Ik speel het allemaal

“Mozart, Bach of Jimi Hendrix, het maakt me niet uit.” Op Jazz Middelheim brengt muzikale duizendpoot Michel Hatzigeorgiou een hommage aan Jaco Pastorius.

Sinds mijn ongeluk heb ik nauwelijks nog bas gespeeld, het weegt te veel op mijn been. Dus ben ik weer mandolines gaan zoeken. Ik ben piano gaan leren, ik ben Bach beginnen spelen en flamenco.” Veelzijdige mensen als Michel Hatzigeorgiou laten zich niet tegenhouden door een ongemak. Op Jazz Middelheim brengt hij met een big band een eerbetoon aan zijn held Jaco Pastorius.

Het is al bijna twintig jaar geleden. Het Belgisch kwartet van Toots Thielemans had een nieuwe bassist, een jonge man met lang, sluik haar en een nogal ongewone speelstijl. Eens te meer bleek dat Toots een neus heeft voor talent. De zich in bochten wringende jongeman speelde elektrische bas met zo’n gemak, dat het leek alsof hij met het instrument op de buik geboren was. Hij stuwde het kwartet geregeld een paar versnellingen hoger.

Nu pikkelt hij wat heen en weer door zijn kamer, want zijn been zit in een brace. Ongelukje enkele maanden terug. “In plaats van op mijn bas speel ik nu Donna Lee op mijn mandoline.” (Donna Lee is een zeer snel te spelen standard van Charlie Parker, een tong- en vingerbreker, GDM). “Mijn vader speelde mandoline, van die Napolitaanse liederen. Daar ben ik ook heel vroeg mee begonnen. Ik was een jaar of 9 denk ik. Mijn vader was mijnwerker en je had al die invloeden van de Italiaanse migranten en onze Griekse roots erbij. Ik ben dan ook heel snel bouzouki gaan spelen en Griekse volksmuziek. Ik ben altijd zeer nieuwsgierig geweest naar alle muziek die in mijn oor terechtkwam. Of het nu Mozart, Bach, Jimi Hendrix of Jaco Pastorius is, het maakt me niet veel uit, dat gaat allemaal mee in je bagage. Het leuke is dat het ook allemaal terugkomt. Ik bereid nu een cd voor in duo met (zanger) David Linx, waarop ik mandoline, gitaar en bas zal spelen.”

Michel Hatzigeorgiou herinnert zich hoe hij in de tweede helft van de seventies enorm veel op bals speelde. De dansmuziek van toen. “In ’76 kwam mijn vriend met de eerste solo-elpee van Pastorius aan. Het was zomer, 10 uur ’s ochtends. Hij speelde de plaat en ik kreeg echt koorts, denk ik. Die plaat is drie of vier jaar op de platenspeler blijven liggen. Magisch was het. Ik was er helemaal ondersteboven van. Zijn muzikaliteit, zijn klank, zijn zang… Dan begrijp je wel dat je techniek moet hebben om zoiets te spelen. Maar techniek heeft me nooit bang gemaakt. Techniek is kunnen uitvoeren wat er zich in je hoofd afspeelt. En daar gaat het om, de rest is niet zo belangrijk.”

Later ging Hatzigeorgiou naar het conservatorium in Luik jazz studeren. “Iedereen rondom mij was met jazz bezig, maar ik heb lang getwijfeld, want ik kon niet goed muziek lezen, ik ben nooit naar de muziekacademie geweest. Maar eens ik daar was, maakte het niet echt veel uit. Het belangrijkste was de openheid voor alle andere muziekgenres. Iemand als Fabrizio Cassol is daar ook uitgekomen. Hij aardde zowel in de klassieke opleiding als in de jazz.”

In ’82 of ’83 werd Michel door Toots gevraagd om in zijn kwartet te spelen. “Een hele ervaring, want Toots is en blijft toch een van de grote meneren. Die periode, dat was conservatorium on the road. Je moest de hele tijd het uiterste van jezelf geven. Toen heb ik voor het eerst Jaco Pastorius ontmoet, iets waarvan ik altijd wist dat het ooit moest gebeuren. Ik zag hem op straat in Biarritz waar we speelden. Sympathiek was hij niet, hij keek zo’n beetje op me neer toen ik zei dat ik bassist was. Maar hij veranderde toen hij hoorde dat ik bij Toots speelde. Het was een moeilijk man, een beetje ziek in zijn hoofd, heel erg zelfdestructief. Hij is later doodgeslagen voor een nachtclub. Na die eerste ontmoeting zijn we enige tijd in contact gebleven. Onder meer op een stage in Martinique, en later ben ik in New York een maand bij hem gebleven. Dat was een catastrofe. Een groot muzikant was hij. Maar als mens…!”

Ondertussen speelde Michel Hatzigeorgiou in een heleboel andere groepen. En stilaan ontstond het trio van Aka Moon, een van de meest boeiende fusiegroepen, ook buiten België, door de combinatie met de uitstekende drummer Stéphane Galland en componist-saxofonist Fabrizio Cassol.

“Aka Moon is uniek: enerzijds hebben we ons trioformaat, anderzijds kunnen we heel veel muzikanten bij ons betrekken, uit alle genres, van dans tot moderne klassieke muziek. We spelen met een grootmeester als de Indische percussionist Srivanisam of de Afrikaanse drummers van Douou Ndiaye Rose. We werken nu aan een project met Arabische en Indische zangers en we willen ook iets doen met Paco de Lucia. De komende maanden hebben we projecten met Anne Theresa de Keersmaeker, we hebben net een plaat uit met het hedendaags klassiek Ictus-ensemble, we spelen met dj’s als Grasshoppa…”.

“Fabrizio heeft de enorme gave Indische muziek te kunnen maken die klinkt als muziek die helemaal Aka Moon is. Muziek waar zowel Afrikanen als de Indische percussionisten zich in kunnen terugvinden. We studeren dan ook veel, gaan ter plaatse, verwerken dat in onze muziek.”

De basis van Aka Moon is gelegd in de vroegere club, de Kaai, een soort collectief. “We speelden er in het begin van de jaren ’90 elke woensdag. Daar is veel gebeurd. We hadden er de vrijheid om te experimenteren, om nieuwe combinaties te zoeken… We namen alles op en hebben dus tientallen uren opnames liggen. Vaak slechte geluidsopnames, maar de muziek was wel goed. We gaan er nu een aantal van uitbrengen op een soort goedkope piraatcd’s, die we zelf uitbrengen.”

En nu is er dus het grote Jaco Pastorius-concert, met een big band en de muziek van Pastorius. “Het is een hommage. Ik speel een aantal solo’s van hem na. Daarnaast zijn er stukken waar ik ook op improviseer. Ik zou het nooit gedaan hebben als hij nog in leven was, dat zou plagiaat geweest zijn. Ik heb ook lang geaarzeld om het te doen, maar mijn vrienden hebben mij over de streep gehaald. De eerste keer werkte ik twee maanden lang om de solo’s die hij speelde en de big band-arrangementen uit te schrijven. Maar dan ben ik bij zijn familie terechtgekomen, die me via trombonist Peter Graves de partituren heeft bezorgd. En nu spelen zijn beide zonen in de band mee; ze hebben het talent van hun vader geërfd.”

“Telkens er een hommage is waar ik, of Peter Graves bij betrokken zijn, doen we het samen. Het gaat er mij niet om dat ik Pastorius’ stijl zou willen verderzetten of kopiëren. Die pretentie heb ik niet. Daarvoor was hij te persoonlijk bezig en een te groot muzikant. Maar hij heeft zo’n belangrijke invloed gehad op mijn muzikaal leven, dat je zeker wat van zijn stijl in de mijne zal herkennen.”

Michel Hatzigeorgiou speelt zijn ‘Hommage to Jaco Pastorius’ op Jazz Middelheim op 12 augustus, met o.a. Toots Thielemans. Jazz Middelheim loopt van 11 tot 15 augustus. Op de affiche o.m. Kenny Werner, Dreamtime met Lee Konitz en Mark Turner, Brussels Jazz Orchestra, Tony Coe, Brad Mehldau, David Murray, Clark terry, Foofango, Lew Tabackin, Instant Composers orkest, John Zorn en Greetings from Mercury.

Aka Moon heeft twee recente cd’s uit: Aka Moon with Ictus, Invisible Mother en de mono-Kaai-opnames van 31.03.1993 (allebei op Carbon 7).

Gerry De Mol / Foto Lieve Blancquaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content