Ik ben altijd een laatbloeier geweest
“Mooi zijn is geen zonde.” Zo verdedigde de kersverse Miss België in 1971 haar kroontje. Een reactie op de Dolle Mina’s die tijdens de show het podium bestormden. Veertig jaar later praten we met Martine De Hert over schoonheid, het belang en de relativiteit ervan.
we hebben afgesproken in Lakonia, een complex met privésauna’s dat Martine De Hert (58) twintig jaar geleden met haar man uit de grond stampte in Berchem. Vandaag werken ook de twee dochters en schoonzonen in de familiezaak. Dat ze ooit Miss België is geweest, verbaast niet : lange, slanke benen in een lenteroze pantalon, gecombineerd met een jeugdig T-shirt en nonchalante blazer ; verzorgde, gelakte nagels ; een volle, lachende mond en ogen die zin voor humor en levenslust verraden. De jongste dochter komt even langs om te zeggen dat haar dag erop zit. Ze is een ravissante, jeugdige versie van haar moeder, die glimt van trots als ik haar dat zeg. En dan verschijnt de echtgenoot met twee grote mappen vol krantenartikels en fotomateriaal uit de tijd van toen. Martine reageert verrast en duikt meteen terug in de tijd.
“Ik dacht dat we alle foto’s kwijt waren. Mijn moeder had een prachtig album samengesteld over mijn verkiezingsjaar maar dat is bij de verbouwing van Lakonia in het water beland. Jammer. Vooral omdat zij alles minutieus bewaard had. Mijn moeder was een trotse vrouw. Zelf werd ze ooit verkozen als ‘mooiste baby van Antwerpen’. ’t Zit in de familie (lacht). En ja, zij heeft me meegegeven dat schoonheid en elegantie belangrijke eigenschappen zijn voor een vrouw. Groot was mijn verbazing toen er tijdens de verkiezing twintig Dolle Mina’s het podium opstormden met spandoeken waarop stond : ‘Baas in eigen buik’. Ik had absoluut geen affiniteit met die vrouwen in mannenkleren en met kortgeschoren haar. Door het protest was de verkiezingsshow haast in alle kranten voorpaginanieuws, behalve in Gazet Van Antwerpen. Mijn moeder heeft toen haar abonnement opgezegd (lacht). Zij mocht dan wel euforisch zijn over mijn overwinning, mijn vader was veel sceptischer. Ik was zeventien en had school gelopen bij de nonnen. Onze vriendenkring was hoofdzakelijk Franstalig, een tikkeltje snob. Kortom, een heel beschermd milieu. Toen ik zestien was, had mijn moeder me wel ingeschreven in de mannequinschool, om mij wat trots bij te brengen. Want als langste slungel van de klas had ik de neiging mezelf weg te stoppen. Toen een vriendin haar vertelde dat ik er zou leren lopen met een telefoonboek op het hoofd, was ze meteen overtuigd. Mijn vader liet ze in de waan dat het een finishing school was. Hij kwam pas later te weten dat ik werd klaargestoomd voor de catwalk. Na een jaar opleiding kon een vriendin mij overhalen om samen deel te nemen aan de verkiezing van Miss België. Ons doel was simpel : een reis naar Spanje met de twintig finalisten. Uiteindelijk is het ons beiden gelukt. Ik was de enige tweetalige en Cécile Muller (organisatrice van Miss België) deed altijd een beroep op mij om te vertalen. We noemden haar ‘de kolonel’ omdat ze zo veeleisend en streng was. Maar dat was terecht. Zo deelde ik in Spanje de kamer met een meisje dat ’s avonds een journalist in haar bed had uitgenodigd. De hele nacht heb ik op het balkon doorgebracht, zonder een flauw benul van wat zich binnen afspeelde. En dat was niet de enige zedenles.”
Naïef en wereldvreemd
Voor Martine opende de titel Miss België heel wat deuren. “Zowel goede als slechte. Zo moest ik me op een dag voorstellen bij een fotograaf in Brussel. Cécile had hem niet gecontroleerd en bij mijn aankomst was het eerste dat hij zei : ‘Kleed u maar uit.’ Ik heb mij heel snel uit de voeten gemaakt. Op een jaar tijd ben ik mentaal tien jaar ouder geworden. Achteraf bekeken was mijn naïviteit wereldvreemd. Zo herinner ik me nog een internationale verkiezing waarvoor ik zonder begeleiding naar het buitenland moest. De vliegtickets werden opgestuurd en bij aankomst werd ik naar het hotel gebracht in een witte Rolls-Royce. Daar vertelden ze me dat ik als eerste gearriveerd was. ’s Avonds werd er geklopt op mijn deur. Het was de organisator die wou weten welk vlees hij in de kuip had. Toen ik hem wegstuurde, volgde een scheldtirade : ‘Je bent niet meer dan een wandelend lijk. Andere meisjes zouden alles voor mij doen !’ Op diezelfde reis werd ik enkele dagen later ziek. De dokter van wacht werd erbij gehaald. Nadat hij mij een injectie had gegeven, begon hij zich uit te kleden. ‘Mijn God, wat is dat hier ?’ dacht ik toen. De laatste dag zat er iemand van de jury naast me. Hij stelde zichzelf voor als regisseur en zei dat hij nog een Belgische actrice zocht voor een secretaresserol in zijn volgende film. Als ik interesse had, moest ik maar eens naar zijn hotelkamer komen. En ik heb dat dan nog gedaan ook. Ik had nog geen voet binnen gezet of de deur werd achter mij in het slot gedraaid. Hysterisch begon ik te gillen : ‘Politie !’ Halfnaakt, met een gescheurde jurk ben ik de gang op gevlucht.”
“Zeker, 1971 was in vele opzichten ontluisterend”, bevestigt Martine. “Aan mijn ouders heb ik dat nooit verteld. Zij zullen het nu voor de eerste keer lezen. Mijn moeder was een heel lieve vrouw, maar seksuele voorlichting zat niet in haar opvoedingspakket. Toen ik verkozen werd, geloofde ik echt nog dat kinderen door de ooievaar werden gebracht en ik droomde van ‘de man van mijn leven’ die mijn pad zou kruisen. Uiteindelijk heb ik hem ook gevonden. Vijf jaar later. Hij wist helemaal niets van mijn Miss België-titel. Omdat ik geregeld over de verkiezingen sprak, dacht hij dat mijn vader politicus was ! We zijn nog altijd gelukkig samen.”
Ik brand, mijn man remt
“Ze zeggen dat vrouwen na hun vijftig onzichtbaar worden. Dat gevoel heb ik absoluut niet. Mensen kijken naar mij als ik ergens binnenkom. Ik ben gezegend met goede genen. Daar ben ik me zeer bewust van. Al ben ik er ook van overtuigd dat ‘jeugd’ tussen de oren zit. Mijn man en ik zijn jong van hart. Soms gaan we nog tot in de vroege uurtjes op stap met onze dochters en hun vrienden. Zonder geboortecertificaat zou ik me eerder dertig voelen. Mijn reflectie in de spiegel doet mij op een onbewaakt moment wel eens schrikken. Maar ach, lachrimpels hebben ook hun charme. Je mag aan mijn gezicht zien dat ik goed geleefd heb. Ik ben ondertussen toch ook grootmoeder van drie kleinkinderen. Al word ik meestal jonger geschat. Behalve die ene keer toen een marktkramer op de kermis ervan uitging dat ik al gratis met de bus mocht rijden. Toen was ik toch even gechoqueerd. Achteraf hebben we er wel hartelijk om gelachen. Tijdens een recente lunch met mijn vriendinnen van toen, uit de mannequinschool, is me wel duidelijk geworden dat sommige leeftijdgenoten het moeilijker hebben met de sporen van de tijd. Ze zijn verbaasd als ik frieten met mayonaise bestel. Zelf eten ze vijf blaadjes sla per dag. Sommigen hebben al verschillende esthetische ingrepen ondergaan. Als mijn gezicht even gerimpeld was, zou ik het misschien ook overwegen. Of toch niet. Mijn man relativeert alles. Vrienden noemen ons Rembrandt. Ik brand en hij remt me af. Toen mijn baarmoeder moest weggehaald worden, had ik het daar moeilijk mee. Het voelde als een verlies van mijn vrouwelijkheid en jeugd. Tot mijn man zei : ‘Uiteindelijk is het niet meer dan een zak waar onze kinderen hebben ingezeten.’ Heel plastisch, maar dat was het dan. Door zijn relativering heb ik geen moment langer getreurd. En zo gaat dat al meer dan dertig jaar. We werken samen, hebben veel plezier, genieten van onze kinderen en kleinkinderen. Hij is mijn soulmate. Een gelukkige relatie zorgt ervoor dat je goed in je vel zit. Een rimpel is dan geen halszaak. Ik kan me voorstellen dat een alleenstaande vrouw dat anders beleeft. Maar dan nog. Ik ken vrouwen die vastzitten in een huwelijk met een partner die al jarenlang dezelfde denigrerende opmerkingen maakt over hun uiterlijk, hun persoonlijkheid. Zo’n negativisme haalt het zelfvertrouwen van die vrouwen onderuit. Ze zoeken troost bij de plastisch chirurg, terwijl ik vreugde put uit mijn gezin. Onlangs vroeg een vriendin aan mijn dochter van vijfentwintig wie haar grote voorbeeld was. Ze antwoordde : “Mijn mama. Ik wil later net als zij worden.” Ik kreeg bijna tranen in de ogen. Een mooier compliment had ze me niet kunnen geven.”
