‘IN EEN ECHTE TUIN IS DE MENS DE DIRIGENT VAN DE NATUUR’
Hij heeft tulpen gekweekt, verzameld, verkocht, getekend, gefotografeerd, bestudeerd, met duizenden laten planten, er vazen voor ontworpen en er lezingen over gegeven. Terecht dat Ronald van der Hilst de ‘Tulip Master’ wordt genoemd. Het enige wat hij lijkt te missen, is een tulp die zijn naam draagt.
Het was nooit mijn bedoeling om een leven op te bouwen rond een bloem”, vertelt Ronald van der Hilst. “In 1993 studeerde ik af in Nederland als ingenieur tuin- en landschapsarchitect en begon ik meteen te werken. Dat was in tijden van economische crisis, dan valt het budget voor tuinen snel weg, er waren niet veel mogelijkheden. Toen ik de kans kreeg om in Australië te gaan werken, stemde ik meteen in. Maar datzelfde jaar leerde ik mijn huidige partner kennen en bleef ik toch in Antwerpen om er mijn eigen praktijk te beginnen.”
“De grote uitdaging als je tuinen ontwerpt, is dat ze nooit af zijn. Een huis zet je neer en klaar, maar een tuin heb je nooit echt onder controle : natuurlijke factoren zorgen voor aangename en minder aangename verrassingen en daardoor zal een tuin nooit echt af zijn. Ik werk zelf graag in de tuin : de combinatie van genieten van al dat moois, verrast worden door kleinigheden, het spel van licht en van de seizoenen, rust en beweging en het tuinwerk hebben iets meditatiefs. Een tuin is per definitie een manipulatie. Het kan een keuze zijn om de natuur haar gang te laten gaan, maar dan is het voor mij geen ’tuin’. In een echte tuin is de mens de dirigent van de natuur. Ik ga bij het ontwerpen altijd uit van de genius loci : de geest van de plek. Ik hou van het maken van contrasten én verbanden met de omgeving en daardoor wordt ieder project uniek.”
BULBE VOOR BEATRIX
“In het begin van mijn carrière als tuinarchitect deed ik simpelweg wat de klant vroeg, ik miste nog de zekerheid om er mijn eigen visie in te steken. Dat kwam later, in 2005, na een samenwerking met kristalfabrikant Val Saint Lambert. Daar ontwierp ik ‘Bulbe’ voor, een vaas in vier delen waar tulpen afzonderlijk in gepresenteerd worden. Tulpen zijn heel beweeglijk en groeien snel en daarom koos ik voor die individuele presentatie. De mooie, simpele vorm van een tulp komt zo goed uit. Met mijn vaas had ik voor het eerst iets in handen dat echt mijn eigen ding was, mijn eigen kindje. Die kick heeft me gemotiveerd om mijn stempel meer te drukken op mijn ontwerpen, of dat nu in tuinen was of in kunst. Koningin Beatrix heeft toen tijdens een staatsbezoek die vaas gekregen van de stad Antwerpen. Wat we niet wisten was dat zij een verzamelaarster is van tulpenvazen : dus dit cadeau was echt een schot in de roos. Momenteel ben ik bezig aan mijn achtste tulpenvaas, voor Mobach Keramiek in Utrecht. Oorspronkelijk had die niets met de kristallen vaas te maken, maar ik stel ze wel voor op de tiende verjaardag van de Bulbe op 20 mei.”
“Wat me ook tot de tulp aantrekt, is haar verrassend rijke geschiedenis en de variëteit. Wist je dat er zeker vierduizend soorten tulpen bestaan, in verschillende geuren en kleuren ? Commercieel zijn er daarvan ongeveer 25 in omloop. Wie benieuwd is naar andere soorten, moet zeker eens de collectietuinen van Hortus Bulborum in Limmen in Nederland bezoeken. Daar hebben ze 2600 soorten. De meeste tulpen worden gekweekt in Nederland – zoals je wel kon raden – maar de activiteit verschuift langzaam naar Turkije en China. Daar zijn de regels rond de kweek minder streng.”
“Zelf tulpen kweken is makkelijk. De bol, die wat lijkt op een ajuin, heeft de kou van de winter nodig om te groeien. Uit die bol komt in het voorjaar de bloem, die zich voedt met de bol. Als de tulp gaat bloeien, worden ondergronds twee of drie nieuwe bijbolletjes gemaakt. Mits de juist voeding zijn die kleine bolletjes na een aantal seizoenen rijp om ook te gaan bloeien. Zo kun je in principe een tulp generatie na generatie planten. Dat is het geval geweest bij de Zomerschoon, een van mijn favoriete tulpensoorten. Die dateert van 1620, dus sindsdien is ze telkens opnieuw geplant. Wie bekend is met de Vlaamse stillevens herkent dit soort tulp zeker. Ze heeft een ivoren basis met zalmkleurige vlammetjes. In de tijd van de tulpenmanie in Nederland (met een hoogtepunt in 1637) is ooit zo’n bol geveild voor duizend gulden, terwijl het jaarloon van een gemiddelde werkman niet meer dan driehonderd gulden bedroeg. En dat was nog niet de duurste. Van de Semper Augustus hebben maar twaalf bollen bestaan, de duurste had een prijskaartje van tienduizend gulden. Net zoveel als een grachtenpand in Amsterdam, inclusief inboedel en zilverwerk. Ongelooflijk, toch ? Geen enkele andere bloem heeft ooit zo’n gekte veroorzaakt.”
