Ik ben geen nostalgicus
Weekend Knack maakt de modestylist in Walter Van Beirendonck weer wakker. Speciaal voor dit blad stelde hij Mode Mix samen: vijf silhouetten met archiefstukken uit het Momu, hedendaagse ontwerperskleren en maskers en schoenen uit zijn eigen collectie. Alvast een interview.
Walter Van Beirendonck is geen hokjesdenker. Een blik in de agenda van de Antwerpenaar zegt al genoeg : ontwerpen voor zijn eigen label, JBC en Scapa en lesgeven aan de Modeacademie. Bijna is het ‘zijn’ Modeacademie, want vanaf 1 januari 2007 volgt hij daar Linda Loppa op als afdelingshoofd. Tussendoor nam Walter nog de tijd om voor WeekendKnack een vijfdelige modereportage te maken. “Een dialoog tussen oude en nieuwe mode, tussen nationale en internationale ontwerpers,” zo noemt Van Beirendonck het project.
Concreet haalde hij uit de archieven van het Antwerpse Modemuseum enkele historische stukken en combineerde die met ontwerpen van bijvoorbeeld Bernhard Willhelm of Bruno Pieters. Voor de flamboyante schoenen en maskers dook hij in zijn eigen archief. Walter deed de styling van de fotosessie, Ronald Stoops stond achter de camera. Op p. 87 vindt u alvast het eerste van de vijf beelden. Maar ze hangen ook levensgroot in de hal van het Modemuseum, als teaser voor De Momu Collectie : selectie II.
Het thema van die expo is ook de dialoog tussen historische en hedendaagse stukken. Dirk Van Saene ( de partner van Van Beirendonck) toont er zijn ‘Fashion-Sampling’ wintercollectie 2006-2007 : hij ontwierp moderne zwarte jurken met stijlelementen uit verschillende historische perioden. En Akiko Murata – dit jaar afgestudeerd aan de Modeacademie – kreeg de opdracht vijf silhouetten te compileren met oud en nieuw. Hetzelfde stylingconcept als Van Beirendonck dus ? “Niet echt. Akiko selecteerde haar stukken op basis van het modebeeld voor deze winter”, zegt Walter. “Ik vertrok vanuit de archiefstukken. In archieven zoeken doe ik bijzonder graag. Al noem ik mezelf zeker geen nostalgicus : in deze shooting wil ik de historiestukken net nieuw leven inblazen.”
Mode is de tijdgeest, vertaald in textiel. Kunt u zomaar kledij recycleren in een andere tijd ?
Walter Van Beirendonck : Sterke collectiestukken houden hun waarde als document, omdat ze een persoonlijke visie dragen die de tijd overstijgt. Ik heb geen probleem met terugkijken naar de mode van vroeger, maar letterlijk kopiëren onder het mom ‘retro’ is ronduit belachelijk. Trends uit het verleden moet je herwerken naar de realiteit van nu. Zoals in dit fotoproject.
Was het samenstellen een moeilijke klus ?
In elke combinatie werk ik thematisch : nu eens futuristisch, dan weer grafisch of zwart-wit. Het lastigste was om de stukken bijeen te krijgen. Mijn eerste concept was om de plateauschoenen van Balenciaga uit de wintercollectie 2006-07 te combineren met de maskers die dit seizoen overal op de grote modeshows opdoken. Helaas wilden de grote merken enkel stukken uitlenen voor een styling, als ze in een complete outfit van hen werden gebruikt. Typisch, zo’n reactie.
Hoezo ?
In de modewereld is iedereen bezig in zijn eigen vakje. Ergerlijk gewoon. Neem nu die 0110-concerten voor verdraagzaamheid : haast niemand uit de modesector wou zich daarvoor engageren. Kleren zeggen toch enorm veel over de samenleving, dus waarom zouden wij als ontwerpers niks kunnen doen ?
Bent u anders ?
Ik trek vaak aan de kar en ik wissel bijvoorbeeld wel graag collectiestukken uit, ja. En ik werk heel graag samen met mensen. Als docent aan de Modeacademie begeleid ik al meer dan twintig jaar studenten. Ik kan me heel gemakkelijk inleven in hun fantasiewereld. Ik voel dat ik zo hun creatieve grenzen kan verleggen, zonder mijn smaak op te dringen.
U staat ook open voor allerlei commerciële nevenprojecten : u tekende al drie ZuluPapuwa-collecties voor JBC en bent creatief directeur bij Scapa. Waarom vragen die merken u ?
De commerciële kledingsector mobiliseert ontwerpers omdat die voor een creatieve impuls kunnen zorgen. Met succes, want ZuluPapuwa scoort bijvoorbeeld zeer goed.
Bovenop al die nevenprojecten wordt u binnenkort ook afdelingshoofd aan de Modeacademie. Waarom volgt u Linda Loppa op ?
Het is simpel : ik werk gewoon al het langst op de Academie. Het was een logische carrièrestap, ook al kwam die toch redelijk onverwacht. Ik dacht dat Linda nog drie jaar in Antwerpen zou blijven tot haar pensioen. Maar ze is mij persoonlijk komen vragen haar te vervangen. Zij wordt decaan van de prestigieuze modeschool Polimoda in Firenze. Het siert haar dat ze niet aan uitbollen denkt. Zij blijft superactief en gepassioneerd door mode.
Komt er onder uw bewind een koerswissel in de Modeacademie ?
De grootste uitdaging is om de studierichting te reorganiseren als bachelor- en masteropleiding. De invulling van het studieprogramma wil ik ook wijzigen. Maar compleet anders zal de school niet draaien : het team van de Modeacademie heeft een toekomstvisie, en al die mensen blijven op post.
Haar wordt een fout financieel management verweten. Moet u de meubelen redden ?
Dat Linda en het FFI persoonlijk werden afgerekend in de pers vond ik bijzonder flauw. Ik wil me er niet mee bemoeien, maar ik weet één ding : het zijn geen oplichters. En de financiële moeilijkheden ? Tja, al jaren voeren we een titanengevecht voor budgetten. De subsidies lopen niet gesmeerd en het is niet gemakkelijk private sponsors te vinden die discreet willen blijven op onze evenementen.
Is er een oplossing ?
Ik zou het liefst hebben dat de sponsoring volledig van de overheid komt. Dat is de meest logische geldstroom voor kwaliteitsvol onderwijs en opvang van studenten, niet ?
De tentoonstelling ‘De MoMu Collectie : Selectie II’ loopt nog tot 17 juni 2007 in het ModeMuseum, Nationalestraat 28, Antwerpen. Van dinsdag tot zondag open van 10 tot 18 uur. Toegang : 4 / 6 euro. Info op www.momu.be of 03 470 27 70.
Tekst Thijs Demeulemeester I Foto’s Boy Kortekaas
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier