een eigen centrum : Jan Vervecken

geeft er shiatsu, Mieke Pieters

yoga. Tegenpolen met een

vruchtbare

wisselwerking.

Mieke Pieters : We kenden elkaar al zeker tien jaar voor we een relatie begonnen. We volgden allebei kursussen in oosterse diagnose, filozofie en shiatsu-massage. Jan was heel aktief in de makrobiotiek, ik werkte aan de rand, ik gaf yoga. Heel toevallig zijn we eens een keertje samen naar de bioskoop geweest. Van het een kwam het ander en een tijdje later bleek ik zwanger te zijn. Het was nochtans helemaal niet de bedoeling dat we samen iets zouden beginnen. Ik had andere plannen, ik wilde naar Japan gaan studeren. En ben ook vertrokken voor zes maanden. Maar toen ons eerste kind het eerste van zes er was, zijn we gaan samenwonen. Wat niet vanzelfsprekend was, want we waren kompleet verschillende karakters, allebei tegen de 30, een vrij onafhankelijk leven gewend. Maar ja, we moesten toch voor dat kind zorgen. Heel geleidelijk hebben we leren samenwerken en samenleven. Geen romantisch begin dus. Hoewel ik me wel tot Jan aangetrokken voelde. Wat ik altijd geapprecieerd heb, is zijn groot gevoel voor rechtvaardigheid. En het feit dat hij altijd precies datgene gedaan heeft wat hij wilde doen. Hij had een goede job maar heeft die opgegeven om in een natuurvoedingswinkel te werken, in het magazijn, als chauffeur, het kon hem niet schelen want dat was de omgeving waarin hij wilde werken. Voor de rest bleef hij zoeken. Waar ik het wel eens moeilijk mee heb, is dat Jan, misschien onbewust, een adept is van de Chinese wo wei-filozofie : “Zitten en niks doen”. Waarom ons afjakkeren ? Mensen als Jan laten het leven op zich toe komen. Hij slaagt erin om de dingen te observeren, luidop een paar bedenkingen te maken en de boel begint effektief te draaien, zonder enige dwang. Dat vind ik zo knap. Ik ben daarin zijn tegenpool, maar ja, iemand moet toch zorgen dat alles blijft lopen.

Toen we twee kinderen hadden, vertrok Jan naar de Okido Yoga Dojo in Mishima (Japan) om les te volgen. Hij vertrok voor drie maanden. Na drie maanden belt hij om te zeggen dat hij graag wat langer zou blijven. We waren net verhuisd in Antwerpen, zouden zelf een centrum beginnen en er moesten dringend kursussen worden georganizeerd. Maar ik begreep dat Jan ginder wilde blijven, ik had zelf ervaren hoe boeiend het was. Twee maanden later belde hij nog eens om uitstel. Uiteindelijk is hij pas na een jaar teruggekomen. Ik had ondertussen studenten in huis gehaald om financieel rond te komen, maar op relationeel vlak moesten Jan en ik wel weer van nul beginnen. Gelukkig had hij in Japan via yoga ook de wereld van de strikte rede leren kennen en dat heeft onze samenwerking flink gestimuleerd.

Wat ons altijd weer bij elkaar bracht, is onze gezamenlijke jeugddroom. Wij willen ook onze kost verdienen, een huis en veiligheid hebben, maar we willen in de eerste plaats een andere wereld. Als dat niet mogelijk is in de grote wereld, willen we dat op zijn minst voor onszelf proberen waar te maken.

Dat we komplete tegenpolen zijn, impliceert ook dat we veel van elkaar kunnen leren. Jan heeft een logische en eenvoudige manier van denken, die van mij is intuïtief, poëtischer en dat botst vaak.

Jan is de grote denker, ik breng ook wel ideeën aan maar houd me meer bezig met de praktische organizatie. Ik was het die mijn yoga-opleiding deftig organizeerde en Jan heeft die struktuur gebruikt om er zijn shiatsu-school in onder te brengen. Ik zal makkelijk de kleine problemen zien van medewerkers, Jan zal de filozofische basis nooit uit het oog verliezen. Als we een weekend organizeren, weet hij precies wat hij met een bepaalde groep wil bereiken. Maar of de mensen goed kunnen slapen, of de zaal groot genoeg is, dat heeft voor hem geen belang. Voor mij wel. Ook de opvoeding van de kinderen verloopt gelijkaardig. Jan legt enorm de nadruk op losmaken, op vertrouwen geven. Verder moeten ze maar zien. Terwijl ik vind dat de kinderen duidelijkheid moeten hebben, een struktuur waarbinnen ze zich kunnen bewegen. Jan zal makkelijker met experimenten meegaan, ik niet, omdat ik denk in funktie van de kinderen. Die kunnen later zelf genoeg experimenteren, dat moet ik niet voor hen gaan doen.

Koken is iets wat ik niet uit handen geef, hoewel Jan ook kan koken. Ik zou nooit een man in huis willen die niet kan koken. Iemand die niet voor zichzelf kan zorgen, kan dat ook niet voor anderen.

Wat ik aan onze relatie het boeiendst vind, is het voortdurend leren kommuniceren met elkaar. Mensen kunnen via Internet met de hele wereld praten, maar als er problemen zijn met hun partner of op hun werk, is er een tussenpersoon nodig om de dingen te helpen oplossen. Wat wij nastreven, is leren hoe je dingen kunt organizeren en oplossen, hoe je kunt kommuniceren zodat iedereen er beter van wordt. Een andere manier van omgaan met elkaar in een samenleving waar konkurrentie het hoogste woord voert. De juiste weg in het leven bestaat niet, er zijn zoveel wegen. Maar we worden in dat soort dingen niet opgevoed. Opvoeden bestaat meestal uit : dit is goed en dat is slecht, of ik heb gelijk en hij heeft ongelijk. Wij willen mensen middelen aanreiken waardoor ze zichzelf kunnen beter maken, zelf de dingen in de hand nemen. Mensen zeggen dan : “Ja, maar die of die heeft ook makrobiotiek gedaan en die is doodgegaan. ” Wel, ga maar eens naar een ziekenhuis, gaan de mensen daar niet dood misschien ? Komen ze daar altijd stralend buiten ? Ik zeg niet dat ziekenhuizen niet goed zijn maar het is onbegrijpelijk dat in een land waar immuniteit afneemt en ziektes meer en meer gaan kosten, makrobiotiek wordt afgedaan als marginaal, als onzin. De oplossing is vrij simpel maar je moet er wel zelf wat voor doen en dat zijn de meesten niet meer gewoon.

Jan Vervecken : Een wijze raad die Masahiro Oki Sensei me gaf toen we zowat drie jaar getrouwd waren, luidde : “Diskuteer elke dag met je vrouw en je moet nooit scheiden. ” Mieke en ik hadden dat van in het begin moeten doen, dan was alles nog veel sneller geëvolueerd. Maar we kwamen vanuit een totaal andere richting naar hetzelfde toegestapt. Ik speelde basketbal en had in 1969 een ploeg opgericht die Okido heette. Ik had toen nog nooit over yoga of makrobiotiek gehoord. Maar het kan verkeren want zoveel jaar later ben ik voorzitter van de Okido Yogavereniging… Ik kreeg problemen met mijn lichaam, ik had hoofdpijn na de matchen en rekupereerde niet meer. Van dokter naar dokter dus, veel vitaminekuren, ik geraakte overspannen, afijn, de hele boel. Toen ben ik begonnen met voedingsleer via vegetarisch eten. Dat hielp enorm en van die mikrobiotiek gebaseerd op zuivel en honing, ben ik naar makrobiotiek overgestapt. Mieke had andere problemen, zij ging in de richting van suikerziekte ; maar ja, ze dronk tijdens haar menstruatie behoorlijk wat Elixir d’Anvers omdat dat de enige manier was om de pijn te verdragen. Ik denk dat ze met makrobiotiek begonnen is om te vermageren, maar tegelijk werden haar gezondheidsproblemen daardoor vrij snel opgelost. Bovendien hadden dokters haar gezegd dat kinderen krijgen een probleem zou zijn. Na zes kinderen kan ze daar om lachen, maar de eerste keer dat ze zwanger werd, was het toch wel een serieuze verrassing.

We laten elkaar los, maar door onze aktiviteiten en door onze kinderen zijn we heel sterk naar elkaar toegegroeid. Dat is ooit anders geweest. Vóór we een relatie hadden, heeft Mieke mijn hoofd en schouders eens gemasseerd op zo’n manier dat ik dacht : “Als dit shiatsu is, houd ik het wel voor bekeken. ” Zo ging ze tekeer. Het is tussen ons pas begonnen toen ik terugkwam uit Amerika. In 1977 ben ik naar Boston gegaan, heb zes maanden in de bossen in het noorden van Massachusetts gewerkt als lumberjack en nadien nog vier maanden aan het Kushi-instituut gestudeerd. Dan ben ik cross-country overal wat natuurvoedingszaken en boeren gaan bezoeken. Toen ik terugkwam, had ik veel ideeën die ik niet zo makkelijk kon konkretizeren en hield de dingen wat op afstand. Tot Mieke zwanger werd en we een relatie kregen. Dat zette voor mij een heleboel dingen op hun kop. Haar aanpak en de mijne waren totaal verschillend, bovendien werden al mijn zwakke punten uitvergroot in konfrontatie met haar entoesiasme en ondernemingsgeest. Wij zaten op dat moment wel allebei in eenzelfde wereld vol idealen en idealisme, ook al benaderden we die op een totaal andere manier. Toch heeft precies dat idealisme ons bijeengebracht. Mieke was in het begin heel ondernemend. Ze organizeerde en deed dingen op een manier die ik niet aankon. Nu is ze naar binnen toe geëvolueerd terwijl ik meer naar buiten kom. Haar sterkste kant blijft wel de enorme energie waarmee ze ergens kan invliegen en waardoor we automatisch in konflikt komen. Ik wil alles op een rijtje hebben voor naar buiten te komen. Mieke is veel impulsiever dan ik. Ik heb nooit stilgestaan bij wat andere mensen dachten, ik ben altijd mijn eigen gang gegaan. Wat ik nu begin te ervaren, is dat niet wij, maar wel onze kinderen met bepaalde konflikten gekonfronteerd worden of thuiskomen. Logisch want Mieke en ik hebben onze eigen wereld gecreëerd en onze manier van denken verschilt nogal met die van de buitenwereld. Wij leven wel binnen dezelfde struktuur maar de “spirit” is anders. Als je die twee visies tegenover elkaar zet, dan heb je problemen. Neem nu de geneeskunde, de basis ervan is het bestrijden van ziekte of het wegmoffelen van symptomen. Wat wij doen, is precies het tegenovergestelde : wij willen leren begrijpen hoe alles in elkaar zit. En op die manier er iets aan doen. Ik kan gerust op café gaan en een koffie drinken of naar een basketbalmatch gaan. Het is alleen wanneer je privé-gesprekken begint te voeren en je eigen ideeën uiteenzet, dat het botst. Ik ben daar heel voorzichtig in geworden omdat het noch mijn bedoeling is om te prediken noch om mensen te choqueren.

Ik ben een stuk filozofischer ingesteld dan Mieke, ik ben ook geen handige Hans om in huis te hebben. Maar ik heb veel andere ambities. Toen we een huis gingen zoeken om ons eigen centrum in te beginnen, kwam Mieke om de vijf minuten entoesiast met een nieuw huis aandraven dat ze geschikt vond. Jammer genoeg had ik altijd wel meteen iets aan te merken. Tot ze het huis in de Sint-Jozefstraat vond en dat was ronduit perfekt voor ons. Achteraf beseft ze ook waarom, maar op het moment zelf begreep ze totaal niet waar ik naartoe wilde. Haar entoesiasme is meestal zo groot en haar praktische aanpak sluit daarbij aan zodat ze een hele beweging kan creëren waarin je onwillekeurig meegesleurd wordt. Maar terwijl zij er flink op losgaat, wil ik de puntjes op de “i” en de ervaring heeft ons geleerd dat als we die dingen laten samenkomen, we het best funktioneren. Vroeger bekritizeerden we elkaar veel meer, nu kunnen we naar elkaar luisteren zonder dat we elkaars ideeën moeten overnemen.

Mieke is onlangs een week naar Nederland geweest en toen heb ik haar “interne zaken” overgenomen. Ik moest anders funktioneren, gedaan met denken en overpeinzen, ik moest direkt en spontaan reageren. Aankleden, eten maken, afruimen, opruimen, koken, konstant kleine dingen die je moet in ’t oog houden. Die switch kon ik vrij makkelijk maken, dat was een hele geruststelling. En het was een héél interessante week. Maar toen Mieke terugkwam, nam zij het roer meteen terug in handen en kon ik totaal niet meer volgen. Ik kan me koppels voorstellen waar de rolverdeling anders is, maar bij ons is dat zo spontaan gegroeid en we doen ieder precies datgene wat we graag doen. Niets is absoluut, dus we zien wel hoe het verder evolueert. Een zevende kind ? Kijk, dat is één van die dingen die misschien enorm belangrijk lijken, maar die bij ons nooit ter sprake komen. Niet dat we naar een zevende kind streven, maar het zou er misschien wel van kunnen komen, je weet nooit.

MARLEEN WYNANTSFOTO : LIEVE BLANCQUAERT

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content