DE TULPENKRACH ?
“De toevallige aankomst van tulpenbollen in de haven van Antwerpen in 1562 was de start van de gekte. De vreemde bloem paste perfect als rariteit in de prachtige tuinen van Antwerpen, die in die tijd toonaangevend waren voor de rest van de wereld. De exotische tulp inspireerde ook schilders en kunstenaars met zijn simpele vorm. Het eerste olieverfschilderij ooit met een tulp is in Antwerpen geschilderd door Maarten De Vos. De allereerste gedrukte afbeelding van een tulp is in Antwerpen gemaakt door de drukker Plantijn. Clucius, een Vlaamse botanist, besliste om een classificatie van de tulpensoorten te maken op basis van uiterlijke kenmerken.”
“Wanneer dertig jaar later de tulpenbollen in Nederland worden geïntroduceerd, zit die lijst er ook bij. Wat zeldzaam is, is duur, denken de Nederlanders meteen. Wat Clucius zag als waardevol om het uiterlijk, vertaalden ze dus naar waardevol qua geld. Grappig dat de volksaard in die tijd al zo verschillend was. De bollen werden door de populariteit al verkocht voor ze uitkwamen en de koper kreeg een certificaat mee als bewijs. Al snel werden er meer certificaten verkocht dan er bollen waren, met als resultaat dat de hele economie als een zeepbel uiteenspatte. Na de beurskrach van Wall Street in 1929 daalden de waarden dertig procent in vier maanden tijd, bij de tulpenkrach in 1637 daalden ze negentig procent in vier dagen. De grootste beurskrach ooit ! Mensen die geïnvesteerd hadden in de bollen, door bijvoorbeeld hun weefgetouw te verkopen om er bollen van te kopen, bleven bedrogen achter.”
“De andere periode waar de tulp voor Nederlanders een veeleer negatieve connotatie had, was tijdens de Tweede Wereldoorlog. Door de hongersnood waren mensen gedwongen de tulpenbollen te eten om te overleven, een herinnering die het liefst vergeten wordt.”
ISTANBUL
“Ook in het Ottomaanse Rijk toont de populariteit van de tulp schommelingen. Ironisch genoeg werd de tulp, die in de zestiende eeuw via Istanbul in West-Europa belandde, enkele eeuwen later weer geïmporteerd in Istanbul uit Nederland. De tulp, of lale zoals zij de bloem noemden, had een goddelijke waarde in het Ottomaanse Rijk. Lale betekent Allh en Elif, de halvemaanvorm. De naam lale is verloren gegaan in de vertaling naar het Nederlands door een misverstand. De Ottomanen droegen in hun hoofddeksel een tulp. Toen een botanist uit Vlaanderen, Ogier Gisleen van Busbeke, vroeg naar de naam van die bloem, kreeg hij per vergissing ‘tuliban‘ als antwoord, de naam van het hoofddeksel. Clucius, die van de classificatie van de tulpen, maakte daar de officiële Latijnse benaming van de tulp van : Tulipa.”
“Het tijdperk van de tulp kende zijn climax in het Ottomaanse Rijk van 1703 tot 1730 en ging gepaard met een periode van Verlichting. Er was goed onderwijs voor iedereen en vrijheid en emancipatie van vrouwen. Ook hier was de simpele bloem een bron van inspiratie voor veel kunstenaars. De Ottomaanse tuinen werden aangelegd volgens het concept van het aards paradijs en de tulp speelde daar vanwege haar goddelijke status een grote rol in. Er worden in die tijd grote tulpenfeesten georganiseerd die, door de groteske omvang die de sultans eraan geven, roofbouw pleegden op de schatkist. Die tulpenfeesten bleven doorgaan en werden steeds grootser en luxueuzer. Op het einde van het Ottomaans imperium werd er binnen de paleismuren exuberant gefeest, terwijl de bewoners van Istanbul buiten lagen te verhongeren.”
“Na de val van het Ottomaanse Rijk aan het begin van de twintigste eeuw worden alle tulpen dan ook vernietigd, want zij stonden inmiddels symbool voor al wat slecht was. De eens goddelijke bloem werd een symbool van machtswellust, verkwisting en uitbuiting en verdween al snel uit het collectieve geheugen van Istanbul. En van de unieke soort die we kennen als de Istanbul tulp – lang en spits in vorm – blijft er niks over. Die soort stierf samen met het Ottomaanse rijk.”
“In 2004, tijdens de tentoonstelling Goddesses, Mothers and Sultanas in Bozar te Brussel, ontmoette ik Kadir Topbas, de burgemeester van Istanbul. Ik had als geschenk een zakje met bollen van de Tulipa acuminata bij, een tulp met spitse vormen die sterke gelijkenissen vertoont met de oorspronkelijke tulp uit Istanbul. Wanneer ik een jaar later op bezoek ben bij een kweker, vertelt die mij dat hij een gigantische bestelling van de Tulipa acuminata van de stad Istanbul had gekregen. Die bestelling werd jaarlijks groter en gevarieerder, tot op het punt dat Istanbul nu opnieuw de hoofdstad van de tulp is. Jaarlijks organiseren ze daar het Tulip Festival Istanbul : in het najaar worden bijna tien miljoen tulpenbollen geplant, die vervolgens in het najaar de hele stad hullen in hun kleurenpracht. Zeker de moeite om tijdens die periode Istanbul eens te bezoeken. Toen ik er vorig jaar een lezing gaf, vertelde een historica me het verhaal over het ontstaan van het festival. Blijkt dat de burgemeester in 2004 na een bezoek in Brussel een geschenk kreeg dat hem op het idee bracht ! Jammer genoeg worden ze niet erg ‘natuurlijk’ geplant, zoals in de oorspronkelijke paradijstuinen. Nu lijkt het eerder een soort Keukenhof. Het is een wat gemiste kans om die tulp een eigen identiteit te geven, vind ik.”
TIME-LAPSE
“Sinds 2007 ontwerp ik tegels voor Cermica Bardelli uit Milaan met eigen tekeningen. Net zoals het parket met tulpenprints voor Xilo1934, eveneens uit Milaan. Binnenkort komt er dus die nieuwe vaas van het Nederlandse Mobach bij. En ik heb ook met andere kunstenaars samengewerkt : een eenmalige handbeschilderde tulpencollectie voor de winkel van modeontwerpster Revital Avidar, bijvoorbeeld. Met fotograaf Michael James O’Brien heb ik een bloemencompositie gemaakt en gefotografeerd, geïnspireerd op een stilleven van Breughel. Met fotograaf Michel Vaerewijck brachten we imperfecte en stervende bloemen in beeld. En na de zomer wil ik met Michel een time-lapse van een bewegende tulp presenteren. Anders, maar daarom niet minder leuk, was de samenwerking met Anne Zellien, de juwelenontwerpster. De tekeningen kwamen van mij, de praktische uitvoering van haar.”
“De eerste voorbereidingen voor een gigantisch belangrijk project zijn bezig nu : ik droom al lang van een Ronald Van der Hilst-tulp. Dat moet er een zijn met een lange steel. En eentje met een lekkere geur. Generaties lang is er nooit geselecteerd op geur, waardoor die verdwenen is bij de meeste tulpen. Maar ik hou van geurende tulpen. Ik heb er goede hoop op dat mijn eigen tulp er binnenkort weleens zou kunnen aankomen. Maar in de natuur weet je nooit.”
“Mijn liefde voor tulpen is lang nog niet over. Er kan nog zoveel rond gebeuren. Altijd sta ik zelf weer versteld welke kant het uitgaat. Zo ben ik dit jaar begonnen aan een boek. Want het is toch bijzonder, dat achter zo’n eenvoudig bloemetje zulke mooie verhalen verborgen gaan. Die schoonheid mogen we niet uit het oog verliezen. Dat we van iets waarvoor hele culturen in vuur en vlam hebben gestaan, nu een vrij banaal ding hebben gemaakt als een bosje bloemen op de markt… dat zet me aan het denken : wellicht zit er achter veel ‘eenvoudige’ voorwerpen wel zo’n mooi verhaal verscholen, maar weten we het gewoon niet. Tot we ons openstellen en laten inspireren.”
DOOR LEEN CREVE EN NUNO FILIPE MENDES & PORTRET CHARLIE DE KEERSMAECKER
“De duurste tulpenbol kostte net zoveel als een grachtenpand in Amsterdam, inclusief inboedel en zilverwerk”
“Generaties lang is er nooit geselecteerd op geur, waardoor die verdwenen is bij de meeste tulpen. Maar ik hou van geurende tulpen”
“Die tulpenfeesten van de sultans werden almaar exuberanter. Na de val van het Ottomaanse Rijk werden daarom alle tulpen vernietigd”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier