Ontwerpster, 58 jaar

Op mijn achttiende maakte ik jurken van beschilderde stoffen. Als fuifnummer had ik geen geld om kleren te kopen. Toen al wilden mijn vriendinnen mijn jurken kopen. Drie jaar later had ik een couturehuis op de Zavel in Brussel ( La tour de Bebelle) met liefst achttien naaisters. Werner, nu mijn man, stapte er eens binnen om een handje toe te steken en hij is gebleven.

Toen ik mijn winkel opende, gebruikte ik mislukte stoffen voor de gordijnen van de pashokjes en kussenovertrekjes. Zo ben ik in de binnenhuisdecoratie verzeild geraakt. Ik ben er nog altijd mee bezig : serviesgoed ( Gien, Villeroy & Boch), stoffen ( Pierre Frey), behang ( Caspari), vooral in Frankrijk en de VS. Ik ben niet zo vaak meer in België.

Je kunt me een ‘workaholic’ noemen. Ik ben permanent creatief bezig : ik ga ermee slapen, sta ermee op en tussendoor droom ik ervan. Zelfs aan tafel willen mijn vingers tekenen.

Als meisje al vulde ik schriftjes met uitnodigingen. Daarvoor heb je geen luxueus papier nodig, met drie krantenpagina’s kun je al iets moois maken. Zelfs behang komt ervoor in aanmerking.

Ik heb een kast vol tekeningen en kleurpatronen, allemaal schriftjes die ik tijdens verplaatsingen volkrabbel. Mijn eerste schriftjes, die van Venetië, zijn uitgegeven in Parijs bij Flammarion.

Jurken maken van papier, dat was een soort tegengif, een overlevingsreflex in een periode dat ik dingen deed waarmee ik in feite niet gelukkig was. Toen mijn Amerikaanse klanten van Caspari bij mij thuis de eerste schetsen te zien kregen, kwamen ze op het idee om de collectie in een museum voor te stellen. Zo belandden die jurken in de Verenigde Staten, in Canada, in Victoria & Albert (Londen), in Frankrijk en in zes musea in Japan.

Mode is een drug. Sinds mijn veertiende grasduin ik permanent in de modegeschiedenis en schilder ik befaamde jurken, zoals die van de kroning van Elisabeth I.

Ik ben aan dat avontuur begonnen met Rita Brown, een Canadese ontwerpster van theaterkostuums. De verzameling groeit met elke tentoonstelling. Het zijn nu meer dan zestig modellen, waarvan pakweg de helft in Antwerpen te zien zal zijn.

Alles is van papier, ook de knopen, het kantwerk… Het is in feite niets anders dan een trompe-l’£il. Ik vind het fijn dat crêpepapier zo goedkoop is; toen ik nog op zijde schilderde, was ik voortdurend bang iets verkeerd te doen.

Een bruidssluier van papier, waarom niet ? Stel je voor : de bruidsjurk van prinses Mathilde in papier. Hij zou zo veel lichter geweest zijn dan de kilo’s stof die ze heeft moeten torsen.

Wat John Galliano doet, vind ik schitterend. Ik heb dus mijn best gedaan om op de defilés van Dior aanwezig te zijn. En viavia vroeg LVMH ( eigenaar van Dior) mij twee jurken te maken van hun huidige collectie, maar dan wel vijf meter hoog. Ze worden tentoongesteld bij LVMH in Parijs ( avenue Montaigne). Je kunt ze van op de straat bewonderen. Voor elk van die jurken was 150 meter papier nodig.

Daarna mocht ik het defilédecor ontwerpen voor Galliano. We maakten een zes meter hoge bloemenslinger, met rozen van elk anderhalve meter diameter. Zo heb ik hem uiteindelijk leren kennen en we hebben nog plannen voor de toekomst.

:: Tentoonstelling : de Modenatie in Antwerpen, van 16 september tot 19 oktober.

:: Van 5 oktober tot 5 november verkoopt Isabelle de Borchgrave voor het eerst een collectie

van 120 met de hand beschilderde Turkse kaftans, geïnspireerd op antieke stoffen. Die worden

tentoongesteld bij de Iranese handelaar Saeed Sadraee, Waterloolaan 26, 1000 Brussel.

:: Bij Rizzoli verscheen een boek waarin de papieren jurken worden voorgesteld als pop up.

‘Fashion a la Mode : The Pop-Up History of Costumes and Dresses’, 13 p (ISBN 0789305070).

Tekst en foto Jean-Pierre Gabriel

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content