Stoppen op je hoogtepunt
Martine wou zelf graag kleuterjuf worden, maar haar vader stelde zijn veto wegens te veel kandidaten. “Mijn passie voor kinderen is nooit geluwd. Integendeel. Als ik ergens spijt van heb, is het misschien dat ik maar twee kinderen heb. Drie dochters was mijn droom, maar de tijd ontglipte ons. We waren druk bezig met de opbouw van onze zaak en ik wou mijn kinderen niet naar een onthaalmoeder of crèche doen. Er zit een leeftijdskloof van acht jaar tussen mijn twee dochters. De zwangerschap van de jongste heeft lang op zich laten wachten. Toen zij eindelijk geboren werd, wou ik met volle teugen genieten van het moederschap. Vandaar ook de beslissing om op 32-jarige leeftijd afscheid te nemen van het modellenwereldje. Finan-cieel konden we het ons veroorloven dat ik tijdelijk stopte met werken. Bovendien had ik er geen zin meer in. Ik had me altijd voorgenomen te stoppen op mijn hoogtepunt. Het was triest te zien hoe oudere mannequins zich bleven vastklampen aan iets dat onvermijdelijk ten einde moest komen. Het kan ijdel klinken maar ik had altijd in het middelpunt van de belangstelling gestaan en ik wou niet in de hoek worden geduwd door de jongere generatie. Ik wou als bruid de catwalk verlaten. Niet als moeder van de bruid.”
Dikke billen en pubervet
“In de periode daarna heb ik enkele maanden aan de receptie van een hotel gewerkt. De jaloezie van mijn vrouwelijke collega’s heeft me toen wel verrast. In de voorrondes van een schoonheidswedstrijd verwacht je venijn onder de meisjes. Na mijn kroning is ook niemand van de andere meisjes me komen feliciteren. Dat was een schok. Maar op de werkvloer had ik toch meer solidariteit verwacht. Anderzijds heb ik nog steeds contact met enkele ex-collega’s/mannequins. Met zijn vijven gaan we geregeld lunchen. Een bewijs dat schoonheid niet per definitie vriendschap in de weg staat. Nu ja, schoonheid is relatief. Tot het moment dat ik het kroontje op mijn hoofd kreeg, ben ik me eigenlijk nooit bewust geweest van mijn uiterlijk. Het overviel me. Vanuit de coulissen zag ik mijn moeder in de zaal. We stonden klaar voor de bekendmaking van de laatste vijf finalisten en ik gaf haar een teken dat het niets zou worden. Als jong meisje vond ik mezelf absoluut niet mooi. Ik was de bonenstaak van de klas. Bij mijn vormsel stak ik – letterlijk – met kop en schouders boven de anderen uit. Toen ik Miss België werd, was ik zeventien en zat ik nog volop in het pubervet. Vandaag zou ik geen kans meer maken. De foto’s van toen zeggen genoeg. Ik had echt ronde vormen. De reacties op de mannequinschool waren dan ook meedogenloos. “Dat zij Miss België is geworden. Met zo’n dikke billen en zware benen.” Ik kon de critici alleen gelijk geven, maar het kwam geen moment in mij op om te diëten. Tijdens mijn verkiezingsjaar was ik contractueel verplicht om drie maanden met een vertegenwoordiger van een badpakkensponsor Duitsland te doorkruisen. Door de schnitzels en boerenworsten sloeg de weegschaal bij mijn terugkeer voorbij de zeventig kilo ! Dat was de enige periode dat ik actie overwoog, maar uiteindelijk zijn ook die overtollige kilo’s er weer vanzelf afgegaan. Vandaag ben ik slanker dan toen. Het is eigenlijk pas de laatste jaren dat het besef is gegroeid dat ik er toch niet slecht uitzie voor mijn leeftijd. Ik ben altijd een laatbloeier geweest. Daarom wou ik voor mijn 58ste verjaardag twee mooie foto’s van mezelf, om mijn beeld vast te leggen voordat het helemaal verschrompelt ! (lacht)
DOOR PASCALE BAELDEN
“Ik besef dat ik gezegend ben met goede genen. Maar ik geloof ook dat ‘jeugd’ tussen de oren zit”
“Ik had nauwelijks een voet binnengezet bij de regisseur of de deur werd in het slot gedraaid. Hysterisch begon ik te gillen”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier